De coronacrisis mag dan wel ernstig zijn, we komen er wel door.
22-9-2020
Energie : de zelfgemaakte crisis
Een gastbijdrage van dr.-fysicus Gerard De Beuckelaer (België).
Bron: Pjotrs dwarsliggers (België).
De coronacrisis mag dan wel ernstig zijn, we komen er wel door. De energiecrisis die op ons afkomt, zal voor onze nakomelingen van een heel andere orde zijn. Niet alleen onze economie en onze welvaart staan op het spel, ook de maatschappelijke ontwrichting mét mogelijks felle reacties van de straat zijn voorspelbaar.
Het is een kwestie van tijd tot de werkende middenklasse en de kansarmen zullen beseffen dat zij de eerste en ergste slachtoffers zullen zijn van het ontspoorde energiebeleid van de EU én onze eigen regeringen.
Lees maar even mee.
Apocalyps
Indien wij onze media zonder meer zouden geloven, wat ik uiteraard absoluut niet aanbeveel, krijgen we een nogal deprimerend beeld van de wereld. We worden langs alle kanten belaagd door een zeer divers sortiment van in overdosis oprukkende catastrofen en crisissen, die bovendien ook nog door ons, homo sapiens, zelf veroorzaakt zijn.
De wereld gaat niet enkel naar de verdoemenis, maar ze doet dat ook nog “door mijn schuld, door mijn grote schuld, door mijn allergrootste schuld”.
Wanneer we naar de feiten kijken, wat jammer genoeg steeds minder mensen kunnen en willen doen, blijkt het gelukkig allemaal zo’n vaart niet te lopen. Die doemverhalen zijn meestal niet meer dan enkel maar dat: doemverhalen. Ze worden geboren uit een onzalig mengsel van slordig wetenschappelijk werk, oververhitte fantasie en dubieuze politieke aspiraties. Ze verspreiden zich als een lopend vuurtje in de maatschappij door sensatiezucht, toenemend natuurwetenschappelijk analfabetisme, economische en politieke profijtzucht en het merkwaardig soort masochisme dat mensen ook naar horrorfilms trekt. Machtige drijvers zijn dat!
We worden dermate overspoeld met jobstijdingen dat het ook voor iemand die de vlijt en de kennis nog kan opbrengen om die dingen na te trekken gewoon onmogelijk wordt: te veel. Als er de volgende keer weer zo een rampenbericht opduikt over het smelten van het Zuidpoolijs of het uitsterven van de ijsberen aan de andere kant raad ik u dus aan te doen wat ik ook van plan ben: het bericht gelaten naast u neerleggen in de quasi zekerheid dat het toch weer commotie zonder substantie is, en er binnen hooguit drie maanden, uiteraard in heel kleine druk en op blz. 14 een nieuw bericht(je) komt: het is toch allemaal een beetje anders.
Maar zo werkt het natuurlijk niet: de mensen zijn bang. Ze worden ook heel bewust bang gemaakt. In Het Laatste Nieuws van 8 augustus 2020 vinden we de volgende titel:
“Geef hittegolven een naam die ons bang maakt!”
Dat zegt een groep wetenschappers … Het zou me wel eens interesseren wat voor wetenschappers dat zijn. Dertig jaar geleden ware het simpel geweest: die van ‘pol en soc’ zijn weer eens overspannen. Vandaag is dat niet meer zo duidelijk. Het kunnen nu ook door de overheid betaalde meteorologen zijn met een “master” natuurkunde. Van afbrokkelend inzicht gesproken…
Ik beeld me absoluut niet in de enige te zijn die dat merkt, maar om de meest uiteenlopende redenen wordt die kritiek toch maar zelden duidelijk uitgesproken. Het kan u daarom des te meer verwonderen als ik nu zeg dat er wél een crisis bestaat die precies dat is wat al die anderen beweren te zijn: bedreigend voor ons bestaan en voor 100% bewijsbaar door ons mensen veroorzaakt. Ik bedoel de energiecrisis.
De energiecrisis
Wij zijn vandaag voor bijna alles in ons leven op de beschikbaarheid van energie aangewezen. We merken dat niet omdat het voor ons – gevaarlijk – vanzelfsprekend geworden is in bijna alle omstandigheden vrijwel onmiddellijk een stopcontact, een gaskraan of een bezinepomp te vinden die ons het nodige levert. We zien de gigantische infrastructuur die daarachter zit niet en we houden er dus nauwelijks rekening mee. Maar indien dit systeem ooit zou instorten, en niet meer voor ons zou werken, dan betekent dat het einde van onze op techniek steunende samenleving. Sommigen zullen dat niet erg vinden maar zelfs verwelkomen, ook dan nog als historici zoals Ian Morris [1] een duidelijk verband aantonen tussen beschaving en energieverbruik. Onze Groenen gaan dat een “achterhaald concept” noemen en nonchalant wegwuiven. Het probleem is echter dat een “meer natuurlijke” manier van leven nooit de 7,8 miljard mensen die er nu zijn, kan ondersteunen. Er zullen er dus miljarden moeten sterven. Ik kan me dat niet echt voorstellen en ik wil het ook niet uitproberen.
Maar waarom zou zoiets gebeuren? Wat is er mis? Wel, fossiele brandstoffen – vandaag onze hoofdbron van energie – raken ooit op. Ik weet het, daarover hebben we al veel, meestal onzin, gehoord. Het is ook zo eenvoudig niet en wie daar iets meer over wil weten kan daar een Dwarsligger artikel [2] over raadplegen. Steenkool is er nog voor duizenden jaren, maar daarmee lossen we ons mobiliteitsprobleem niet op. Bij aardolie is het anders. Een betrouwbare schatting zegt dat we er nog minstens voor een eeuw hebben. Dat betekent dat er weliswaar geen reden tot paniek of haast is, temeer daar oplossingen voorhanden zijn, maar dat we er wel werk van moeten maken, want het soort transitie waar we doorheen moeten, namelijk ‘fossiele brandstoffen vervangen door kernenergie plus oplossingen voor het mobiliteitsprobleem’ blijkt ongeveer een eeuw nodig te hebben om de maatschappij volledig te doordringen.
Dat mag u misschien onwaarschijnlijk lang lijken, maar het was alleszins het geval voor vergelijkbare reeds afgesloten substituties:
Zeilvaart → Stoomvaart
Kaarsen → Gas als lichtbron
Terpentijn → Synthetische oplosmiddelen
Postkoetsen → Spoorwegen
Hout → Steenkool als brandstof
Steenkool → Olie als brandstof
Interessante studies in dit verband vinden we bij de Italiaanse fysicus Cesare Marchetti [3]. De eeuw, die als quasi constante bij al die transities opduikt, is verbazingwekkend. Dat toont dat de duur van de transitie minder met de natuur van de benodigde techniek te maken heeft, maar wel met eigenschappen van en de communicatie binnen de maatschappij.
Een eeuw is dus niet zo heel veel tijd. Vooral als we dat op zijn Belgisch gaan aanpakken – met sterke besluiten en wetten waaraan dan achteraf geen enkele uitvoering gegeven wordt – is een eeuw zo voorbij. Van de andere kant: als we de overheid op de een of andere manier volledig zouden kunnen beletten om zich met dit onderwerp te bemoeien (dat betekent noch subsidies noch ‘ontradende’ belastingen en zeker geen wettelijk kader dat als pure obstructie geïnterpreteerd kan worden), dan kunnen zelfs vanuit de huidige lamentabele begintoestand de vrije markt en de maatschappelijke dynamiek de klus nog ruim in de gegeven eeuw klaren.
Er is dus geen reden tot paniek of zelfs maar overmatige opwinding.
Wat we moeten doen is overduidelijk: kernenergie uitbouwen en vooral verder ontwikkelen, in de laboratoria zoeken naar middelen om het mobiliteitsprobleem aan te pakken en een sterk maar flexibel energiemasterplan opstellen waarop we onze inspanningen kunnen oriënteren.
De grootste uitdaging zit daarin dat we voornoemde toch relatief simpele dingen eerst al moeten leren begrijpen en verinnerlijken.
Wat we rondom ons zien gebeuren staat namelijk in nogal schril contrast met een nuchter geplande transitie zoals we ze hierboven beschreven. Het is puur paniekvoetbal aan alle kanten, met slechte passen, balverlies, geniepige “foutjes”, vechtpartijen en af en toe een rode kaart voor de verkeerde speler. Hoe kon dat gebeuren? Hoe konden we een tamelijk duidelijk probleem zodanig mismeesteren? Het antwoord is eenvoudig. We proberen een technisch-wetenschappelijk probleem met religieus getinte emoties aan te pakken en onze ‘oplossingen’, tegen de markt en de realiteit in, politiek om te zetten. Dat kan nooit lukken. Er waren – en zijn – twee stoorfactoren die een rationele aanpak tot nu toe volledig onmogelijk maken: de controverse rond kernenergie en het zogenaamd klimaatprobleem.
Beginnen we met kernenergie
De eerste kernreactoren [4] werden niet gebouwd met de bedoeling energie te leveren, maar plutonium voor kernwapens. Slechts in een later stadium werd eraan gedacht de daarbij vrijkomende warmte voor energieproductie te benutten. Maar ook toen nog zat kernenergie in een pakket, samen met atoomwapens.
Er waren meerdere wegen naar kernenergie door splijting denkbaar. Die werden, voornamelijk in Oak Ridge zorgvuldig en grondig onderzocht. De meest belovende en ook veiligste weg; de Thorium route [5], werd tijdens de Johnsonregering opgegeven omdat hij … niet voldoende plutonium genereerde. De verbinding tussen kernenergie en atoomwapens, die activisten later als argument inriepen tegen nucleaire centrales, bestond dus wel degelijk vanaf het begin.
Sommigen zeggen dat toen een kernenergiedebat ontstond. Maar er is nooit een ernstig debat over kernenergie geweest, hoogstens een vulgaire luide ruzie. Het ging er niet om een efficiënte en veilige energiebron te vinden. Het doel was en is het manipuleren en dus doelgericht gebruiken van de angsten bij de massa voor politieke doelen. Daarbij werd vaak een merkwaardig mengsel van naïviteit en hemeltergende valsheid vertoond.
Vanuit huidig zicht zou men tot de conclusie kunnen komen dat hemeltergende valsheid en gefoefel, royaal met “het doel heiligt de middelen” overschilderd, een monopolieproduct van links is. Laten we ons daarin niet vergissen: de conservatieven kennen er ook wat van als het erop aankomt reële technische samenhangen voor hun politieke doelen te te gebruiken.
Toen Margaret Thatcher in 1979 premier van het Verenigd Koninkrijk werd, had ze veel problemen, maar de onverzettelijke vakbond van de mijnwerkers was wel een van de grootste. Ze had gezien hoe hun staking van 1974 de regering Heath ten val bracht. Toen de vakbond in 1981 weer met staking dreigde moest Thatcher – tandenknarsend – toegeven: ze was nog niet voorbereid.
In 1984 was ze, dankzij een brede waaier maatregelen, waaronder het aanleggen van een aanzienlijke steenkoolvoorraad, wél klaar. Ze ging de confrontatie aan, won en brak voorgoed de macht van de vakbond. Nu kon ze de doodzieke Britse mijnbouw gaan saneren. Daar is veel in veel hoogdravende zinnen over gesproken en geschreven. Ik wil me beperken tot de persoonlijk getuigenis van een “ex-coal miner” (nu buschauffeur) uit Wales die tot mijn kennissenkring behoort en zo’n tien jaar geleden (Thatcher leefde nog) het volgende zei:
“I hated her (Thatcher) like hell at the time, but now I can see it: in the end she did us a favour!” (In die tijd haatte ik haar gelijk de pest, maar nu zie ik het in: uiteindelijk heeft ze ons geholpen.)
Dat werk in de putten was toch maar niets: vuil, zwaar, gevaarlijk en niet eens echt goed betaald. Nu zijn de putten dicht en het is alsof het land herademt en van zijn wonden herstelt. [6] Meer werkeloosheid dan toen is er nu ook niet. Het gaat ons gewoon allemaal beter.” Tja, soms kan een gesprek met de direct betrokkenen zelf verrassende perspectieven opleveren … Ik hoop dat een of andere journalist dit leest en ter harte neemt.
Dit verhaal heeft wel degelijk met ons thema te maken, want een van de voorbereidingen die de Thatcherregering startte om de Britse economie minder afhankelijk van steenkool te maken was … een grootscheepse uitbouw van kernenergie. Dat moest gebeuren tegen een wijdverbreid en zeer negatief populair sentiment in. Er werd dus een propagandacampagne opgezet. We begonnen dat toen nog maar net ‘communicatie’ (hemeltergend eufemisme) te noemen … In het kader van die campagne werd voor het eerst op grote schaal CO2 als een gevaarlijk probleem voor het klimaat voorgesteld. Het lot om te moeten zien waartoe dat geleid heeft, is Margaret Thatcher door haar overlijden bespaard gebleven. We komen op dit punt nog terug.
Thatcher was een verstandige vrouw met een opleiding als chemicus. Ik wil dan ook niet uitsluiten dat het bereiken van een strategisch gezonde energiepositie door kernenergie voor haar een rol zal gespeeld hebben, maar de hoofdzaak was toch zeker de strijd tegen de mijnwerkers. Daarvoor waren alle middelen goed …
Kernenergie uitstap
Rond dezelfde tijd kreeg de kernenergie in continentaal Europa, maar vooral in Duitsland, erge klappen. Er waren zeer gewelddadige acties van de tegenstanders. De machthebbers werden bang. De immens dure (toen ~ 8 miljard DM) snelle broeder in Kalkar, die in 1985 bedrijfsklaar werd en een oplossing voor het inderdaad ernstig probleem van radioactief afval met lange halfwaardetijd had kunnen bieden, is nooit opgestart. Tsjernobyl deed dan, in 1986, de deur dicht. Regeringen begonnen luid over de “kernuitstap” na te denken.
Daarmee was de nucleaire sector nog altijd niet stilgelegd, maar er waren wel enkele zwaarwegende zaken gebeurd. De activisten hielden voortdurend druk op de ketel. Ze vonden telkens weer een nieuw haar in de boter. Een meer dan bereidwillige pers zorgde ervoor dat de angstgolven door het volk bleven gaan. De veiligheidseisen swingden de pan uit en de kosten volgden. De investering voor een nieuwe centrale bereikt nu zo langzaam astronomische hoogten. Bekijken we dat even in België.
Over het “betonrot” gaan we het hier niet hebben: het verhaal van de “scheurtjes” lijkt me een meer illustratief voorbeeld. Sinds een tiental jaren bericht onze pers met grote regelmaat in wisselende schakeringen van paniek over scheurtjes in de reactorvaten van Doel 3 en Tihange 2. Dat klinkt heel gevaarlijk. De “bezorgdheid” van de overheid en de angst van de bevolking waren dan ook zeer aanzienlijk.
Ik kan hier geen snelcursus metallurgie inlassen, dus laten we het kort houden: ik heb nog nooit een drukvat zonder “scheurtjes” gezien. Ik dacht dat wel, een halve eeuw geleden, maar dat lag eraan dat onze apparatuur toen nog niet gevoelig genoeg was om ze te tonen. Staal is nu eenmaal een heterogeen materiaal: er zijn altijd inclusies en ook scheurtjes door of tussen kleine kristalstructuren. Achteraf blijken die “scheurtjes” in ons geval nu waterstofinclusies te zijn, die we in dat materiaal in ieder geval konden en moesten verwachten.
De pers spreekt echter gemakshalve nog altijd over scheurtjes: dat klinkt lekker dramatisch. Maar zelfs als het echt scheurtjes waren, hoeven we daar nog niet van wakker te liggen. We moeten dan enkel goed in het oog houden of ze groeien. Zolang ze dat niet doen kunnen we gerust zijn.
Prompt zagen de activisten groei. Maar ogenblikje: de scheurtjes werden niet langer; er werden er meer gevonden. Dat is niet hetzelfde en ook gemakkelijk verklaarbaar. We doen die metingen altijd met de nieuwste apparatuur. Die wordt steeds gevoeliger en dus gaat een volgende meting op die manier altijd meer “scheurtjes” – eigenlijk inclusies – tonen dan de vorige. Een goede regel van experimentele hygiëne is dat je bij het opmeten van een tijdsreeks nooit tussenin iets aan de meetopstelling mag veranderen.
Maar de postmoderne zedeloosheid heeft ook dit principe gelaten naast zich neergelegd. Verandering van apparatuur en meetmethode midden in het experiment is tegenwoordig schering en inslag. Altijd handig als je graag, ongeacht de realiteit, een toename wilt tonen, of het nu om de temperatuur, de zeespiegel of … “scheurtjes” gaat. Men kan dan achteraf schijnheilig zeggen: “het is toch maar normaal dat we de beste en nieuwste apparatuur gebruiken”. En de brave burger knikt instemmend.
Indien u dit nu grappig begint te vinden, gelieve dan ook eens te denken aan de duizenden uren die twee van onze grootste en modernste reactoren daardoor stilgestaan hebben. Het moet een fortuin gekost hebben maar dat scheen niemand bijzonder erg te vinden: u betaalde dat wel!
Tekenen en wonderen
Dan verscheen, zo’n twee jaar geleden plots (en voor eventjes) een soort grimmige ernst in het debat. Er werd voor de komende winter een tekort aan elektriciteitsproductie voorspeld. Dat kan via een instorten van het net tot een black-out leiden, minstens in België, maar mogelijk ook verder. Dat gevaar was niet nieuw. De vorige drie jaar had de federale regering echter contracten voor eventuele noodverzorging uit het buitenland afgesloten.
De bevoegde minister Marie-Christine Marghem (juriste van opleiding) had besloten dat deze keer niet te doen, want het was duur en de vorige drie jaar overbodig gebleken. Om die beslissing te plaatsen: dat is alsof je de brandverzekering zou opzeggen omdat het al drie jaar niet gebrand heeft … Ik begin stilaan iets meer te zien achter de Belgenmoppen die de Nederlanders en Fransen over ons vertellen.
Maar nu stonden vijf van de zeven Belgische kernreactoren stil, wegens betonrot, een lek aan een leiding in een noodkoelsysteem en… “scheurtjes”. Bovendien was ook nog onderhoud gepland. Dat ging nooit lukken. Er werden afschakelplannen opgesteld en gepubliceerd. Het risico bestond dat het volk zou gaan merken dat onze leiders – door voortdurend te lonken naar de stemmetjes van hyperventilerende neurotici – de infrastructuur allengs aan tot aan de rand van de ontwikkelingslandstatus hadden laten afglijden, en het zou daar wel eens heel boos van kunnen worden.
Dit werd gevaarlijk voor onze leiders. Ze grepen naar ongebruikelijke maatregelen: ze begonnen meer naar hun eigen ingenieurs te luisteren dan naar de bende warhoofdige, door overmatig wietgebruik gedesoriënteerde jochies. Toen gebeurden er tekenen en wonderen: de “scheurtjes” werden op slag veel minder alarmerend. Ook het dwaze gekakel in de media daarover hield als bij toverslag op. Toch raar wat allemaal mogelijk wordt als de burger – terecht – voor zijn krant niet meer wil betalen en de pers op het overheidsinfuus aangewezen is. We kwamen de winter door, met vier kerncentrales in werking. Het volk viel terug in slaap, de regering eveneens. De Amerikanen hebben daarvoor een uitdrukking: “this ain’t no way to run a railroad”, op die manier kan je geen spoorweg besturen. Inderdaad, en een land ook niet.
Hoe zit dat nu echt met de veiligheid?
We hebben nu meer dan een halve eeuw ervaring met kernenergie en we kunnen dus overtuigende veiligheidsstatistieken voorleggen: wereldwijd, per land, alles is voorhanden. Indien u meer details wenst te zien kunt u de cijfers op onze blog raadplegen in een overzichtsartikel van Dr. Ir. Eric Blondeel. Daaruit blijkt eenduidig dat de kerncentrale veruit de veiligste vorm van energieproductie is. Als we meten in verloren mensenlevens per geproduceerde kWh, dan is kernenergie grootteordes beter dan alle anderen, ook beter dan hydro-elektrische centrales en veel beter dan zonnepanelen en windmolens. En uiteraard: Tsjernobyl, Harrisburg en Fukushima zijn mee ingerekend. Mij verrast dat eigenlijk niet. Als je naar de technologie kijkt moet je dit verwachten. De mensen reageren hierop echter verbluft, zelfs met ongeloof. Daaraan is weer eens zichtbaar in welke mate de beeldvorming van de activisten ondertussen de realiteit verdrongen heeft. De angsten zijn hoegenaamd niet gerechtvaardigd, maar we weten dat niet.
Onzichtbare schade
Ondertussen is zeer reële en zware, indien ook onzichtbare, schade ontstaan. Onze kernreactoren worden oud. Ze kunnen nog wel veilig en kostengunstig werken maar ze zijn desondanks technologisch achterhaald. In een “normale” economie – daarmee bedoel ik dat ze door de markt gestuurd wordt en niet door een bende gekken met hallucinaties – zouden we verwachten nu al enkele projecten voor nieuwbouw op basis van de modernste technologie te zien.
Op die manier verjongt de industrie zich voortdurend: om aan de stijgende vraag te voldoen wordt het nieuwste, meest economische gebouwd. Daarna worden oude minder kostengunstige installaties stilgelegd en afgebroken. Hier zien we die projecten niet en we zullen er ook geen zien
Dit zijn zeer kapitaalintensieve ondernemingen en wat die het meest nodig hebben is planningszekerheid. De financier moet weten dat hij een bouwvergunning krijgt, en dat die niet eeuwig lang aangevochten kan worden. Hij moet erop kunnen rekenen dat gedurende de designfase de kosten niet door steeds verder escalerende veiligheidseisen opgeschroefd worden. Hij moet er zeker van zijn op een vooraf bekend tijdstip de installatie te kunnen starten en die dan minstens een bekend aantal jaren te kunnen laten werken, en zo verder. Al die dingen weet onze financier vandaag niet.
Ook toezeggingen kan hij niet vertrouwen want zowel de wetgever als de maatschappij hebben zich – welwillend uitgedrukt – al eerder frivool getoond. Hij kan er dan ook helemaal niet zeker van zijn dat hij zijn investering (uiteraard met rendite) ooit terugziet, en hij doet dus wat investeerders in die situatie altijd doen: hij houdt de knip op zijn beurs.
De mogelijkheden om bij middel van de nucleaire sector onze energiesituatie te saneren zijn momenteel dus eerder beperkt. Gelukkig is het nog niet dringend want onze fossiele brandstoffen zijn nog lang niet uitgeput. We hebben dus nog wel even tijd om op gezond verstand te wachten, denken we … Maar jammer genoeg is daar de klimaatreligie die met alle middelen probeert het gebruik van fossiele brandstoffen op korte termijn onmogelijk te maken.
Het begon als een wetenschappelijke discussie
De discussie over de mogelijke menselijke invloed op het klimaat is verrassend oud. Svante Arrhenius, een geniale in de chemie verzeilde fysicus, vader van de fysische chemie en eerste Nobelprijslaureaat scheikunde, opperde nog in de 19de eeuw voor het eerst de mogelijkheid van een CO2 broeikaseffect. Hij zag dat helemaal niet dramatisch maar eerder positief. Pikant detail: de naam van zijn moeder was … Carolina Thunberg. En inderdaad: de befaamde “Greta” is met hem verwant.
Anders Jonas Ångström had al eerder in zijn “Recherches sur le spectre solaire” datzelfde thema aangesneden en was tot de omgekeerde conclusie gekomen, namelijk dat CO2 niet verantwoordelijk kon zijn voor een dergelijk effect.
Hier was dus een beschaafde wetenschappelijke discussie begonnen, en dat bleef ze ook voor ongeveer een eeuw. Toen observeerde Charles David Keeling de toename van CO2 in de atmosfeer (Mauna Loa) en herstartte de discussie in volle hevigheid. Dat gebeurde in de jaren 60, zoals we weten een sociaal-politieke omwentelingsperiode. Het thema werd populair in marxistische academische anti-establishment kringen, vooral in de USA.
Toen Margaret Thatcher in de jaren 80 het opwarmingsprobleem naar voor bracht in haar campagne voor meer kernenergie ontstond voor progressief links een verwarrende situatie. Nu werd hun eigen stokpaardje als wapen tegen het proletariaat gebruikt. Ze besloten toen maar tegen alles te zijn, zowel tegen kernenergie als tegen fossiele brandstoffen.
Voor mij was het vooral schokkend indicaties te ontdekken die erop wezen dat de wetenschapsmensen rond mevrouw Thatcher heel goed wisten dat ze het volk met gruwelsprookjes opzadelden. Ook de scheikundige Thatcher zelf moet dat duidelijk hebben gezien. Dat wetenschapsmensen zich tot zoiets konden lenen was voor mij eigenlijk onvoorstelbaar. Dat was uitermate naïef, ik had beter kunnen weten: we hadden tenslotte gezien hoe de Duitse fysici zich tijdens de nazi-heerschappij gedroegen. Wetenschappers zijn ook geen betere mensen…
Al Gore
De doorbraak kwam van de film “An inconvenient Truth” (een ongemakkelijke waarheid, maar “een lucratieve leugen” ware passender geweest) die Al Gore in 2006 uitbracht. Er zijn al heel veel films gemaakt over een dreigende wereldondergang. De mensheid lijkt door dit thema sterk geboeid. De film van Al Gore is echter in meerdere opzichten een uitzondering. Het belangrijkste is dat hij beweert de toekomst te voorspellen. Hij beweert dat te doen op een wetenschappelijke basis. Bovendien verklaart hij dat het gruwelijk einde dat hij ons voorspiegelt door onze eigen schuld tot stand komt. En tenslotte toont hij dat er – misschien – nog een uitweg is, namelijk heel precies doen wat hij ons zegt.
Dat paste allemaal perfect in de hedendaagse apocalypscultuur. Het was doodgewoon goed gedaan en maakte een diepe indruk. Het succes bleef niet uit: massahysterie, en dat was ook duidelijk de bedoeling. Gore heeft ondertussen fortuinen verdiend met CO2-certificaten en dergelijke. Dat hij ieder proces dat wegens valse beweringen aangespannen werd, verloren heeft kon de pret niet bederven: de massa wilde dat niet zien. De massa voelt, ze observeert niet. De mensen in Antwerpen die zich in 2007 afvroegen of het nog wel zinvol was een winkeltje te openen nu de stad spoedig onder water ging staan – en die waren er – gaan ook in 2020 niet naar de kaai om eens over de blauwe steen te kijken en te zien … dat er niets veranderd is.
De academische wereld
Sinds ruim een halve eeuw is links aan een opmars in de academische wereld bezig. Ze hebben nu, komende uit de humane wetenschappen, hun doel bereikt. Kritische meningen worden niet meer geduld en critici worden door schreeuwkoren bij hun lezingen neer gebruld en professioneel “geëlimineerd”. De academische overheid toont nu in het hele Westen hetzelfde halfhartig gebrek aan moed dat we al in het Derde Rijk gezien hadden. Er heerst regelrechte censuur, zoals pijnlijk duidelijk aangetoond door Greg Lukianoff [7]. Het is bitter dat de verlichting net aan de universiteiten het eerst gestorven is.
Daardoor kunnen we ook “wetenschappelijke” publicaties over het klimaat niet meer vertrouwen. Er wordt toenemend drieste fraude ontdekt. De overheden wereldwijd worden door de VN strikt volgens de “partijlijn” gebriefd. Enkel hoogleraars met emeritaat zoals Richard Lindzen kunnen zich nog veroorloven vrij te spreken en te schrijven.
Wat we werkelijk zeker wel en niet weten
Het is dus, alvorens aan een grondige discussie te beginnen, als oriënteringshulp belangrijk te weten en goed te onderscheiden tussen wat zeker waar en zeker onwaar is en wat vermoed wordt. Voor dat doel schrijf ik hier even op wat ik, na enige ernstige studie, heel zeker weet.
Het klimaat warmt op. Dat is niet zo verwonderlijk: we kruipen nog altijd omhoog uit een kleine ijstijd enkele eeuwen geleden. Het klimaat verandert voortdurend en heeft dat altijd gedaan. Voor een goed deel van de schommelingen, vooral dan de grote, zijn de oorzaken bekend en voorspelbaar. Het klimaat willen controleren is even gevaarlijk als de baan van de aarde willen beïnvloeden. Maar gelukkig dat het ook even onmogelijk is. Voor de kleinere veranderingen kennen we wel vaak de oorzaak – in hoofdzaak zonneactiviteit, magnetisch veld van de zon, kosmische straling, vulkaanuitbarstingen – maar voorspelling blijft onmogelijk wegens te grote complexiteit en nog te veel niet begrepen factoren. Het is zeker dat, bij voorbeeld de huidige opwarming, op een aantal factoren, die bovendien met elkaar ook nog in interactie staan, terug te voeren is. Daardoor wordt het zeer moeilijk – en het zal dan ook nog lang onmogelijk blijven – de inbreng van de verschillende factoren (waaronder CO2) precies kwantitatief te onderscheiden.
