Shutterstock.











Auteur Daniel Wetzel (wetenschapsredacteur Welt, Duitsland).

Vertaling: Martien de Wit.

De recente sluiting van elf steenkoolcentrales blijkt voorbarig te zijn geweest. Eén grote elektriciteitscentrale moest sinds het begin van het jaar al zes keer opnieuw aan het net worden gekoppeld. Voor operator Uniper wordt leveringszekerheid een businessmodel.

De elektriciteitscentrale-exploitant Uniper werd ooit beschouwd als het afvalputje van de E.ON Groep. De voormalige marktleider E.ON heeft in 2016 alles wat niet paste in de energietransitie overgedragen aan het bedrijf uit Düsseldorf: met name fossiele energiecentrales, maar ook energiehandel en gaspijpleidingen, waaronder het Nord Stream 2-project.

Net zoals banken tijdens de financiële crisis hun slechte leningen aan ‘bad banks’ doorschoven om hun balans op te poetsen, werd Uniper, met zijn ruwweg 12.000 werknemers, de ‘bad bank’ van de energietransitie.

Vijf jaar later presenteert de onderneming zich echter verrassend groen en in topvorm: in tegenstelling tot de verwachtingen verkoopt het vermeende afvalputje geen fossiele rommel, maar een product waar vraag naar is en dat voortdurend in waarde stijgt: leveringszekerheid.

Het Finse energieconcern Fortum, dat inmiddels een meerderheidsbelang in Uniper heeft verworven, kan zich verheugen op een winstmachine in zijn portefeuille.

Hoe dan ook, Uniper’s CEO Andreas Schierenbeck sloot het uitzonderlijke jaar 2020 zelfs boven alle verwachtingen af: het aangepaste resultaat vóór rente en belastingen steeg met ongeveer 16% tot 998 miljoen euro. Uniper is voornemens een half miljard euro als dividend aan zijn aandeelhouders uit te keren.

Hoewel Uniper als ‘fossiele dinosaurus’ is geboren, zet het bedrijf zich ook al lang in voor de energietransitie, sluit het kolencentrales, investeert het in ‘hernieuwbare’ energie en waterstoftechnologie en streeft het ernaar om al in 2035 klimaatneutraal te zijn, eerder dan concurrent RWE.

“We hebben onszelf slanker gemaakt, onze operationele activiteiten geoptimaliseerd, de leveringszekerheid verbeterd, bestaande projecten veilig naar de eindstreep gebracht”, zegt Schierenbeck, CEO sinds 2019, bij het opmaken van de vijfjaarsbalans: “We hebben laten zien dat Uniper ‘levert’ in de ware zin van het woord.”

Dat energieproducenten leveren is in tijden van energietransitie niet langer vanzelfsprekend. Wind- en zonne-energiecentrales leverden niet tijdens enkele ‘Dunkelflauten’ in het begin van het jaar. Uniper moest zijn kolengestookte centrale in Heyden (Oost-Westfalen), die eigenlijk was stilgelegd, opnieuw op het net aansluiten om de Duitse elektriciteitsvoorziening te ondersteunen.

Dit voorval toont aan dat er vraag is naar het bedrijfsmodel van Uniper om de energietransitie veilig te stellen met behulp van betrouwbare noodstroomcentrales. In beginsel zet Uniper hiervoor zijn vloot van gasgestookte elektriciteitscentrales in, die in de loop der jaren zullen worden omgebouwd voor de verbranding van klimaatneutrale waterstof. Maar voorlopig zijn de kolengestookte centrales, die Uniper zelf wil opgeven, blijkbaar nog steeds onmisbaar.

Uniper heeft ook met succes deelgenomen aan de veiling voor ontmantelingssubsidies

Politiek gedreven door de Fridays For-Future protesten, had de Duitse federale regering zich laten meeslepen door een ambitieus plan voor het uitfaseren van steenkool: alleen al op 1 januari 2021 werden elf met steenkool gestookte elektriciteitscentrales met een totale capaciteit van 4,7 Gigawatt gesloten, en de exploitanten kregen een vergoeding voor het vervroegde stoppen.

Ook Uniper heeft met succes deelgenomen aan de veiling voor ontmantelingssubsidies en heeft, na de gunning van de opdracht door de Duitse Bundesnetzagentur, Heyden, de krachtigste steenkoolcentrale van Duitsland, op 1 januari 2021 stilgelegd – vijf jaar voor de eigenlijk geplande sluitingsdatum.

