MEER DEMOCRATIE
28-1-2021
Afgelopen
dinsdag heeft een meerderheid van de Eerste Kamer in eerste lezing ingestemd
met de grondwetswijziging – ingediend door Kamerlid Ronald van Raak (SP) –
die een bindend correctief referendum mogelijk maakt. Hiermee kunnen burgers
een poging doen om een zojuist aangenomen parlementaire wet te blokkeren. Na
de verkiezingen van 17 maart wordt het nogmaals in stemming gebracht (de
tweede lezing) waarbij een tweederde meerderheid geldt.
Torenhoge uitkomstdrempel
Het
gaat om een beperkt voorstel: de grondwet, de monarchie, de begroting,
belastingen en internationale verdragen zijn uitgezonderd. Die uitzonderingen
hadden van ons geschrapt mogen worden. Maar wat het voorstel voor ons echt
onverteerbaar maakt, is de torenhoge uitkomstdrempel die er op het laatste
moment op initiatief van de ChristenUnie in de Tweede Kamer is ingevoegd: een
referendum is alleen geldig als de meerderheid die tegenstemt, tegelijk ook
minimaal de helft van de opkomst bij de laatste Kamerverkiezingen bedraagt.
Die bedroeg 82%, dus moet minimaal 41% van alle kiesgerechtigden tegen een
wet stemmen.
Als
het aantal voor- en tegenstemmers relatief dicht bij elkaar ligt, zoals
meestal bij referenda, dan heb je dus een opkomst van wel 70 of 80 procent
nodig om een referendum te winnen. Dat is in de praktijk nagenoeg onhaalbaar.
Vrijwel alle gehouden referenda zouden hierdoor ongeldig worden verklaard.
Dat levert niet alleen veel frustratie en cynisme onder grote groepen kiezers
op, maar zou het referendum ook van zijn preventieve werking ontdoen: als
politici weten dat een succesvol referendum haast onmogelijk is, hoeven ze
ook geen moeite te doen om breed draagvlak voor hun beleid te zoeken. En als
deze drempel eenmaal in de grondwet terecht komt, krijg je hem er haast niet
meer uit.
Novelle voor verbetering
Als
Meer Democratie hebben we er alles aan gedaan om de uitkomstdrempel eruit te
halen. Dat was mogelijk, want hoewel de Eerste Kamer geen recht van
amendement heeft, kan ze wel een novelle eisen: dan stuurt de Tweede Kamer
een wijzigingsvoorstel en stelt de Eerste Kamer tot dat moment de stemming
uit. Ondersteund door 5.000 burgers die onze oproep tekenden (indien u
getekend heeft, nogmaals hartelijk dank!) stuurden we een open
brief aan alle senatoren om zo’n novelle te regelen, we belden met
journalisten, kregen een opiniestuk
in Trouw, en in de afgelopen weken belden en appten we met individuele
senatoren van links tot rechts.
Daarmee
hebben we heel wat in beweging gebracht. Het debat in de Eerste Kamer op 19
januari draaide
volledig om de torenhoge uitkomstdrempel. Vrijwel alle partijen die
het referendum in principe steunen, hadden er grote kritiek op
("nepreferendum", "fopspeen", "killer
amendement van de ChristenUnie"). Laat op de avond dienden 4
partijen een motie in om een novelle te eisen voor het weghalen van de
uitkomstdrempel: PvdA, GroenLinks, de fractie-Otten en 50PLUS.
Toen
ons in de dagen daarop duidelijk werd dat die motie geen meerderheid zou
krijgen, hebben we de voorstanders van het referendum opgeroepen om in dat
geval tegen de grondwetswijziging te stemmen. Dat viel ons hard, maar we zijn
ervan overtuigd dat dit voorstel, indien aangenomen, een onwerkbaar
referendum voor lange tijd in steen zou beitelen in de grondwet. Als de
indieners van de motie – tenminste PvdA, GroenLinks en een van beide andere
indieners – voet bij stuk zouden houden en tegen zouden stemmen, dan was het
einde verhaal voor deze grondwetswijziging.
Uur van de waarheid
Afgelopen
dinsdag was het
uur van de waarheid. De motie voor een novelle werd naast de indieners
gesteund door Forum voor Democratie en de Partij voor de Dieren – en kreeg
dus geen meerderheid. In de daaropvolgende eindstemming bleek dat van de
referendumvoorstanders alleen de PvdA en GroenLinks voet bij stuk hielden en
tegenstemden. Daarmee werd de grondwetswijziging nipt aangenomen.
De
andere pro-referendumpartijen maakten de afweging “beter iets dan niets”. Het
lag er ook dik bovenop dat sommige partijen niet in de media de zwarte piet
toegespeeld wilden krijgen dat zij het referendum de nek om hadden gedraaid.
Weer andere partijen klampten zich vast aan de strohalm waar ook indiener Van
Raak zich aan vasthield: dat referenda “zoveel mogelijk” kunnen worden
gecombineerd met de Kamerverkiezingen, of dat een bindend referendum kan
werken als een raadgevend referendum als de uitkomstdrempel niet wordt
gehaald. In beide gevallen gaat het volgens ons om wensdenken, maar al met al
trok het net voldoende fracties over de streep. Dit
artikel op GeenStijl vat de discussie goed samen.
Hoe nu verder?
Wat
ons betreft is de grootste winst van deze ontwikkelingen dat er niet alleen
rekening moet worden gehouden met de partijen die het referendum niet of
alleen met torenhoge drempels willen – zoals de ChristenUnie –, maar ook met
de voorstanders die zulke hoge drempels niet accepteren. Een referendum heeft
alleen zin als het werkbaar is – anders werkt het averechts omdat het alleen
tot frustratie en de politieke dood van het instrument leidt.
Na
de verkiezingen komt de tweede lezing van dit voorstel, en dan is een
tweederde meerderheid in beide Kamers vereist. Zoals de peilingen en de
politieke verhoudingen nu liggen, zal die er niet zijn. Alleen als het
bindende referendum op eis van pro-referendumpartijen onderdeel wordt van het
coalitieakkoord, kan het er komen. Maar op onze steun kan het alleen rekenen
als er een manier wordt gevonden om – minimaal – die torenhoge
uitkomstdrempel eruit te halen. Wij blijven zoeken naar manieren om dat voor
elkaar te krijgen.
Niesco
Dubbelboer
Arjen Nijeboer
Sasha Trifkovic
Afgelopen dinsdag heeft een meerderheid van de Eerste Kamer in eerste lezing ingestemd met de grondwetswijziging – ingediend door Kamerlid Ronald van Raak (SP) – die een bindend correctief referendum mogelijk maakt. Hiermee kunnen burgers een poging doen om een zojuist aangenomen parlementaire wet te blokkeren. Na de verkiezingen van 17 maart wordt het nogmaals in stemming gebracht (de tweede lezing) waarbij een tweederde meerderheid geldt. Torenhoge uitkomstdrempel Het
gaat om een beperkt voorstel: de grondwet, de monarchie, de begroting,
belastingen en internationale verdragen zijn uitgezonderd. Die uitzonderingen
hadden van ons geschrapt mogen worden. Maar wat het voorstel voor ons echt
onverteerbaar maakt, is de torenhoge uitkomstdrempel die er op het laatste
moment op initiatief van de ChristenUnie in de Tweede Kamer is ingevoegd: een
referendum is alleen geldig als de meerderheid die tegenstemt, tegelijk ook
minimaal de helft van de opkomst bij de laatste Kamerverkiezingen bedraagt.
Die bedroeg 82%, dus moet minimaal 41% van alle kiesgerechtigden tegen een
wet stemmen. Als
het aantal voor- en tegenstemmers relatief dicht bij elkaar ligt, zoals
meestal bij referenda, dan heb je dus een opkomst van wel 70 of 80 procent
nodig om een referendum te winnen. Dat is in de praktijk nagenoeg onhaalbaar.
Vrijwel alle gehouden referenda zouden hierdoor ongeldig worden verklaard.
