Club van Rome: een lakei van politiek en economie
20-2-2021
Aardolie – een “hernieuwbare” grondstof?
Uit de oude doos.
Waarom er twijfel bestaat over de bestaande theorie.
Auteur: Udo Pollmer, wetenschappelijk leider van EU.L.E.
Vertaling: Piet van Veghel.
Onrust bracht het bericht van de NASA, dat op hemellichamen van het zonnestelsel overvloedig methaan aanwezig is, meren vol methaan, wolken die methaan laten regenen, bronnen waaruit methaan opborrelt, atmosferen van het brandgevaarlijke “klimaatgas” dus. De ruimteorganisatie doet nu onderzoek naar de evolutie van organisch materiaal in de diepten van het heelal. Daarom mag publiekelijk een vraag aan de orde gesteld worden, waarbij zelfs Nobelprijswinnaars tot nu toe tot zwijgen veroordeeld waren.
Het gaat om het eeuwenoude strijd over de vraag of fossiele brandstoffen zoals aardolie, aardgas en steenkool daadwerkelijk fossiel zijn, dan wel ontstaan zijn door een reactie in het binnenste der aarde. Alexander von Humboldt had al gepleit voor het laatste, maar ook Dimitri Mendelejev – de man van het periodiek systeem. Natuurlijk, het is algemeen bekend dat olie of kolen het resultaat zijn van afgestorven bossen of verzonken oer-zeeën, die onder druk van de erop afgezette lagen tot aardolie vloeibaar werden. Deze theorie wordt ondersteund door het feit dat aardolie niet weinig complexe moleculen bevat die typisch zijn voor levende organismen, en daarbij nog allerlei micro-organismen.
De ongelovige kan het met eigen ogen zien, bijvoorbeeld doordat men in de steenkoollagen complete boomstammen, takken en bladeren vindt. Bijna zo levensecht als wat aan het licht kwam bij de opgravingen in Pompeii , dat werd bedolven door een enorme vulkaanuitbarsting.
Wanneer de schijn bedriegt
Maar deze vondsten bewijzen precies het tegendeel, van wat onze schoolboeken beweren: want als het woud van destijds in de loop der eeuwen door geologische krachten tot steenkool zou zijn samengeperst, zouden er geen perfect bewaard gebleven structuren in te vinden zijn. Waarom zijn planten in hun natuurlijke staat versteend, maar is de stof eromheen steenkool, niets dan structuurloze steenkool? Wanneer er in het leisteen van de Messelgroeve afdrukken van een prehistorisch reptiel ontdekt worden, zal niemand op het idee komen om te beweren, dat dit het bewijs is dat leisteen zou bestaan uit geplette krokodillen.
Het handelt zich veeleer om een bos, dat door een geweldige natuurramp volgelopen is met aardolie die uit een spleet in de aarde is gelekt. bijvoorbeeld meteorietinslagen of vulkaanuitbarstingen. In de loop van de tijd veranderde de aardolie in steenkool door oxidatie met zuurstof.
Maar waar komt de aardolie dan vandaan? In de diepte heersen enorme temperaturen en enorme druk, de toestand van de materie is plasma. In plasma reageren de carbonaten in het gesteente rechtstreeks met water om koolwaterstoffen te vormen – met andere woorden, aardolie. Deze reactie werd in een laboratorium-experiment onder geweldige energetische druk gereproduceerd. In haar vereenvoudigde vorm staat zij bekend onder de naam Fischer-Tropsch-synthese, waarmee op industriële schaal benzine uit koolstof geproduceerd werd en nog altijd wordt. Onlangs lukte het daarmee rechtstreeks uit carbonaten aardgas te produceren met een hoog rendement. Omgekeerd benadrukt de Russische geoloog Nicolai Kudryavtsev is het niet mogelijk om in experimenten met planten of dieren een product als aardolie te produceren.
Verraderlijk methaan
De eenvoudigste koolwaterstof is methaan. Dit gas overal in de ondergrond voor, vandaar ook het succes van fracking. Via kleine scheurtjes in het gesteente, die met technische middelen worden verbreed, stijgt genoeg gas naar de oppervlakte zodat zich de winning loont. Er bevinden zich enorme hoeveelheden methaanhydraten op de oceaanbodem. Voorts zit methaan ingesloten in de permafrost. Het komt van onderen – niet van boven, zoals metingen op de zeebodem bewijzen. Wanneer het klimaatgas uiteindelijk in de atmosfeer belandt, wordt het in de bovenste lagen door hydroxylradicalen afgebroken, die door de UV-straling van de zon worden geproduceerd.
De methaanatmosferen van hemellichamen tonen aan dat er geen leven nodig is voor hun vorming. De ruimte zelf zit vol met aardolie – maar zeker niet omdat pterosauriërs de aarde verlieten richting Paardenkopnevel om zich daar te laten begraven.
Waar komen dan de complexe organische stoffen in aardolie vandaan? Dat is niets bijzonders, dergelijke verbindingen worden zelfs in meteorieten gevonden. Bovendien leven er in de diepten microben die ruwe olie als voedselbron gebruiken. Via hen komen allerlei “biologische” stoffen in de ‚petroleum‘ terecht, ofwel in de ‘rotsolie‘ zoals de Latijnse naam zegt.
