De kosten worden hiermee gesocialiseerd, de winsten geprivatiseerd.
De RES-plannen voor Brabant West: daar gáát uw vakantiegeld.
22 december 2020
In de Regionale Energiestrategie toont het lokaal bestuur hoe zij invulling denken te geven aan de opgave van het Rijk voor het invoeren van hernieuwbare energiebronnen. De concept-RES is een document dat vooruitloopt op de definitieve RES en die in 2020/2021 door het PBL zal worden “doorgerekend”.
De Groene Rekenkamer verrichtte een zogeheten Quick Scan (QS) om statenleden, gemeenteraadsleden en nieuwsgierige burgers bij te staan in hun beoordeling van dergelijke documenten die in de zomer van 2020 zijn verschenen. Vandaag publiceerde zij de tweede Quickscan, betreffende de plannen van de regio West-Brabant, volgend op een eerder rapport voor Noordoost Brabant.
De Groene Rekenkamer is een onafhankelijke stichting die overheden controleert met cijfermatige analyses. De Quick Scan is opgesteld op verzoek van de statenfractie van het Forum voor Democratie die vertegenwoordigd is in het provinciebestuur.
Het was opvallend dat er nog weinig cijfermatig materiaal was opgenomen in de concept-RES, het is zelfs zo dat een “achtergrondrapport” waarvan melding werd gemaakt, niet beschikbaar bleek gedurende de beoordelingsperiode. Gezien deze tekortkoming is vooral beoordeeld werd of de opstellers van het rapport een goed begrip toonden van de problematiek van de energievoorziening.
Het QS rapport is opgebouwd aan de hand van een zestal hoofdconclusies op de gebieden inhoudelijkheid, bestuurlijke criteria, draagvlak, geldstromen, technisch realiteitsgehalte en warmtepotentie. Centraal in de RES West Brabant blijkt te staan dat er draagvlak gecreëerd dient te worden, waarover de inleiding in het QS-rapport op voorhand stelt:
Uit de beoordeling van deze RES, en het eerdere onderzoek door de GRK van de RES van de regio Noordoost Brabant blijkt als fundamenteel probleem dat het Rijk de regio’s energie opwekdoelstellingen oplegt die niet vooraf op haalbaarheid en kostenconsequenties getoetst zijn. Omdat deze doelstellingen niet ter discussie staan worden de nadelige consequenties ervan binnen de RES kennelijk als niet relevant beoordeeld.
De problematiek verschuift hierdoor naar het creëren van ‘draagvlak’, het overhalen van de inwoners van de regio om de kennelijk onvermijdelijk geachte nadelen maar te accepteren.
Een vaak gehoorde en ook realistische eis aan de energietransitie – en voorwaarde voor acceptatie van plannen – is dat zij “haalbaar en betaalbaar” dient te zijn. Deze twee criteria waren bij voortdurend leidend bij het beoordelen van de plannen.
In het kort gezegd, is de ambitie om de gemiddelde elektriciteitsproductie voor ruim 30% te laten bestaan uit zonne- en wind-energie. Zie de samenvatting van de RES in de figuur. Een dergelijke hoeveelheid blijkt volgens een schatting van DGRK te resulteren in ruim 100% overproductie bij piekproductie, terwijl er ongeveer 40% geïmporteerd zal moeten worden bij windstille en bewolkte omstandigheden. Dat is het gevolg van het ontbreken van opslagmogelijkheden voor elektriciteit. De RES benoemt deze problematiek in het geheel niet.
Deze fundamentele kenmerken van weersafhankelijke stroom zouden van grote invloed zijn op de financiële, economische levensvatbaarheid van de installaties. Het is te verwachten dat die slechts zal drijven op structureel aanwezige subsidies. Omdat een kosten-baten analyse in het geheel ontbreekt, heeft DGRK een ordegrootte schatting opgenomen in de QS. Hieruit blijkt dat de plannen kostbaar zullen uitvallen voor de burgers. Dit leidt tot een veelzeggende algemene vaststelling:
Het zal duidelijk zijn dat als dit model opgaat voor alle 30 RES regio’s (en waarom niet?) de inwoners van de regio uiteindelijk hun eigen SDE+ bedragen zullen genereren, die dan grotendeels ten goede komen aan degenen die de financiële ruimte hebben om te investeren in deeleigendom van een burger energiecoöpe- ratie. De kosten worden hiermee gesocialiseerd, de winsten geprivatiseerd.
Een snelle schatting van enkele van de meer directe kostenposten die al wel te schatten zijn (een rapport van de Noordelijke Rekenkamer blijkt daarbij zeer nuttig), levert voor de regio een bedrag van €200 miljoen per jaar – ofwel circa €350,- per inwoner per jaar. Dit is nog afgezien van indirecte kosten die gemoeid zijn met netverzwaring en het inpassen van de wild fluctuerende hoeveelheden stroom, waarbij het aanbod tot overschotten leidt als alle andere regio’s (en buurlanden) dat eveneens hebben.
Deze en andere conclusies en de onderbouwing ervan zijn na te lezen in het rapport dat u hier kosteloos kunt downloaden:
Vervolganalyse
Om een nader kwantitatief oordeel te geven over de plannen van de energieregio West Brabant, wordt een nadere analyse aanbevolen. Hierin wordt ook nader onder de loep genomen of de verwachtingen van zon- en windopbrengst reëel is ingeschat en energietechnisch kunnen worden ingeschat. En, als de aanname dan is dat opslag dat mogelijk zal kunnen maken, wat zijn dan de gevolgen voor de hoeveelheid bruto benodigde energie en kosten die met conversie gemoeid zijn? Maar ook: hoe veel ruimte is er eigenlijk welbeschouwd beschikbaar in een druk bevolkte regio als West Brabant?
RES in Beeld
Wij wijzen u graag op het bestaan van deze website waar visualisering wordt geboden van de plannen, evenals assistentie met WOB-verzoeken voor bezorgde burgers.
Er komen 1000-en windturbines en zonnevelden.
“RES in Beeld” laat zien wat dat voor uw omgeving betekent.
Waar komen de windturbines en zonne-akkers? Kijk bij “Mijn RES regio” en zoek uw gemeente. Wij maken afbeeldingen van de toekomst door windturbines en zonnevelden in foto’s en video’s te plaatsen.
Uw gemeenteraad beslist over de plekken voor die windturbines en zonnevelden. Hoe heeft u invloed?
0 reacties :
Een reactie posten