Wetenschappers worden nu ergens in een consensushok gestopt en er wordt van ze verwacht niet uit dat hok te stappen (‘groupthink’).
CLINTEL – Open brief aan KNAW
Van Prof. Dr. Ir. A. J. (Guus) Berkhout
Emeritus-hoogleraar Geofysica
Lid v/h Domein Natuur- en Technische Wetenschappen
President van CLINTEL
Den Haag, 29 oktober 2020
Aan Prof. Dr. I. (Ineke) Sluiter
President Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)
Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29
1011 JV Amsterdam
Beste Ineke,
Dank voor je antwoord op mijn open brief van 11 juni 2020. Ik zie in jouw reactie geen enkele verontrusting over het ontbreken van vrijheid en openheid in de klimaatwetenschappen en dat had ik niet verwacht.
Eigen ervaringen en informatie uit ons internationale wetenschappelijke netwerk laten wel degelijk een ongewenste ontwikkeling zien, die schadelijk is voor de reputatie van de wetenschap. Die ontwikkeling vraagt om bezinning en actie.
Veronderstel dat het klimaatonderzoek weer voornamelijk gedreven zou worden door wetenschappelijke nieuwsgierigheid, dan zou het stellen van kritische vragen over veronderstelde zekerheden weer welkom zijn, dan zouden er ook veel meer disciplines welkom zijn om gezamenlijk die vragen te beantwoorden, dan zouden we veel meer naar het klimaatverleden van de aarde gaan kijken, dan zouden we ook veel meer gaan investeren in nieuwe meetsystemen, enz., enz.
Wetenschappers worden nu ergens in een consensushok gestopt en er wordt van ze verwacht niet uit dat hok te stappen (‘groupthink’). Hoe is het bijvoorbeeld mogelijk dat de enorme complexiteit van de aardse klimaatverandering door de ‘group’ wordt voorgesteld door een simpele één-dimensionale (1D) relatie. Het gevolg van deze vergaande wetenschappelijke versimpeling is dat de politiek er heilig van overtuigd is geraakt dat ze klimaatverandering kunnen sturen met meer of minder antropogene CO2. Is dat niet verontrustend?
In het onderstaande wil ik informatie met je delen over de toenemende verharding in het wetenschappelijke klimaatdebat en het falende kwaliteitsborgingssysteem om dat in goede banen te leiden. Dat laatste is niet alleen zichtbaar in de klimaatwetenschappen, maar zien we ook in andere wetenschapsgebieden optreden. Aan de hand daarvan kom ik met een tweeledig voorstel.
Het klimaatonderzoek
De grote zorg in de wetenschappelijke kringen van CLINTEL is dat klimaatmodellen nog in een te onvolwassen fase zitten om als betrouwbaar instrument in het klimaatbeleid van de overheid te worden gebruikt. Dat laten de ruwe modelvoorspellingen al dertig jaar lang ondubbelzinnig zien. Natuurlijk hebben IPCC-wetenschappers gelijk dat als de metingen eenmaal bekend zijn er allerlei correcties kunnen worden uitgevoerd op de modelresultaten, maar dat is achteraf.
Het gaat bij klimaatbeleid om de validiteit van voorspellingen, dus vooraf en zonder correcties. En die voorspellingen geven structureel een veel te hoge opwarming aan, met als gevolg disproportionele klimaatmaatregelen van de overheid en paniekreacties bij de burger. CLINTEL vindt dat wetenschappers de morele plicht hebben de samenleving te waarschuwen voor de grote modelonzekerheden waar we in het klimaatonderzoek mee te maken hebben. Dat waarschuwingssysteem bestaat nu niet.
Voorstel open klimaatonderzoek
Gezaghebbende onderzoekers, universitaire besturen en overkoepelende wetenschappelijke organisaties zouden zich in ieder geval moeten uitspreken tegen het huidige groepsdenken:
1. De suggestie dat de klimaatwetenschap ‘eruit’ zou zijn (‘The Science is Settled’);
2. Het kritiekloos leunen op de huidige klimaatmodellen;
3. Het uitsluiten van wetenschappers met een andere klimaatvisie.
Bovendien zou er een vrije en open wetenschappelijke discussie moeten worden gestimuleerd over tenminste de volgende klimaatthema’s:
1. Validatie van de gebruikte klimaatmodellen (hier is nog niet eens een protocol voor!);
2. Variërende zoninstraling en de bijdrage daarvan aan klimaatverandering (denk hierbij vooral aan de ingewikkelde rol van wolken);
3. Variaties in de golfstromen, zoals de North Atlantic Oscillation, en de invloed daarvan op klimaatverandering;
4. Aandeel atmosferische CO2 in mondiale opwarming (effect van saturatie);
5. Realiteitsgehalte van de alarmerende IPCC-scenario’s;
6. Dubieuze duurzaamheid van biobrandstoffen, windparken en zonneakkers;
7. Nieuwe vormen van nucleaire energie als energiebron van de toekomst.
Ik stel voor om samen met de KNAW een (inter)nationale Red Team – Blue Team bijeenkomst te organiseren, waarin beide teams hun wetenschappelijke standpunten naar voren kunnen brengen. Daarmee zouden we de start kunnen geven van een nieuw tijdperk in de klimaatwetenschappen: Audiatur et altera pars.
Kwaliteitsborging
Het ongestoord kunnen gebruiken van onjuiste wetenschappelijke groepsmodellen zien we niet alleen in het klimaatonderzoek. Op dit moment is er een brede crisis in de beoordeling van wetenschappelijk onderzoek door een falend zelfreinigend Quality Assurance systeem. Het aantal nieuwe tijdschriften en wetenschappelijke
publicaties is ons boven het hoofd gegroeid. We zien steeds meer waarschuwingen dat in toenemende mate onderzoeksresultaten niet gerepliceerd kunnen worden en geschat wordt dat ongeveer de helft van de artikelen met onjuiste conclusies komt.
De wetenschap heeft dus een groot probleem: het peer-review systeem kraakt aan alle kanten. Publicaties bouwen voort op de resultaten van voorgaande artikelen en als die resultaten daarvan niet te vertrouwen zijn, dan ontspoort het wetenschappelijke systeem. Als een dwarsdenker deze keten van onjuiste artikelen wil stoppen, wordt hem dat niet in dank afgenomen. Immers, zo’n keten van peer-reviewed artikelen houdt zichzelf in stand door andersdenkenden met consensusargumenten te weren. De eenling verliest het van de group-thinking.
We zien dat duidelijk in de klimaatwetenschap, al decennia lang. Extra verontrustend hierbij is dat er in de universitaire wereld steeds meer argumenten naar voren komen die weinig met wetenschap te maken hebben. Zie
bijvoorbeeld in Nederland het Nationaal Actieplan voor Diversiteit en Inclusie, waarin minister Van Engelshoven beoogt niet-wetenschappelijke criteria te laten meewegen bij de beoordeling van onderzoek, onderzoekers en onderzoeksinstituten (accreditatie). Maar het zou in de wetenschap toch alleen om talent en kwaliteit moeten gaan, onafhankelijk van ideologische of politieke motieven?
Voorstel kwaliteitsborging
Er is bezinning nodig om het systeem van wetenschapsbeoefening te verbeteren in brede zin. De onoverzichtelijke stroom aan dubieuze artikelen, de ernstige gebreken in het peer-review systeem, de toenemende invloed van group-thinking, de benarde situatie van dwarsdenkers, het toelaten van niet-wetenschappelijke criteria, enz.
We moeten niet wegkijken, maar de durf hebben het aan te pakken. In CLINTEL zijn we internationaal met concrete ideeën bezig hoe we het beoordelingssysteem van wetenschappelijk onderzoek en de daaruit voortvloeiende
wetenschappelijke publicaties aanzienlijk kunnen verbeteren. We willen ons initiatief liefst in samenwerking met de Academies van Wetenschappen uitwerken.
De KNAW zou hierin een leidende rol kunnen spelen. Ondertussen gaan wij wel door, omdat met de onwaarachtige wetenschappelijke consensus over klimaatverandering veel schade wordt aangericht in de samenleving.
Waarde Ineke, ik laat het hierbij. Jij bent nu in een unieke positie om beide problemen aan te pakken, of tenminste bespreekbaar te maken. Laat me weten wat je van mijn voorstellen vindt en hoe we daarin elkaars activiteiten kunnen versterken.
Met collegiale groet,
Guus Berkhout
PS. Een interessante optie zou zijn om deze brief door te sturen naar alle KNAW-collega’s en te vragen wat hun persoonlijke mening is over deze belangrijke onderwerpen. Dat zou de interactie tussen de leden een vruchtbare stimulans kunnen geven.
0 reacties :
Een reactie posten