De provincie Noord-Holland smeedt plannen voor de aanleg van een reusachtige zonneweide in de gemeente Koggenland. Dit ter vervanging van het bedrijventerrein Distriport dat nimmer van de grond is gekomen.
Op zich is dat, qua milieu en duurzaamheid, een prima invulling. Hoewel ook daar kanttekeningen bij te plaatsen zijn. Want 66 hectare vruchtbare landbouwgrond 25 jaar lang opofferen aan collectoren, roept vooral bij landbouwers de nodige vraagtekens op.
Vooropgesteld dat er toch consensus wordt bereikt over de inrichting van een zonnepark. Dan moeten betrokken partijen van meet af aan duidelijke afspraken maken over fundamentele zaken. Provincie, gemeente en niet in de laatste plaats een vertegenwoordiging van bewoners moeten zaken regelen en zwart op wit vastleggen. Over de exacte invulling van het park, het beheer, de verdeling van verantwoordelijkheden en aan wie (of wat) de opbrengst ervan ten goede komt.
Die laatste component heeft in de gemeente Hollands Kroon desastreus uitgepakt. Er gaat volgens critici geen kilowattuur stroom van de windturbines naar huishoudens maar stroomt linea recta richting de grote datacenters die langs de A7 zijn neergestreken. Langs diezelfde A7 wilde Nuon enkele jaren geleden een kleinschalig zonnepark bouwen, pal achter partycentrum La Mère Anne bij Oudendijk. Tussen de bestaande windturbines wilde de energiemaatschappij een zonneweide aanleggen. Daar ging de raad Koggenland niet mee akkoord. Om de eenvoudige reden dat Nuon niet kon (of wilde?) garanderen dat direct omwonenden zouden delen in de opbrengst van door zon opgewekte elektriciteit. De politiek stak er een stokje voor. Dat getuigt van moed en diezelfde opstelling verwacht de burger (lees ook kiezer) nu ook bij de komst van het zonnepark aan de Jaagweg bij Berkhout. Anders dreigt hier ’een tweede Wieringermeer’, waarvoor het platform Koggenland Energie Neutraal terecht waarschuwt.
Noordhollands Dagblad
0 reacties :
Een reactie posten