In de afgelopen 5 jaar is jaarlijks gemiddeld ongeveer 25 keer massale bijensterfte gemeld, variërend van 8 meldingen in 2018 tot 28 in 2019. Slechts in 3 van deze gevallen werd een relatie gevonden met een gewasbeschermingsmiddel. Het ging hierbij om de werkzame stof fipronil.
13-8-2020
Dat schrijft het blad Bijenhouden van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV). In de 3 gevallen is aangetoond dat het ging om illegaal gebruik van fipronilhoudende middelen in de boomgaard.
Het aantal meldingen van spuitschade in de bijenteelt is in de afgelopen jaren gedaald, meldt de NBV in zijn ledenblad. „Wat vooral opvalt is dat maar weinig meldingen gerelateerd kunnen worden aan het (verkeerd) gebruik van een gewasbeschermingsmiddel”, aldus de vereniging.
Varroa
Uit onderzoek naar de dode bijen kwam naar voren dat er ook andere verklaringen waren voor de massale bijensterfte. Voorbeelden hiervan zijn het niet beschikken over voldoende voedsel en dat de varroa niet tijdig en effectief is bestreden.
Spuitschade betekent een financiële en emotionele schade voor de betrokken bijenhouders, omdat duizenden honingbijen dood zijn gegaan. Berucht waren volgens de NBV de spuitschades in 1996 en 2003 door bespuitingen in de maand augustus op aardappelpercelen met dimethoat en in 1996 met methylparathion voor de bestrijding van bladluizen. In 1996 ging het om 175 meldingen waarbij in totaal 1.562 volken betrokken waren.
In 1990 is een werkgroep opgericht om gevallen van massale bijensterfte te onderzoeken die volgens de gedupeerde imkers zijn veroorzaakt door blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen.
0 reacties :
Een reactie posten