DE WEEL
Liander gooit een groot deel van het elektriciteitsnetwerk in Noord-Holland op slot. Nieuwe grootverbruikers (vooral bedrijven) krijgen tot 2025 geen stroom. Snelle ontwikkelingen hebben de dunne kabels ingehaald.
Bart Vuijk 20-9-2021
We staan op een gloednieuw onderstation van Liander. Je ziet de lijn van 150 kV-hoogspanningsmasten onderbroken worden. De kabels gaan naar beneden, en een paar honderd meter verderop weer naar boven. Hier tussen staan gebouwen die de aangevoerde stroom netjes verdelen en met 20kV-kabels de wijde omgeving van stroom voorzien. Maar: veel kabels moeten nog worden gelegd. Voor de bouw van dit onderstation is van tekentafel tot realisatie twaalf jaar nodig geweest, en nog wordt de capaciteit maar ten dele gebruikt.
Dit is in een notendop het probleem van het energienetwerk van heel Nederland, dat nu in half Noord-Holland de kop opsteekt. Liander levert in een derde van Nederland stroom op het midden- en laagspanningsnet. Overal zijn problemen.
Er is wel volop energie; de oude elektriteitscentrales en de groene energie van wind- en zonneparken en de talloze zonnepanelen op daken leveren volop. Maar aan de gebruikerskant stijgt de vraag enorm. Nieuwbouwwijken mogen niet meer op het gas worden aangesloten, waardoor elk nieuwbouwhuis drie tot viermaal zoveel elektriciteit verbruikt als voorheen. Plus elektrische auto’s en laadpalen. Maar het piept en kraakt vooral omdat de industrie onder druk van CO2-heffingen en klimaatdoelen massaal hun nieuwbouw aan het elektrificeren is. Het resultaat is dat het netwerk van Liander in Noord-Holland het dreigt te begeven onder de vraag. Om de energielevering aan bestaande huishoudens en bedrijven te beschermen, mag er tot 2025 niet meer bij. Dan denkt Liander het netwerk voldoende uitgebreid te hebben met nieuwe kabels, onderstations en transformatorhuisjes om het weer open te stellen voor nieuwe grootzakelijke aansluitingen.
Transformatorhuisjes
Het is niet makkelijk. Ruben van Loon, bij Liander verantwoordelijk voor het gebied boven het Noordzeekanaal, somt de moeilijkheden op. ,,We investeren de komende jaren drie miljard euro in het netwerk in Noord-Holland. Er moeten duizenden transformatorhuisjes bij, duizenden kilometers kabel en meer dan honderd grotere onderstations. Een op de drie straten moet de komende jaren open om onze infrastructuur aan te passen. Alleen al in Amsterdam zien wij de vraag naar elektriciteit tot 2050 toenemen tot wel drie- tot vijfmaal zoveel als nu.”
,,Heel Noord-Holland heeft nu 92 grotere onderstations. Als we niets zouden doen, zouden in 2032 57 van deze stations overbelast raken. Dus nu zijn we bezig om er 38 uit te breiden en 27 nieuwe te bouwen. We gaan van 92 naar 120 onderstations. Een derde erbij.”
Maar: was het alleen maar een probleem van kabels graven en stations bouwen. Liander loopt tegen meer moeilijkheden aan: dwarsliggende grondeigenaren, vergunningprocedures, omwonenden die geen lelijke stroomhuisjes in hun straat willen. In Amsterdam ging onlangs een aantal protesterende omwonenden in een bouwput voor een nieuw transformatorhuisje zitten. Van Loon schudt het hoofd. ,,Die straat stond wel vol met elektrische auto’s. En de bewoners willen ook, net als de rest van Nederland, de hele dag online zijn, hun toenemend aantal apparaten opladen, stroom van hun zonnepanelen aan het elektriciteitsnet leveren. Mensen moeten ook beseffen dat hier infrastructuur voor nodig is. Een voorbeeld uit Leeuwarden: in een woonwijk is twintig procent van de woningen voorzien van zonnepanelen. Om al die stroom het net op te krijgen, moeten we daar acht transformatorhuisjes bouwen. Die stroom moet vervoerd worden naar een plaats waar die verbruikt wordt. Het elektriciteitsnet is geen batterij.”
Van Loon roept de politiek op om in te grijpen bij slepende vergunningprocedures. Liander krijgt weliswaar voorrang, maar toch gebeurt het eigenlijk altijd dat plannen uitlopen, waardoor problemen op het netwerk worden veroorzaakt. Neem het onderstation waar hij zijn verhaal doet in De Weel. Beheerder van dit onderstation Harry Zwart: ,,Van de twaalf jaar die er nodig was om dit onderstation te bouwen, waren er twee jaar nodig voor de bouw, en nog tien jaar voor alle procedures.”
Technisch personeel
Stel dat de procedures tot een minimum worden beperkt, dat de overheid strakke regie neemt. Dan is er nog een nijpend probleem: technisch personeel. ,,Dag en nacht werken bij ons bedrijf en onderaannemers achtduizend mensen aan beheer, onderhoud en uitbreiding van ons netwerk”, vertelt de Liander-baas. ,,Maar we hebben de komende vier jaar 3500 vacatures. Het is een ’perfect storm’. Ons zwembad is volgelopen, en nu moeten we oppassen dat het niet overstroomt. Het loopt namelijk sneller vol dan wij het ’water’ kunnen herverdelen. We hebben de energietransitie naar duurzame bronnen, allemaal bedrijven die aan het investeren zijn, massale woningbouw, een schrijnend tekort aan personeel en al die vergunning- en grondprocedures. Een of twee van die problemen kunnen we wel aan, maar nu komen ze allemaal tegelijk. En daarom lopen we nu tegen de grenzen aan in dit gebied. En moeten we zeggen: er kunnen even geen nieuwe grootverbruikers bij. De grens is bereikt, het is niet meer verantwoord om meer zware aansluitingen toe te laten. We moeten de boel wel dichtgooien totdat we voldoende capaciteit hebben bijgebouwd. De rem gaat erop. Maar: niet voor altijd.”
Congestiemanagement
Is nu alles onmogelijk in de jaren totdat Liander het netwerk weer in orde heeft voor de sterk toegenomen vraag naar stroom? Nee: er loopt tot eind dit jaar nog een onderzoek naar ’congestiemanagement’. Dat is al eerder gedaan in Noord-Holland en eigenlijk altijd zonder resultaat. Maar nu is het zo’n groot gebied met duizenden bedrijven die hieraan mee kunnen doen, dat Liander hier wel wat van verwacht.
Dit congestiemanagement loopt her en der al in het land. In Neerijnen bestaat een geslaagd voorbeeld, en sinds kort ook in Nijmegen. Daar is een distributiecentrum van supermarktketen Lidl bereid om enkele uren per dag tijdelijk de enorme diepvriezers uit te zetten, zodat andere bedrijven in de regio van de vrijgekomen stroom kunnen profiteren. Liander trekt voor dit soort initiatieven de beurs. ,,Het is een biedingenmarkt”, legt Van Loon uit. ,,Als bedrijven niet reageren, kunnen wij ervoor kiezen om de prijs voor teruggeven van capaciteit wat te verhogen. Ook in de toekomst zal dit een deel van de oplossing blijven. Je kunt nu eenmaal niet overal in het land een ’A2’ aanleggen voor de elektriciteit.”
Dit congestiemanagement loopt her en der al in het land. In Neerijnen bestaat een geslaagd voorbeeld, en sinds kort ook in Nijmegen. Daar is een distributiecentrum van supermarktketen Lidl bereid om enkele uren per dag tijdelijk de enorme diepvriezers uit te zetten, zodat andere bedrijven in de regio van de vrijgekomen stroom kunnen profiteren. Liander trekt voor dit soort initiatieven de beurs. ,,Het is een biedingenmarkt”, legt Van Loon uit. ,,Als bedrijven niet reageren, kunnen wij ervoor kiezen om de prijs voor teruggeven van capaciteit wat te verhogen. Ook in de toekomst zal dit een deel van de oplossing blijven. Je kunt nu eenmaal niet overal in het land een ’A2’ aanleggen voor de elektriciteit.”
Schaarste verdelen
Er loopt nu een onderzoek naar congestiemanagement in Noord-Holland. Dat komt erop neer dat bestaande bedrijven worden bezocht door Liander. Met het verzoek goed naar hun energieverbruik te kijken. Zijn er tijdstippen op de dag dat dit minder kan, dan kan die capaciteit worden teruggegeven - voor geld - aan Liander, die het voorts aan een ander bedrijf geeft dat juist op dat tijdstip een grote vraag kent. Op die manier kan de schaarste enigszins worden verdeeld.
2 reacties :
Er bestaat ook nog zoiets als 0 punt energie. Alleen de macht hebbers en zgn. Elite wilde er niet aan . Want dan kwam er geen duit meer in hun zaakje
Geen huizen, geen stroom, geen geld, maar dat maakt voor het importeren van halve of hele wilden uit Afrika geen verschil voor deze regering.
Een reactie posten