De toename van de CO2-concentratie in de atmosfeer gedurende de voorbije eeuw is inderdaad op menselijke activiteit – de uitstoot van verbrandingsgassen – terug te voeren. Een evenwicht met de oceanen kan zich in die tijd niet instellen. Daarvoor is de tijdsconstante van het systeem (~ 800 jaar) veel te hoog. Dat laatste kunnen we duidelijk zien in de historische data die we uit ijsboringen winnen.
Een toename van CO2 in de atmosfeer leidt inderdaad tot een verhoging van de temperatuur. Deze verhoging neemt met stijgende concentratie (logaritmisch) af [8] en heeft bovendien een maximum. Het gaat hier gedurende de laatste eeuw om maximaal (waarschijnlijk minder) twee tienden graad, dus een geringe fractie van de gemeten temperatuurstijging (+/- 1º) in die periode.
De precieze kwantitatieve samenhang tussen CO2-concentratie en temperstuurtoename is zeer complex en nog altijd onbekend. We hebben echter wel een redelijke basis om aan te nemen dat de bijdrage van CO2 tot de opwarming gering, zelfs verwaarloosbaar is vergeleken met die van andere – natuurlijke – factoren.
Hoewel we nu al tientallen jaren temperatuurstijging achter ons hebben zijn de temperaturen die hier tijdens de Romeinse tijd heersten nog altijd niet terug bereikt.
CO2 is in het huidige ppm bereik niet giftig. Het is integendeel de grondstof voor de plantengroei. Een toename van de plantengroei, bij voorbeeld in de Sahelzone, door de CO2-stijging is nu al eenduidig meetbaar. Door de vergroening neemt ook de capaciteit voor CO2-afbraak en verwerking toe. Indien de CO2-concentratie van heden 400 op 150 ppm zou vallen is er niet meer voldoende plantengroei om menselijk leven mogelijk te maken.
Om het heel kort samen te vatten: de opwarming is een feit. Ze zou ook plaatsvinden indien er helemaal geen mensen waren. Het is zeker geen ramp, maar ze zal wellicht enige hoofdbrekens veroorzaken. Wij mensen kunnen er in ieder geval zo goed als helemaal niets aan veranderen. We kunnen ons wel – zoals de mensheid dat al duizenden jaren doet – aanpassen. Of we kunnen natuurlijk ook weigeren ons aan te passen en liever wachten op illusoire “oplossingen”, ondertussen onze economie en maatschappij ruïnerend.
De “klimaatkerk”
Wat wij de klimaatkerk noemen is hoegenaamd geen uniek fenomeen, maar eerder een representatieve expressie van de huidige tijdsgeest. Er bestaan vandaag een hele reeks bewegingen die verregaand analoge kenmerken vertonen: BLM (met als filiaal: kick out Zwarte Piet), #MeToo, het antifascistisch front en zo verder.
Al die bewegingen hebben een gelaagde structuur. Ze ageren hoofdzakelijk op de straat, door de massa. Er is altijd een politiek element dat onveranderlijk marxistisch getint is en sterk verankerd in de universiteiten en supranationale instellingen (UNO, EG etc.). Tenslotte zijn er altijd een aantal individuen en groepen die financieel belang hebben bij het slagen van de beweging. Enkel als die drie componenten erin lukken een ernstige coöperatie en coördinatie op de been te brengen wordt de beweging een groot succes.
Bekijken we dit nu eens voor de klimaatbeweging.
Religieuze beweging: de straat
Homo sapiens lijkt een onverzadigbare behoefte te hebben om zich tot ideologieën te bekennen en vervolgens de rest van de mensheid daartoe te bekeren. Dat is niet veranderd toen de mode in West-Europa het afscheid van het christendom dicteerde. Er worden wel eisen gesteld aan de ideologie. Ze moet bij voorkeur heroïsch zijn. Ze moet tonen hoe wij, allemaal samen, de wereld van de zekere ondergang kunnen redden en tot een betere plek omvormen. Ze mag aanzienlijke offers eisen, bij voorkeur van derden. Een odium van rationaliteit is ook zeer nuttig: verpak het als wetenschap en de mensen voelen geen behoefte meer om het te begrijpen of verifiëren. Er is ook nood aan idolen, boegbeelden waar heel het “gelovige volk” naar kan opkijken als oriënteringsbaken.
Het is wel duidelijk dat de klimaatbeweging op rozen zit: ze heeft het allemaal. Bovendien ontstond ze ook nog op een moment dat de opvoeding/opleiding van onze jeugd een triest minimum aan kwaliteit bereikt. Verder werpt de vernietiging van de traditionele familie haar lange schaduw over de psychische weerbaarheid van de jonge generatie. En tot overmaat heeft, door de catastrofale afbraak van ons onderwijs, het natuurwetenschappelijk analfabetisme een triest hoogtepunt bereikt en we zijn ook meer niet vlijtig, alert en zorgvuldig genoeg om zelf waarnemingen te kunnen doen.
Zo kon het dan gebeuren dat de film van Al Gore door de massa voor bare munt genomen werd. Voor ‘de mensen’ is dat ‘wetenschap’, en het bewijs dat we zeer ernstig in ons leven en welzijn bedreigd zijn. Daardoor wordt de onverzoenlijkheid, zelfs de haat, tegenover critici begrijpelijk: iemand die – en zij het enkel door vragen te stellen – de ‘oplossing’ van het probleem in de weg staat of zelfs maar vertraagt, is een doodgewone potentiële moordenaar. Dat zou ook het geval zijn indien hun hypotheses kloppen – wat niet zo is. Ze houden hun – minstens avontuurlijke – constructies voor feiten die als een paal boven water staan en zelfs niet meer in vraag gesteld kunnen worden. Als de situatie eenmaal dermate vergiftigd is, komt ze daar maar heel moeilijk weer uit.
Het idee van FFF en schoolstaking was geniaal. Scholieren zijn altijd bereid dingen te doen als ze daardoor maar niet in de les moeten zitten: succes verzekerd! En dat zal des te meer het geval zijn als ze ook nog door hun leraren aangemoedigd worden. Ze worden geflankeerd door een reeks ngo’s die zich rijkelijk aan de staatskas kunnen laven. En tenslotte kunnen ze rekenen op erkenning en steun van onze media en politieke elites.
Politieke beweging: de supranationale organen
Er zijn de laatste 70 jaar veel internationale organisaties ontstaan die menen het lot van de wereld te moeten in handen nemen: de Verenigde Naties met al haar geledingen (Unesco, IPCC, WHO enz.), het WEF (World Economic Forum), de Club of Rome… Het is niet zo verbazend dat veel van de kopstukken marxistische ideeën propageren: socialisme gedijt altijd bijzonder goed in omgevingen waar men zich geen zorgen hoeft te maken of er op het einde van het boekjaar ook iets overblijft…
In die organisaties bestaat, eveneens conform marxistische theorie, een tendens in de richting van een wereldregering. Dat is soms het onderwerp van samenzweringstheorieën, vooral in de USA, maar hier is helemaal geen samenzwering te bespeuren. De kopstukken van die organen zijn vaak verrassend open over hun bedoelingen. Ze denken dat de mensheid veel beter af zou zijn met een naar marxistische principes agerende wereldtop en geven – soms met bijna ontwapenende eerlijkheid – openlijk toe dat ze de “klimaatcrisis” slechts als een middel zien om dit doel te bereiken (zie ook [9]).
Die supranationale organisaties, daaronder de EU, tonen duidelijk de verdiensten van subsidiariteit: hoe verder het gezag van het volk staat, des te wereldvreemder gaat het ageren. Als bijzonder wereldvreemd verdient de Europese Commissie, geïnspireerd door Frans Timmermans, zeker een podiumplaats.
De Verenigde Naties hebben zich, via het IPCC, tot de ‘denktank’ van de opwarmingscultus opgeworpen. Ze verlenen de beweging een wetenschappelijk odium. Als we echter eens nakijken welke acties de VN-organen in het verleden “op wetenschappelijke basis” ondernomen hebben, en wat daaruit voortgekomen is hebben de ‘verenigde naties’ een eerder beschamend palmares voor te leggen [9].
Diezelfde Verenigde Naties bezorgen jaarlijks aan de politieke leiding van iedere lidstaat ‘beleidsrichtlijnen’ voor de ‘strijd tegen de opwarming’. De politici, die vandaag nog meer dan vroeger iedere verantwoordelijkheid schuwen, houden daar maar al te graag aan vast. Van de nuances die het IPCC vaak in zijn rapporten inbouwt om nog niet helemaal gelijkgeschakelde wetenschappers aan boord te houden, is in die richtlijnen niets te bespeuren.
Profijt van groot tot klein
Er is ondertussen een zeer aanzienlijke “klimaatindustrie” ontstaan, die zoals ook het militair- industrieel complex vooral aangewezen is op publiek geld (uw belastingen dus). De handel in emissiecertificaten zet enorme kapitalen om en genereert mooie winsten. Van voorspellingen die Al Gore in zijn film deed is dan wel bewijsbaar niets uitgekomen, maar zijn financiële planning klopt voortreffelijk. De grote industrie (big oil), met Shell en BP vooraan zetten vol in op de windenergie en de daarmee verbonden subsidies. Dat is des te stuitender omdat die in hun rangen duizenden goed opgeleide natuurwetenschappers tellen, die drommels goed weten wat hier gebeurt. We zouden er goed aan doen dat wat zich daar afspeelt eens grondig te vergelijken met de “onbegrijpelijke” steun van de grote ondernemingen – en niet uitsluitend Duitse – voor het nationaalsocialisme. We schuwen toch bij andere thema’s die vergelijking nooit!
Daarnaast is een uitgebreid netwerk van kmo’s ontstaan die zich bezighouden met het plaatsen van warmtepompen, zonnepanelen etc. Komt daarbij nog een legertje “consultants”. Daar zijn ondertussen zoveel mensen tewerkgesteld dat geen enkele politicus daaraan nog voorbij kan.
Mindset
De mindset van die beweging is interessant: onredelijk en radicaal. Als we iets horen of zien kan het gebeuren dat we dat afkeuren. De klimaatkerk kent geen afkeuring maar enkel afschuw. Iedere bewering, zelfs iedere vraag, die ook maar in het geringste afwijkt van de “partijlijn” wordt met woede en haat beantwoord. Kijk maar naar het gezicht van Greta tijdens haar voordracht voor de VN.
Ze zegt dat de haat die haar tegenstanders over haar uitgieten haar zeer belast. Maar ik heb nog nooit iemand met een dergelijke gelaatsuitdrukking naar Greta zien kijken. Ik denk dat de enige die hier zoiets als haat voelt, Greta zelf is.
Dit is niet ongebruikelijk bij progressief links: ze ontkennen hun eigen emoties en schrijven die tegelijkertijd toe aan hun tegenstanders – die deze gevoelens helemaal niet hoeven te hebben. Ik denk dat de psychologen dat “projectie” noemen. Als je aan de “ontvangende kant” daarvan zit is dat om gek te worden. Toch kan ik het Greta niet kwalijk nemen. Het arme kind heeft een ernstige psychische storing. Het feit dat ze zo schaamteloos voor propagandadoeleinden uitgebuit wordt, kan daar geen goed aan doen. Gelukkig gaat ze ondertussen blijkbaar terug naar school. Hopen we maar dat ze nog voldoende kan inhalen om ooit van de “science” waar ze het zo vaak over heeft, iets te begrijpen. Belangrijk blijft dat blijkbaar geen enkele vorm van constructieve dialoog met deze beweging mogelijk is [10]
Antikernenergie + Klimaatkerk = Catch 22
De antikernenergie beweging en de klimaathysterie hebben samenwerkend twee dingen gedaan: ze hebben een probleem dat oplosbaar was onoplosbaar gemaakt en ze hebben een situatie die ons nog wel wat tijd gunde dringend gemaakt.
We hebben nog ongeveer een eeuw om alternatieven voor fossiele brandstoffen te ontwikkelen en op een ordelijke manier, zonder maatschappelijke schade, te introduceren. Dat zou gaan, maar de klimaatpaniek maakt er – volkomen artificieel – een dringende zaak van, en die is niet oplosbaar. We zouden de klimaatreligie tamelijk snel minstens gedeeltelijk tegemoet kunnen komen door meer kernenergie te gaan gebruiken waardoor we minder fossiele brandstoffen moeten verbranden. Maar dat wordt verhinderd door de antikernenergie lobby. Het resultaat is wat de Amerikanen “Catch 22” noemen: we kunnen geen enkele kant meer uit.
“Niet waar!” zeggen de activisten: we moeten enkel maar de hernieuwbare energiebronnen gebruiken. Indien dat als grap bedoeld was, zou het een slechte grap zijn, maar helaas: ze menen het ernstig. De Dwarsliggers hebben de mogelijkheden van de hernieuwbare energie dus eens grondig geanalyseerd [11], en zijn tot een conclusie gekomen: dromen, luchtkastelen, “pipe dreams” en verder niets!
Wat gaat er nu gebeuren?
Laat ons alvast één hard feit vooropstellen. Zolang we geregeerd worden door leiders die geen aandacht besteden aan de volgende generatie, maar zich volledig richten op de uitslag van de volgende verkiezing geraken we nergens. Ze zeggen wel dat ze aan de juiste kant van de geschiedenis willen staan, maar ze bedoelen dat ze absoluut in lijn willen blijven met de heersende mode van de dag. Van hun experten leren ze dat alleen dat stemmetjes oplevert. Ik denk soms dat we over die samenhangen vandaag te veel weten om democratie nog echt te laten functioneren. Dus zal onze elite verder doen wat ze nu al doet: Greta met de rode loper ontvangen, grote commissies – met zo veel mogelijk inclusiviteit en zo weinig mogelijk echte expertise – in het leven roepen, heroïsche megadure projecten starten zonder ook maar de geringste kennis over dat wat ze daar willen gaan doen (zie waterstofinitiatief van Frans Timmermans) en zo verder. De miljarden sijpelen bij de tientallen weg en we komen daardoor geen millimeter dichter bij een oplossing.
Tijd voor een omwenteling
Er moet dus een omwenteling komen, en die zal er ook komen, maar niet door inzicht. Het gevolg van de huidige politiek zal onafwendbaar een gevoelige verarming van Europa zijn en daarvan worden de mensen nerveus. De elite weet dat ook. Het is dan van het grootste belang verborgen te kunnen houden dat de oorzaak van het welstandsverlies de politiek zelf is.
Daarom besteden ze er zoveel aandacht aan om de media, alle media, onder controle te krijgen en te houden. Bewegingen zoals BLM, #MeToo, antiracisme, antifascisme … zijn daarbij zeer behulpzaam. Daardoor wennen de mensen eraan dat niet alles gezegd en geschreven mag worden. Het is zeker zo simpel niet, en waarschijnlijk een beetje unfair tegenover de virologen, maar met een wantrouwige iets cynische blik kan men veel van de coronamaatregelen ook zien als een test: hoe ver kunnen we gaan?
Dat alles zal zeker het proces vertragen, maar de knal komt toch:
“You can fool some of the people all of the time, and all of the people some of the time, but you can not fool all of the people all of the time.”
(Abraham Lincoln: Je kunt een deel van de mensen altijd voor de gek houden, en iedereen voor een zekere tijd, maar niet iedereen altijd.)
Het is te hopen dat de knal snel genoeg komt: dat laat ons meer tijd voor oplossingen. En er zijn oplossingen, indien ook geen simpele. Een deel van de oplossing is echter wel simpel: we moeten direct en grootschalig de uitbouw en het onderzoek van kernenergie terug opnemen, hoe luid de activisten ook schreeuwen.
Ook wij Dwarsliggers hebben geen eenvoudige recepten voor de enorme transitie die we zullen moeten doorlopen. We hebben wel al veel nagedacht over de vraag hoe we de beste strategie is voor de transitie kunnen vinden. Voor wie daarover meer wil weten bevelen wij ons artikel “Energie: is er nog een Uitweg?” aan.
Verder kunnen we de mensheid op haar gevaarlijke tocht door dit moeras enkel maar veel geluk toewensen: we gaan het nodig hebben.
***
Ons advies: blijf alles lezen en zelf nadenken!
[1] Why The West Rules – For Now: The Patterns of History and What They Reveal About the Future Ian Morris Profile Books 2011 ISBN-10: 1846682088
[2] Wat is er mis met fossiele brandstoffen? (Dwarsliggers)
[3] Society as a learning system. (Cesare Marchetti)
[4] Kernenergie, meer emoties dan argumenten pro en contra (Dwarsliggers)
[5] De thoriumroute heeft belangrijke voordelen, ook inzake veiligheid (Dwarsliggers)
[6] Zo kan dat alleen een Welshman zeggen… Wales is nog altijd het land van draken, elfen en feeën.
[7] Unlearning Liberty, Greg Lukianoff, Encounter Books, ISBN-10 : 1594037302
[8] Dwarsligger artikel: Over de Wet van Aldi en Waspoeder.
[9] Eric Blondeel: UNO organisaties zonder toegevoegde waarde – IPCC
[10] Dwarsligger artikel: De Kroniek van een Toogruzie
[11] Dwarsligger artikel: Hernieuwbare energie, een overzicht
Website Pjotrs dwarsliggers.
0 reacties :
Een reactie posten