Banken vinden een gebouwgebonden financiering, een lening om koopwoningen te verduurzamen, dusdanig complex dat zij deze niet aan consumenten willen aanbieden. Dat meldt minister Ollongren aan de Tweede Kamer.
In het Klimaatakkoord is opgenomen dat gebouwgebonden financiering mogelijk zou worden gemaakt door aanpassing van het Burgerlijk Wetboek. De gebouwgebonden financiering is een lening die direct gekoppeld is aan de woning in plaats van aan de persoon. Nader onderzoek heeft volgens minister Ollongren nu uitgewezen dat het uitgangspunt van volledig automatische overgang van financiering van eigenaar op eigenaar – zonder dat de kredietwaardigheid van de koper getoetst wordt – niet mogelijk is.
2 juridische varianten
‘In het wetgevingstraject is voor 2 juridische varianten onderzocht of en onder welke voorwaarden kredietverstrekkers een aantrekkelijk product kunnen aanbieden en hoe gebouwgebonden financiering kan worden ingepast in bestaande wet- en regelgeving’, schrijft Ollongren aan de Tweede Kamer. ‘Daarbij is gebleken dat het uitgangspunt van gebouwgebonden financiering, namelijk bij verkoop van de woning volledig automatische overgang van de financiering van eigenaar op eigenaar zonder krediettoets, niet zonder meer is te realiseren. Dit volgt uit Europese en nationale wet- en regelgeving rond kredietverlening en de rechten van consumenten en de zorgplicht die kredietverstrekkers hebben. Uit intensief overleg met kredietverstrekkers is vervolgens naar voren gekomen dat commerciĆ«le kredietverstrekkers naar verwachting niet in staat zullen zijn een product aan te bieden dat voldoende aantrekkelijk is ten opzichte van bestaande financieringsopties voor verduurzaming.’
De overdraagbaarheid van de financiering en de operationele processen die de kredietverstrekker moet inrichten om de koper van de woning als nieuwe klant te accepteren, maken het product complex, wat volgens de minister zorgt voor hoge ontwikkel- en operationele kosten. ‘Overdraagbaarheid zorgt tevens voor een hoog renterisico en duurdere funding. Dit vertaalt zich in een product met een hogere rente. In combinatie met het feit dat gebouwgebonden financiering niet fiscaal gefaciliteerd zal worden, maakt dit dat het product onvoldoende aantrekkelijk zal zijn voor consumenten in vergelijking met bijvoorbeeld de hypotheek.’
Alternatief via Nationaal Warmtefonds
Banken hebben de minister dus laten weten dat het product zo complex is dat een commercieel ggf-product niet mogelijk is. Daarom heeft Ollongren besloten gebouwgebonden financiering verder te ontwikkelen in het publieke domein. Zij heeft het Nationaal Warmtefonds gevraagd te onderzoeken onder welke voorwaarden zij een gebouwgebonden financiering kunnen ontwikkelen en aanbieden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten