Kerncentrale Borssele. Foto: NOS.










Macht en geld van een minderheid houdt kernenergie in Nederland tegen.
Een gastbijdrage van Rob Walter.
Zelfs binnen onze Nederlandse democratie komt het voor dat grote zaken soms bepaald worden door belangen van een kleine minderheid met macht. Ook als dit strijdig is met het algemeen belang. Dat speelt zich af buiten het zicht van de burger.
Iedereen weet dat kernenergie nog deze eeuw wereldwijd de voornaamste energiebron zal zijn. Toch wordt kernenergie in Nederland tegen gehouden door milieuorganisaties en actiegroepen, die aan hun eigen belang denken.
Logisch, want voor hen betekent nieuwe kerncentrales in Nederland minder macht, minder inspraak en minder geld. Bovendien betekenen kerncentrales uiteindelijk het einde van windenergie en andere groene dromen.
Eerst een stukje geschiedenis.
In 1973 kwam de eerste commerciële kerncentrale in Nederland in bedrijf, de kerncentrale Borssele. Actiegroepen tegen kernenergie zorgden voor massale demonstraties met ongekend veel geweld. Mensen ketenden zich vast aan hekken rond de kerncentrale en ketenden zich later vast aan spoorrails om splijtstoftransporten tegen te houden.
Doordat hun argumenten voor velen begrijpelijk waren kregen die actiegroepen veel aanhangers en sympathisanten. Hun drijfveer was de angst voor gevaren die zij zagen als mogelijk gevolg van toepassing van kerntechnieken. Dat is de angst voor verspreiding van atoombommen, de angst voor “vuile bommen”, de angst voor grote ongevallen bij een melt down en de angst voor fall-out. En meer algemeen angst voor radioactiviteit en angst voor radioactief afval en de berging daarvan.
Het gaat om meer dan angst
De angst voor mogelijke verschrikkingen van kernenergie is sindsdien gecultiveerd en doorgegeven aan de volgende generaties. Daardoor zijn er nu, 50 jaar later, nog steeds anti-kernenergie bewegingen met een vrij grote aanhang. Voor die aanhangers speelt “angst” nog een overwegende rol. In de loop van de jaren lopen de belangen met politiek “links” en milieu-organisaties meer door elkaar. Maar voor “links” gaat het vooral om macht: bij kernenergie ligt een belangrijk stuk macht bij grote industriële bedrijven die zich de grote investeringen in kerncentrales kunnen permitteren en bij wie specifieke vakkennis aanwezig is. Voor “links” en milieu-organisaties zit er dus meer achter. Zij kunnen een grotere rol spelen bij kleinschaliger opwekking en alternatieve energie dan bij grootschalige opwekking met kerncentrales. Hun motivatie gaat hierover en niet over angst voor griezelige ongevallen. Al blijven zij die angst uitdragen omdat ze dat goed uitkomt.
Energie gaat om veel geld
Om dit te begrijpen moet je je eerst realiseren dat energie maatschappelijk en economisch het belangrijkste product in de moderne maatschappij is. Het heeft bij alles een onmisbare rol: bij ons eten, onze kleding, onze tijdsbesteding, bij wonen, woninginrichting, verwarming, verlichting, woonhuizen en overige bouwwerken, beton, transport, wegen, en noem maar op. De hele voedselvoorziening, de hele industrie, de landbouw, de veeteelt en de visserij draaien op energie. Eigenlijk alles!
In Nederland gaat er in energie, met alles wat daarbij hoort en zoals dat in de producten is verwerkt, jaarlijks zo’n 100 miljard Euro om. Waarvan meer dan 20 miljard in de vorm van elektriciteit. Heel veel geld dus.
Wie de geldkraan van energie meebestuurt heeft macht en geld in handen. Al zou je maar een stukje van de energiestromen beheersen, dan betekent dit al dat je invloed hebt op heel veel geld. En invloed hebt op heel veel maatschappelijke belangen. Dat geldt vooral voor elektriciteit want daar worden de meeste “duurzame” energievormen in omgezet.
Van centraal naar decentraal
In de jaren tachtig is de gedachte opgekomen dat het tijdperk van de grootschalige opwekking van elektriciteit voorbij is. Woningen en bedrijfspanden zouden in de toekomst, zo dacht “men”, zelf deelnemen aan decentrale opwekking van elektriciteit. Iedere gasketel (CV) thuis zou in de toekomst ook elektriciteit opwekken en dit aan het elektriciteitsnet leveren.
In die tijd verschenen ook de eerste moderne windturbines en begon zonne-energie er veelbelovend uit te zien. Samen met kleine warmte-kracht eenheden zou de elektrische energievoorziening van grootschalig naar kleinschalig veranderen. “Van centraal naar decentraal” zo heette dat in die jaren. Van grootschalige opwekking in enkele grote centrales naar heel veel kleinschalige opwekking in handen van het volk, zo heette dat toen. Meer macht naar het volk dus. En, naar achteraf bleek, óók meer macht naar “organisaties van het volk”, zoals milieuorganisaties. Die zagen hier hun eigen “verdienmodel” in.
“Men” bedacht zelfs hele theorieën waarom energie daardoor goedkoper zou worden. Ook zouden die kostbare en lelijke hoogspanningslijnen op den duur kunnen verdwijnen, zo dacht “men”.
Maar wat “men” dacht en van de daken schreeuwde en waar de media toen over schreven, was niet wat de echte deskundigen zagen. Die wisten tenslotte dat “men” iets onmogelijks wilde.
Ingenieurs weten beter, maar worden niet gehoord
De ingenieurs die het vak echt beheersten, zeiden wel dat die decentrale elektriciteitsproductie niet zou gaan werken, maar naar hen werd niet geluisterd. Zij werden conservatief en behoudend genoemd. Zij zouden hun eigen belangen en dat van hun bedrijven proberen te verdedigen. En die ingenieurs dachten toen “laat ze dan maar begaan, het gaat uiteindelijk toch zo als technisch mogelijk is en zoals de natuurwetten bepalen”.
Sinds de jaren negentig heeft de ingezette tendens zich voortgezet. Van de elektriciteits-opwekking door de huishoudens is echter niets terecht gekomen (dat kan ook niet, zoals de vak-deskundigen altijd al gezegd hadden). Maar windturbines en zonnepanelen hebben door veel subsidie en gunstige regelingen wel een plaats veroverd. Zowaar wordt nu al 2% (!) van al onze energie uit wind en zon geproduceerd. Dat is echt alles, meer is het niet! Relatief een heel klein beetje, maar voor héél véél geld.
Windturbines zijn inmiddels zo groot en kostbaar geworden dat die niet als kleinschalig kunnen worden aangemerkt. Zij zijn financieel niet bereikbaar voor de burger. De bouw van een groot windpark in zee kost al gauw evenveel als de bouw van een kerncentrale.
Macht en winst uit energie verschuift naar andere partijen
Inmiddels is er veel veranderd in de wereld van de elektrische energievoorziening. De verschuiving van elektriciteit uit machtige grote elektriciteitscentrales naar elektriciteit uit wind en zon en biobrandstoffen heeft niet alleen veel geld gebracht naar kleine bedrijven, adviseurs en verkopers maar óók naar milieubewegingen en actiegroepen. Onder het mom van studies naar nieuwe duurzame energie strijken zij veel overheidsgeld op in de vorm van eindeloos veel subsidies. Zij zijn rijk en machtig geworden door de verschuivingen. Vooral doordat de politiek ze die macht en rijkdom heeft toegespeeld. Zij hebben zelfs invloed op het regeringsbeleid. Milieu-organisaties en actie groepen zoals URGENDA zijn nu zo machtig geworden, dat de politiek naar ze luistert en grote invloed geeft op alle besluiten die maar enigszins met milieu, energie en natuur te maken hebben. Zo zaten zij aan bij alle “klimaattafels” en hebben daardoor invloed op miljarden uitgaven die de burger moet ophoesten. Terwijl mensen die het écht weten, en géén eigen belangen hebben, niet werden uitgenodigd aan die klimaattafels. Een minderheid bepaalt daardoor wat er gebeurt en waar het geld van de burger naar toe gaat, samen met bedrijven die zelf belangen hebben bij alternatieve keuzes en “duurzame” keuzes.
Veel macht is terechtgekomen bij milieu organisaties
Doordat de politiek naar de milieu organisaties luistert en hen een rol geeft in de energietransitie hebben deze organisaties héél véél macht gekregen. Deze macht zullen al deze organisaties niet snel afgeven. Denk alleen al aan de vele betaalde banen, die in die organisaties zijn ontstaan, en die dan op de tocht staan. Die geef je niet zomaar op. Deze organisaties denderen daarom door op de ingeslagen weg met wind en zon en andere vormen duurzame energie, ook als deze weg dood loopt.
Elektriciteitscentrales zijn inefficiënt geworden door energie uit wind en zon
Ondertussen zijn de grote dure elektriciteitscentrales de speelpop geworden van de windturbines en de zonnepanelen. Gesteund door de milieubeweging heeft onze politiek absolute voorrang gegeven aan wind en zon. Als er wind is, dan mogen de windmolens alle elektriciteit die zij kunnen maken klakkeloos in het elektriciteitsnet smijten. Zelfs al zou er op dat moment een overschot aan elektrisch vermogen bestaan. En de zonnecellen net zo, op ieder moment dat de zon schijnt.
De grote centrales moeten aanvullen (en afregelen) naar wat er door de klant gevraagd wordt. Niet alleen regelen naar wat de klant vraagt (grillig verloop, met overdag 2 x zoveel vraag als in de nacht), maar ook nog aanpassen aan de grillen van de wind en de zon. Is er geen wind en geen zon, dan draaien zij vol uit en is er een beetje wind of zon, dan draaien zij een beetje en is er veel zon en veel wind, dan moeten veel centrales helemaal uitgezet worden. Daarmee zijn alle elektriciteits centrales onrendabel en inefficiënt geworden. Door dat voortdurend moeten bijregelen is de elektriciteit uit de centrales duurder geworden en stoten de centrales zelfs veel extra CO2 uit. Immers, inefficiënter draaien betekent in deze techniek altijd meer CO2 uitstoten! Dat wordt verzwegen voor het publiek.
Windturbines en zonnecellen besparen door deze inefficiëntie veel minder CO2 dan de reken-sommetjes van de overheid aangeven. Deze rekensommetjes zijn bewust zo gekozen en zijn in overeenstemming met Europese richtlijnen. Zij vormen als het ware een collectief bedrog. De bewering dat 2% van onze energie uit wind en zon komt is dus zelfs nog niet waar ook! In werkelijkheid is het nog minder. En de extra CO2 die de centrales uitstoten (door regeling naar zon en wind) wordt verzwegen. Een leugen met steun van de milieu-organisaties en van linkse politiek.
De rol van kernenergie.
Elektriciteit uit kernenergie was in de vorige eeuw al zo’n 30% tot 50% goedkoper dan de elektriciteit uit alle andere centrales. Kernenergie leek de toekomst te hebben. In de jaren ’70 zagen het bedrijfsleven en de Kamermeerderheid de centrale Borssele als eerste stap naar meer goedkope kernenergie in Nederland.
In 1986 waren er vergevorderde plannen voor drie nieuwe kerncentrales in Nederland, waarvan één naast de centrale in Borssele.
Maar in oktober 1986 vond het ongeval plaats in de kerncentrale Tsjernobyl in Oekraïne. 47 doden vielen erdoor op termijn. De informatie die ons bereikte was zwartgallig en sterk overdreven. Maar ja, het was natuurlijk een naar ongeval.
Alle plannen werden daarna afgeblazen en het werd stil aan het kernenergiefront.
In 2010 waren er weer concrete plannen voor de bouw van een tweede kernenergiecentrale in Nederland. Die zou naast de kerncentrale in Borssele komen. Maar die plannen gingen van tafel toen in maart 2011 Japan werd getroffen door een zware tsunami met veel schade en enkele tienduizenden doden. De kerncentrale Fukushima kwam daarbij in grote problemen. Al vielen daarbij geen slachtoffers en bleek er achteraf geen gevaarlijke hoeveelheid straling te zijn vrij gekomen, stond de pers bol van de meest enge berichtgeving.
Daarna werd het weer stil aan het kernenergiefront. En dat is tot op vandaag zo gebleven.
Met kernenergie verschuift macht
Terwijl het volk in haar onwetendheid nog verder discussieert over gevaren van kernenergie, zijn de leiders van de groene organisaties, zoals milieuorganisaties en actiegroepen, al verder. Zij weten dat die gevaren er nauwelijks zijn en hun zorgen gaan over een heel ander punt:
“Hoe te voorkomen dat zij door kernenergie een stuk van hun macht kwijtraken?”
Meer kerncentrales zou immers betekenen dat macht weer terug komt bij het “grootkapitaal”. Want kerncentrales zullen dan op den duur het overgrote deel van de energievoorziening gaan verzorgen. Doordat zij goedkoop zijn en CO2-vrij, zullen kerncentrales op termijn de veel te dure “groene stroom” verdringen. De groene stroom, waarbij milieuorganisaties zo’n grote rol spelen. Dat kan niet anders dan ten koste gaan van macht en geld van de groene organisaties. En aan het verliezen van je macht ga je natuurlijk niet meewerken! Dus tegenwerken!
Mooie plannen die niet kunnen lukken
Inmiddels wil Nederland het “braafste jongetje uit de klas” zijn. Nederland probeert te scoren in de EU. In de klimaatwet legt de heersende Politiek vast dat Nederland de CO2-uitstoot verlaagt tot 49% in 2030 en tot 95% in 2050. Dat moet vooral gebeuren door energie te halen uit wind en zon en biomassa. In vele brieven aan alle Tweede Kamer leden en Eerste Kamer leden waarschuwen deskundigen dat dit met wind en zon en biomassa technisch onmogelijk is. En dat het daarbij niet gaat om “meningen”, maar om natuurwetten. Wat niet kan, dat kan niet. Dat zonder geknoei met cijfers zelfs de helft van de doelstellingen technisch niet kunnen worden gerealiseerd.
De politiek weet dat het niet kan
In zowel Tweede Kamer als Eerste Kamer betogen enkele welingelichte Kamerleden dat dit echt op geen stukken na realiseerbaar is. Niet omdat de wil ontbreekt maar omdat dit technisch niet mogelijk is. Maar ook die Kamerleden worden genegeerd. Zij behoren niet tot de “regeringspartijen”. Naar hen wordt daarom ook niet geluisterd. Terwijl wij weten dat binnen grote partijen binnen de regeringscoalitie, de Tweede Kamer leden zelf niet geloven in met name windenergie.
Wetenschappers sturen honderden brieven en rapporten naar Kamerleden. Zij “schreeuwen” als het ware “stop hier mee. Het kost de burger heel veel geld, maar is technisch onuitvoerbaar en wat jullie willen is strijdig met natuurwetten”. Meer dan 20 jaar lang worden de Kamerleden bestookt met brieven, rapporten en wetenschappelijke studies. Ten minste een deel van de Kamerleden weet drommels goed dat wind en zon maar een klein deel van onze energie kunnen opbrengen en dan nog tegen zeer hoge kosten.
Informatie naar het volk
De media verspreiden wél informatie die politiek en milieu-organisaties willen laten horen, maar een tegengeluid willen zij niet laten horen. Hierdoor is het volk bewust onjuist geïnformeerd.
Het volk bezit niet de kennis om te kunnen begrijpen dat wind en zon samen niet meer dan maximaal 20% van al onze elektriciteit kunnen produceren. Dat is het technisch maximum. Dat maximum is niet meer dan 4% van alle energie die Nederland gebruikt.
Biomassa op de helling
Nu pas begint “men” in te zien dat verbranding van bossen voor de productie van elektriciteit en warmte niet de goede weg is. In dat beetje energie dat tot nu toe “duurzaam” werd opgewekt had nou juist verbranding van bio-massa het grootste aandeel. Als eindelijk wordt afgezien van gebruik van “foute” biomassa moet het ook voor de politiek duidelijk worden dat Nederland de afgesproken 49% en 95% niet zal halen. Althans niet zonder … kernenergie!
Bedrog?
Inmiddels heet het dat met waterstof als aanvulling op wind en zon het allemaal gaat lukken. Waterstof in combinatie met opslag. Een zoethoudertje, meer is het niet. Maar de propaganda machine, gesteund door milieuorganisaties en politiek, bazuint enthousiaste verhalen rond. En ook hier geldt dat het volk niet voldoende kennis heeft om te doorzien dat Nederland het ook zo niet gaat redden. Grote aantallen wetenschappers geven ook nu weer aan dat dit technisch niet mogelijk is.
Het volk kan dan wel niet beter weten, maar de politici, beleidsmakers en milieu-organisaties hebben genoeg kennis beschikbaar om beter te weten. Zij hebben alle mogelijkheden om, als zij nog twijfelen, door onafhankelijk onderzoek achter de waarheid te komen. Maar dat willen zij niet.
Als de overheid bewust onjuiste informatie verspreidt, dan mag je dat bedrog noemen.
Met kernenergie kan het wél
Zowel de stap naar 49% CO2-vrije energieproductie in 2030 als 95% CO2-vrije energieproductie in 2050 is wel haalbaar met gebruik van kernenergie. Dat weet iedereen! Toch is kernenergie onbespreekbaar en wordt doodgezwegen. Dat zou zeker anders gaan als niet de “groene” organisaties in Nederland zo’n machtige rol spelen achter de linkse politieke partijen.
Ze hebben het al die tijd geweten
Wir haben es nicht gewusst” mogen politici en beleidsmakers en milieu-organisaties achteraf niet zeggen. Alle informatie is al meer dan 20 jaar voor hen beschikbaar. Ook de rechters in de URGENDA-zaak treft in mijn ogen blaam. Het moet zo zijn dat zij beter konden weten of tenminste vermoeden dat de materie te complex was, met te veel onzekerheden, om hun simplistische uitspraak te doen. Zij hadden in mijn ogen rekening moeten houden met maatschappelijke ontwikkelingen die bekend zijn en hadden met een voorzichtiger uitspraak moeten komen.
Kernenergie is technisch en economisch goed haalbaar
“Kernenergie is duur en de bouwtijd van kerncentrales is te lang om mee te kunnen doen” is één van de onjuistheden die men ons wil laten geloven.
Maar de werkelijkheid is dat energie uit kerncentrales minder dan de helft kost van energie uit wind en zon. Als je tenminste alle kosten meerekent, en niet zoals meestal wordt gedaan de extrakosten van duurzame energie worden verzwegen.
Enige tijd is de bouwtijd inderdaad lang geweest (Finland en Engeland), maar dat is verleden tijd. Nu bedragen de bouwtijden voor grote centrales nog maar enkele jaren. De eerste voorbeelden daarvan zijn inmiddels in bedrijf. Nog beter ligt dat voor de kleine modulaire kerncentrales van rond de 100 MW, maximaal 500MW (dat is zo groot als onze kerncentrale in Borssele). Kleine modulaire kerncentrales worden op een nieuwe methode gefabriceerd. Zij worden opgebouwd uit standaard onderdelen die bij de fabrikant worden gefabriceerd, waardoor minder op de bouwplaats moet gebeuren. Deze kerncentrales kunnen zelfs in twee tot drie jaar worden opgeleverd!