Deze samenhangen waren in de voormalige USSR welbekend. Met name de Witrussische en Oekraïense instituten hebben de theorieën verder ontwikkeld om de energievoorziening van het land veilig te stellen. Dankzij dit onderzoek werd de USSR een belangrijke exporteur van aardgas en aardolie. Veel afzettingen zijn overigens ontstaan onder het primaire gesteente, dat werd gevormd in geologische tijden, toen het leven nog in het verschiet lag.
Club van Rome: een lakei van politiek en economie
In het Westen werd het onderwerp niet gemakkelijk in het openbaar aangesneden. Alleen de wereldberoemde Thomas Gold, een astrofysicus die het bestaan van zwarte gaten had voorspeld, durfde het aan om er een non-fictie boek over te schrijven:”The Deep Hot Biosphere“. Hij leidde overigens uit de geogene oorsprong van aardolie en aardgas in de aardkorst een frappante theorie af over het ontstaan van leven op aarde. Maar al zijn genialiteit zou de wereldberoemde genie niet baten. Het boek kreeg nauwelijks publieke belangstelling, zelfs de vakwereld brandden er niet graag hun vingers aan.
Dat is begrijpelijk. Aardolie moest belangrijke politieke doelen dienen: Eenmaal als belastingbron, omdat “fossiele” voorraden natuurlijk beperkt zijn, en door belasting “ontzien“ moeten worden. Vervolgens als pressiemiddel: wie bij de energiebron zit, waarvan de hele wereld denkt dat die weldra zal opdrogen, kan aan de prijsschroef draaien. En niet in de laatste plaats kan het worden gebruikt om oorlogen in olieproducerende landen te rechtvaardigen.
Volgens de veelgehoorde waarschuwing van de Club van Rome zijn alle aardolievelden in 2000 compleet leeggepompt. Nu moeten nieuwe doemscenario‘s worden verzonnen om de tot nu toe vrolijk opborrelende verworvenheden niet te verliezen.
***
Literatuur
Pety J, et al: The IRAM-30 m line survey of the Horsehead PDR. II. First detection of the l-C3H+ hydrocarbon cation. Astonomy & Anstrophysics 2012; 548: A68
Кропоткин ПН: Дегазация Земли и происхождение углеводородов. Бюллетень Московского общества испытателей природы. Отдел геологический 1985; 60 (Вып. 6): 3-18
Gold T: The Deep Hot Biosphere – the Myth of Fossil Fuels. Springer, New York 2001
Beck F: Was, wenn die abiotische Theorie über die Entstehung des Erdöls im Inneren der Erde stimmt? Zeitgeist-online.de 20. Dez 2010
Landgraeber W: Ein Jahrhundert industrieller Erdölgewinnung. Dinglers Polytechnisches Journal 1925; 340: 145-149
Cooper C, Riosa AC: Enantiomer excesses of rare and common sugar derivatives in carbonaceous meteorites. PNAS 2016; 113: E3322–E3331
Galvin DP et al: Evidence for perchlorates and the origin of chlorinated hydrocarbons detected by SAM at the Rocknest aeolian deposit in Gale Crater. Journal of Geophysical Research: Planets 2103; 118: 1955–1973
Guzmán-Marmolejo A, Segura A: Methane in the solar system. Boletín de la Sociedad Geológica Mexicana 2015; 67: 377-385
Sephton MA; Hazen RM: On the origins of deep hydrocarbons. Reviews in Mineralogy & Geochemistry 2013; 75: 449-465
Jagadeesan D et al: Direct conversion of calcium carbonate to C1–C3. RSC Advances 2013; 3: 7224–7229
Kenney JF et al: The evolution of multicomponent systems at high pressures: VI. The thermodynamic stability of the hydrogen–carbon system: The genesis of hydrocarbons and the origin of petroleum. PNAS 2002; 99: 10976-10981
Кудрявцев НА: Геологические доказательства глубинного происхождения нефти, Труды ВНИГРИ № 132, 1959; 242-262
Порфи́рьев ВБ: Условия образования нефти и нефтяных месторождений в республиках Средней Азии, Издательство ФАН УзССР, Ташкент. 1941;
Порфи́рьев ВБ: Inorganic Origin of Petroleum. American Association of Petroleum Geologists Bulletin 1974; 58: 3-33
Fu Q et al: Abiotic formation of hydrocarbons under hydrothermal conditions: constraints from chemical and isotope data. Geochimica et Cosmochimica Acta 2007; 71: 1982-1998
Foustoukoas DI, Seyfried WE: Hydrocarbons in hydrothermal vent fluids: the role of chromium-bearing catalysts. Science 2004; 304: 1002-1005
Hovland M et al: Characteristic features of pockmarks on the North Sea Floor and Scotian Shelf. Sedimentology 1984; 31: 471-480
Bron hier.
0 reacties :
Een reactie posten