Te vroeg, zo blijkt nu. Volgens het Bundesnetzagentur is de kolengestookte centrale voorlopig wellicht onmisbaar om de elektriciteitsvoorziening te waarborgen. De centrale, die sinds de sluiting op nieuwjaarsdag continu in bedrijf is, moest sinds de jaarwisseling op verzoek van netbeheerder Tennet al zes keer opnieuw worden opgestart.

De eerste keer was op 8 januari, maar daarna ook tijdens de ‘Dunkelflauten’ op 30 januari en 27 februari. Tennet heeft de autoriteiten verzocht de grote elektriciteitscentrale als ‘systeemrelevant’ te classificeren.

De Uniper-groep, die al haar kolengestookte centrales in Duitsland wil sluiten met uitzondering van haar modernste eenheid, Datteln 4, moet de centrale in Heyden nolens volens stand-by houden. Hetzelfde geldt overigens voor een oude oliegestookte elektriciteitscentrale in de buurt van Ingolstadt, die Uniper kwijt wil, maar niet mag sluiten om redenen van netveiligheid.

Andere elektriciteitscentrales in de eerste sluitingsronde, waaronder de Moorburg-elektriciteitscentrale van Vattenfall in Hamburg en een centrale in Ibbenbüren, worden naar verluidt als ‘niet systeemrelevant’ beschouwd en zullen naar verwachting gesloten blijven.

Zoals echter door de Bundesnetzagentur wordt bevestigd, blijkt de uitstap uit de op steenkool gebaseerde elektriciteitsproductie ook elders moeilijk te zijn. Twee andere centrales die op 1 januari werden gesloten, zullen waarschijnlijk voor onbepaalde tijd in bedrijf moeten blijven: netbeheerder Amprion heeft de federale overheid verzocht de elektriciteitscentrale Walsum 9 van Steag en de elektriciteitscentrale Westfalen E van RWE als ‘systeemrelevant’ aan te merken en de eigenaars te verplichten ze te blijven exploiteren.

In deze gevallen gaat het echter niet om elektriciteitsproductie: de twee centrales beschikken met hun generatoren over grote, roterende vliegwielmassa’s die ‘reactief vermogen’ leveren om de frequentie in het elektriciteitsnet op peil te houden. Dit is een dienstverlening die in de loop van de energietransitie dringend nodig is als evenwichtsfactor in verband met de sterk fluctuerende levering van wind- en zonne-energie.

Afhankelijk van het testresultaat van de Bundesnetzagentur zou de centrale van Heyden kunnen worden overgeheveld naar de zogenaamde netreserve.

“Als een centrale nodig is om reactief vermogen te leveren, wordt deze, afhankelijk van de specifieke netwerksituatie op de locatie van de centrale, omgezet in een roterende faseverschuiver of wordt de centrale overgebracht naar de netwerkreserve voor spanningsgerelateerde redispatch,”

legde het agentschap uit, “De kosten voor het aanhouden van de centrale in de netwerkreserve en voor het omzetten in een roterende faseverschuiver worden gedragen door de afnemers van het netwerk, aangezien deze maatregelen dienen om een veilige en betrouwbare werking van het netwerk te waarborgen.”

Het Bundesnetzagentur benadrukt dat de betrokken elektriciteitscentrales in hun functie als netreserve – of reactieve stroomleverancier – nu nog slechts een kleine hoeveelheid steenkool verbranden:

“Bijgevolg daalt ook de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk voor systeemrelevante centrales en wordt het beoogde doel, namelijk de uitstoot verminderen, bereikt.”

Daniel Wetzel.

Maar toch. Dat de uitfasering van steenkool zo snel zou beginnen te sputteren, hadden de plannenmakers van de energietransitie blijkbaar niet zien aankomen. De volgende grote test voor de veiligheid van het systeem komt eind dit jaar, wanneer Grohnde, Brokdorf en Gundremmingen C, drie van de zes resterende kerncentrales in Duitsland, in één klap worden gesloten – naast de verdere sluitingen van kolengestookte centrales. De Duitse regering heeft al aanbestedingen uitgeschreven voor subsidies ten behoeve van het stilleggen van nog eens 1,5 Gigawatt.

***

* Met ‘Dunkelflaute’ wordt in de energiesector een periode aangeduid waarin weinig tot geen energie kan worden opgewekt door middel van wind en zonlicht, wegens gelijktijdig optredende duisternis en windstilte. Dunkelflaute is een van oorsprong Duitse term, waarin de woorden ‘Dunkelheit’ (duisternis) en ‘Flaute’ (weinig wind) worden samengevoegd.