Dat is sneller dan een groot windpark op zee en levert toch meer elektriciteit. Kerncentrales leveren het hele jaar door, dag en nacht, de energie die de klant vraagt. En dit is bovendien de meest CO2-vrije energievorm die er bestaat, buiten waterkracht en sommige soorten geothermische energie. Ook CO2-vrijer dan energie uit wind en zon (als je, zoals dat hoort, het maken en het later afbreken en het onderhoud meetelt).
Kernenergie betekent het einde van windenergie
Waar je nooit iets over hoort, is hoe bedreigend kernenergie is voor energie uit wind en zon. Vooral voor windenergie.
Nu moeten fossiel gestookte centrales op en af regelen om de onvoorspelbare grote stoten op te vangen van elektrische energie uit wind en zon. Terwijl die centrales wel allemaal moeten blijven bestaan en klaar staan om hun werk te doen op ieder moment dat wind en zon wegvallen. De gedachte daarachter is, dat er zo enig fossiele brandstof kan worden bespaard. En dat er dus minder CO2 wordt uitgestoten. Maar als we straks weinig centrales over houden die op fossiele brandstof werken, en de productie van elektriciteit met kerncentrales plaats vindt, dan ontstaat er een nieuwe situatie:
Bij kernenergie komt minder CO2 vrij dan bij windenergie en zonne-energie (over de hele cyclus van bouwen tot en met afbreken). Wat moet je dan doen als kernenergie de belangrijkste bron wordt? Dan ga je toch niet die kernstroom afregelen voor windstroom?
Technisch is dan de beste weg om door alle windmolens stil te zetten de maximale hoeveelheid CO2 te beperken. Daarmee bespaart Nederland pas écht CO2. En bespaart nog heel veel geld ook!
Rob Walter.
Alle windmolens dan maar afbreken?
Economisch en werkgelegenheid technisch wordt dat een grote klus. Wat doe je straks, als er genoeg kernenergie is, met die windturbines die er al staan? Dan maar allemaal afbreken? En wat doe je met de mensen die in de “wind-industrie” werken? Met het afbreken van al die molens kan men natuurlijk nog wel enkele jaren geld verdienen. Maar die werkgelegenheid is maar van tijdelijke aard. Overigens zit er tegen die tijd ook heel veel wekgelegenheid in en rond de kerncentrales.
Dus: weg met die windmolens, weg met de grote macht van milieuorganisaties en actiegroepen!
Wees er zeker van dat de milieuorganisaties en actiegroepen alles zullen doen om hun macht te behouden en daarom niet meewerken aan de komst van nieuwe kerncentrales.
Dilemma voor de politiek
Voor de traditionele politieke partijen is het moeilijk om hier mee om te gaan. En zelfs voor de werkgeversorganisaties.
Hoe moet je het volk uitleggen dat je altijd geweten hebt dat wind en zon nooit fossiel kunnen vervangen, maar dat je dat niet wilde zeggen omdat er veel geld mee verdiend werd. En de druk van milieuorganisaties en politiek links heel groot was. En hoe moet je uitleggen dat je allang wist dat energie uit zon en wind miljarden extra kost. En hoe moet je uitleggen dat hele bossen zijn gekapt voor “duurzame” bio-massa verbranding, die helemaal niet duurzaam is. Waardoor méér CO2 is uitgestoten met méér fijnstof en de lucht meer verontreinigd werd. En dat dit alleen zo gebeurde omdat je luisterde naar de machtige lobby van milieuorganisaties en linkse actiegroepen. Terwijl je al die tijd wist dat je fout zat.
En hoe leg je uit dat je altijd al geweten hebt dat fossiel wél vervangen kan worden met kernenergie. En hoe leg je uit dat je al die afgelopen jaren kernenergie tegen hield omdat die een einde kan maken aan het mooie sprookje energie uit zon en wind en biobrandstoffen. En hoe leg je uit dat je al lang wist dat in de toekomst kernenergie wereldwijd (nagenoeg) de enige energiebron zal zijn die alle energie die de mens nodig heeft zal leveren. Tegen lage kosten zelfs.
Voor meer informatie: