dinsdag 21 september 2021

Bonje tussen groot en klein

 Bonje tussen groot en klein LUIS IN DE PELS 


21-9-2021

Ledental vakbond zegt weinig over invloed 

Vakbonden hebben moeite om de gelederen te sluiten. In hun overleg met werkgevers ondervinden de grote bonden FNV, CNV Vakmensen en De Unie soms last van de kleine. Zo kon LBV in haar eentje collectieve arbeidsovereenkomsten maken voor de gehele uitzendbranche. „Wij stellen ons misschien wat pragmatischer op.” 
 Terwijl FNV, CNV Vakmensen en De Unie ijverden om er bij de werkgevers een collectieve loonsverhoging uit te slepen, nam Landelijke Belangen Vereniging - bouwjaar 1969, voortgekomen uit de Haven – een andere positie in. Nadat de grote bonden uit onvrede over de voortgang van de onderhandelingen hadden gestaakt, sloot LBV een akkoord met de werkgevers. Daardoor zitten alle uitzendkrachten tot 1 oktober vast aan oude loonafspraken die de grote bonden juist hadden willen vervangen door passende afspraken, gericht op het belang van de uitzendkrachten. 

Onafhankelijkheid

Om de invloed van zogenoemde ’gele vakbonden’ (zie bijgaand kader) te verkleinen, hoopt de FNV op modernisering van de regels voor afsluiting van cao’s. „Alleen bonden die de belangen van hun leden behartigen zouden dan cao’s mogen afsluiten. Daarbij gaat het om representativiteit en onafhankelijkheid”, stelt de woordvoerder. 

„De wedstrijd begint bij de wet”, vult Peter de Jong, cao-coördinator CNV Vakmensen, aan. Daaruit blijkt dat de macht van het getal niet zaligmakend is bij de afsluiting van cao’s. Zelfs de kleinste vakbond kan een akkoord voor de gehele sector sluiten. Op zich ziet De Jong de redelijkheid daarvan in, want ook zijn CNV telt in een aantal cao’s een bescheiden percentage van het totaal aantal werknemers. „Wel kunnen wij last hebben van overeenkomsten die buiten ons om zijn gesloten, zoals voor de uitzendbranche. Al denk ik dat de wal het schip keert. Ook werkgevers zullen de waarde inzien van akkoorden met een betrouwbare en representatieve onderhandelingspartner.” 

Draagvlak 

De vakbondsman neemt zijn eigen vakbond als voorbeeld. „Wij vertegenwoordigen onze leden. Voor beslissingen is een meerderheid van 50 procent plus een nodig. Die beslissingen kunnen ook belangen raken van werknemers die geen lid van een vakbond zijn. Om draagvlak te creëren, organiseren wij kennismomenten voor leden en niet-leden. Lidmaatschap van een vakbond is nu eenmaal niet verplicht.” 

Als grote niet-categoriale vakbond sluit CNV Vakmensen pas akkoorden met werkgevers als de belangen van de achterban zijn gewaarborgd. Daarbij tellen de belangen van alle werknemers die onder die cao vallen zeker mee. Dat op afsluiting van een cao een financiële bonus staat (afdracht van de werkgever) beïnvloedt De Jong geenszins. „Dat geld helpt bij de emancipatie van werknemers door ze te scholen in georganiseerd overleg. Daarin zijn wij transparant.” Dat kleine vakbonden zonder reserves de afdracht anders besteden, sluit hij niet uit. „Wie afhankelijk van zulke gelden wordt, wekt al snel de suggestie dat steun van een vakbond koopbaar is. De werkgeversbijdrage is voor CNV Vakmensen een tegemoetkoming in de kosten van vakbondsactiviteiten.” 

Onderhandelaar Marco Stavinga van LBV erkent het belang van afdrachten voor zijn vakbond, „maar geld is geen doel op zich. Wij moeten onze ongeveer 11.000 leden onder ogen komen met een onderhandelingsresultaat dat hun goedkeuring kan wegdragen.” Is dat het geval, dan vult de LBV bijvoorbeeld de stakingskas aan. „We mogen dan groeien als kleine vakbond, de organisatiegraad onder werknemers vind ik bedroevend.” 

Stavinga vermoedt dat LBV zich pragmatischer opstelt aan de onderhandelingstafel dan de grote vakbonden. „In Nederland hebben werkgevers de contractvrijheid om met elke officiële vakbond een cao’s af te sluiten. Daardoor kan LBV soms een spilfunctie vervullen. Onze mensen verzanden niet snel in politieke overwegingen of bestuurlijke procedures. Aan de andere kant zijn wij bij lang niet bij alle besprekingen aanwezig. Voor een belangrijke onderhandelingstafel zoals met de Sociaal Economische Raad zijn wij domweg te klein. Uit die ruif eten wij dus niet mee.” 

Uitbuiting 

Liever dan te zwartepieten met ’gele’ vakbonden, richt CNV-coördinator De Jong zijn pijlen op de werkgevers. Die zouden kleine vakbonden kunnen paaien met afdrachten, in ruil voor een magerder cao dan de grote vakbonden lief is. „Ooit zijn wij opgericht om ons te verzetten tegen uitbuiting van de werkende klasse. Anno 2021 doen vakbonden dat nog steeds, zij het in een andere vorm. Het werk is ook veranderd, met naast vaste banen ook flexwerk. Wie zich verzet tegen flexwerk doet hetzelfde als Don Quichot: vechten tegen windmolens. Voor een akkoord met uitzendwerkgevers streven wij naar een gelijk speelveld tussen flexwerkers en vast personeel. CNV Vakmensen komt op voor de belangen van de kwetsbaren: de uitzendkracht.” 

Het gaat vakbonden volgens De Jong niet uitsluitend om het winnen. „We onderhandelen met werknemers en andere bonden over wat goed is voor ons allemaal. We moeten elkaar vooral niet beconcurreren. Kleine vakbonden moeten wij vooral de ruimte gunnen om mee te praten en te participeren. Wegkijken is het slechtste antwoord. We moeten de belangen van de werkenden in het oog houden.” 

Tim Brouwer de Koning 

Organisatiegraad onder werknemers is bedroevend 

Wij stellen ons misschien wat pragmatischer op

_______________________________________



’Gele bond doet precies wat de werkgevers willen’ 

FNV noemt collega-vakbond LBV verwijtend een ’gele bond’. Daarmee doelt FNV op door de overheid in het leven geroepen schijnvakbonden, zoals die in het begin van de twintigste eeuw in Westerse landen opereerden. Met eigen cao-afspraken bedierven gele vakbonden de inspanningen van de traditionele ’rode’ vakbonden voor hun achterban. 

 „Tot een week voor haar ondertekening van de cao”, zegt een FNV-woordvoerder misnoegd, „onderschreef LBV de gezamenlijke vakbondsinzet van FNV, CNV Vakmensen en De Unie, om vervolgens met een ongewijzigde cao akkoord te gaan. Dat is tekenen bij het kruisje, precies wat de werkgevers willen. Gele bonden sluiten een cao vanwege het geld.” 

Toch hebben de LBV en de werkgevers formeel geen regel overtreden. Zodra een bond akkoord is kan dat leiden tot afspraken met verstrekkende gevolgen. Zo hebben de vakbonden, werkgevers en de minister van sociale zaken en werkgelegenheid het ooit afgesproken en staat het in de wet. 

De FNV pleit voor betere regels. Een-tweetjes tussen werkgevers en gele bonden die tegen betaling cao-afspraken kunnen maken ondermijnen het cao-stelsel. „Vakbonden die hun belangen behartigen in plaats van die van werknemers geven werkgevers de kans om te concurreren op arbeidsvoorwaarden.” 

De FNV stelt dat LBV altijd bereid is om voor geld een handtekening onder een cao te zetten. De kleine bond zou inmiddels 50 cao’s hebben getekend, vaak zonder de krabbel van FNV ernaast. Werkgevers dragen per afgesloten cao geld af aan de betrokken vakbond(en). Dus loont het voor LBV om het werkgeversbelang te dienen, vooral door als enige bond een afdracht te ontvangen. FNV kan zich met een goedgevulde stakingskas gemakkelijker onafhankelijk opstellen.

Noordhollands Dagblad

1 opmerking:

  1. Wij hebben ervaren dat de vakbond(en) er niet voor de leden is/zijn.

    Geloof het of niet, in een geschil met een werkgever die zijn personeel niet meer betaalde is het volgens de wet verplicht om te blijven werken, anders na 6 maanden geen uitkering. Ook de reiskosten moesten zelf betaald worden. De FNV gaf niet thuis en liet ons maar aanmodderen, gelukkig de Rechtsbijstand wel.
    Een goede Rechtsbijstand verzekering, in ons geval de UNIVE, is vele malen beter dan dat zooitje van de FNV. Over andere vakbonden kunnen we niet oordelen maar dat zal wel niet veel beter zijn.

    BeantwoordenVerwijderen