Dat levert niet alleen veel frustratie en cynisme onder grote groepen kiezers
op, maar zou het referendum ook van zijn preventieve werking ontdoen: als
politici weten dat een succesvol referendum haast onmogelijk is, hoeven ze
ook geen moeite te doen om breed draagvlak voor hun beleid te zoeken. En als
deze drempel eenmaal in de grondwet terecht komt, krijg je hem er haast niet
meer uit. Novelle voor verbetering Als
Meer Democratie hebben we er alles aan gedaan om de uitkomstdrempel eruit te
halen. Dat was mogelijk, want hoewel de Eerste Kamer geen recht van
amendement heeft, kan ze wel een novelle eisen: dan stuurt de Tweede Kamer
een wijzigingsvoorstel en stelt de Eerste Kamer tot dat moment de stemming
uit. Ondersteund door 5.000 burgers die onze oproep tekenden (indien u
getekend heeft, nogmaals hartelijk dank!) stuurden we een open
brief aan alle senatoren om zo’n novelle te regelen, we belden met
journalisten, kregen een opiniestuk
in Trouw, en in de afgelopen weken belden en appten we met individuele
senatoren van links tot rechts. Daarmee
hebben we heel wat in beweging gebracht. Het debat in de Eerste Kamer op 19
januari draaide
volledig om de torenhoge uitkomstdrempel. Vrijwel alle partijen die
het referendum in principe steunen, hadden er grote kritiek op
("nepreferendum", "fopspeen", "killer
amendement van de ChristenUnie"). Laat op de avond dienden 4
partijen een motie in om een novelle te eisen voor het weghalen van de
uitkomstdrempel: PvdA, GroenLinks, de fractie-Otten en 50PLUS. Toen
ons in de dagen daarop duidelijk werd dat die motie geen meerderheid zou
krijgen, hebben we de voorstanders van het referendum opgeroepen om in dat
geval tegen de grondwetswijziging te stemmen. Dat viel ons hard, maar we zijn
ervan overtuigd dat dit voorstel, indien aangenomen, een onwerkbaar
referendum voor lange tijd in steen zou beitelen in de grondwet. Als de
indieners van de motie – tenminste PvdA, GroenLinks en een van beide andere
indieners – voet bij stuk zouden houden en tegen zouden stemmen, dan was het
einde verhaal voor deze grondwetswijziging. Uur van de waarheid Afgelopen
dinsdag was het
uur van de waarheid. De motie voor een novelle werd naast de indieners
gesteund door Forum voor Democratie en de Partij voor de Dieren – en kreeg
dus geen meerderheid. In de daaropvolgende eindstemming bleek dat van de
referendumvoorstanders alleen de PvdA en GroenLinks voet bij stuk hielden en
tegenstemden. Daarmee werd de grondwetswijziging nipt aangenomen. De
andere pro-referendumpartijen maakten de afweging “beter iets dan niets”. Het
lag er ook dik bovenop dat sommige partijen niet in de media de zwarte piet
toegespeeld wilden krijgen dat zij het referendum de nek om hadden gedraaid.
Weer andere partijen klampten zich vast aan de strohalm waar ook indiener Van
Raak zich aan vasthield: dat referenda “zoveel mogelijk” kunnen worden
gecombineerd met de Kamerverkiezingen, of dat een bindend referendum kan
werken als een raadgevend referendum als de uitkomstdrempel niet wordt
gehaald. In beide gevallen gaat het volgens ons om wensdenken, maar al met al
trok het net voldoende fracties over de streep. Dit
artikel op GeenStijl vat de discussie goed samen. Hoe nu verder? Wat
ons betreft is de grootste winst van deze ontwikkelingen dat er niet alleen
rekening moet worden gehouden met de partijen die het referendum niet of
alleen met torenhoge drempels willen – zoals de ChristenUnie –, maar ook met
de voorstanders die zulke hoge drempels niet accepteren. Een referendum heeft
alleen zin als het werkbaar is – anders werkt het averechts omdat het alleen
tot frustratie en de politieke dood van het instrument leidt. Na
de verkiezingen komt de tweede lezing van dit voorstel, en dan is een
tweederde meerderheid in beide Kamers vereist. Zoals de peilingen en de
politieke verhoudingen nu liggen, zal die er niet zijn. Alleen als het
bindende referendum op eis van pro-referendumpartijen onderdeel wordt van het
coalitieakkoord, kan het er komen. Maar op onze steun kan het alleen rekenen
als er een manier wordt gevonden om – minimaal – die torenhoge
uitkomstdrempel eruit te halen. Wij blijven zoeken naar manieren om dat voor
elkaar te krijgen. Niesco
Dubbelboer |
|
0 reacties :
Een reactie posten