Niet meer overheid, maar ontvlechting van belangen
Sander Boon 6-6-2020
Westerse overheden raken grip op de bevolking kwijt
De 1,5 meter maartregelen om verspreiding van het corona-virus te voorkomen werden tijdens een demonstratie in Amsterdam tegen politiegeweld in de VS massaal genegeerd. Burgemeester Femke Halsema greep niet in, stond zelfs aan de kant van de demonstranten. Het riep veel weerstand op.
Het valt natuurlijk niet goed uit te leggen dat mensen van zorg tot horeca grote offers brengen, terwijl anderen de maatregelen aan hun laars lappen en er mee weg komen. Demonstranten en burgemeester gingen met hun gedrag lijnrecht in tegen beleid van de centrale overheid.
De rest van het land houdt zich wel aan de 1,5 meter, maar steeds meer met tegenzin. In diverse landen worden onder de bevolking vraagtekens gezet bij dit beleid en nemen de protesten tegen de maatregelen ook toe. De economische schade loopt immers ook snel op.
De overheid heeft moeite om alle neuzen dezelfde richting in te krijgen. Het is een teken des tijds. De ondermijning van de legitimiteit van de centrale overheid is overal in de westerse samenleving zichtbaar. Koersen we af op meer sociale onrust en misschien zelfs volksopstanden? Welke kant kan de overheid nog op?
De overheid verliest de greep
Het vanzelfsprekende gezag waarop de politieke en bestuurlijke bovenlaag lange tijd kon bogen is tanende. Traditionele belangenvertegenwoordiging in de politiek heeft steeds minder vaste aanhang. De kiezer zweeft tussen verkiezingen van de ene naar de andere partij. Alle nieuwe linkse en rechtse populistische bewegingen kunnen worden beschouwd als uitdrukking van onvrede over de politieke en economische koers. Van alle kanten ligt de centrale overheid onder vuur.
Door de toegenomen complexiteit van de (wereld)problemen lukt het de overheid niet meer om vertrouwenwekkend op te treden. De middenklasse mort omdat de overheid er niet in lijkt te slagen veiligheid en welvaart te borgen.
Links bekritiseert de overheid omdat ze teveel het marktdenken heeft omarmd, rechts bekritiseert de overheid omdat die zich teveel met de samenleving bemoeit. De burgerlijke onvrede is al op veel plekken, denk aan de ‘gele hesjes’ in Frankrijk, ook al gewelddadig aan de oppervlakte gekomen. Dat zal met de verdieping van de huidige economische crisis niet minder worden.
Een nieuwe crisis dient zich aan
Tien jaar lang werd er van alles gedaan door overheden en centrale banken om de economie na de kredietcrisis weer te laten groeien en het vertrouwen te herstellen. Toch beleven we als gevolg van het corona-virus weer een diepe financiële en economische crisis. Dit terwijl de gevolgen van de kredietcrisis van 2008 nog niet eens zijn uitgewist. Nu de economie stagneert, de werkloosheid toeneemt en de belastinginkomsten afnemen, is bij veel landen nog maar weinig ruimte om de economie te kunnen stimuleren.
Volgens het CPB kan de huidige crisis uitmonden in een nieuwe eurocrisis. Dit komt door de nog steeds aanwezige kettingreactie (‘doomloop’) tussen overheden en banken. Banken hebben veel staatsleningen gekocht om ze te kunnen gebruiken als onderpand. Als overheden in problemen komen, dan komen banken in problemen en vice versa, ik schreef hier eerder over in dit artikel. Bij ons moet de ECB dit probleem oplossen door de geldpers aan te zetten. Er worden steeds meer staatsleningen, hypotheekleningen en bedrijfsschulden opgekocht.
Er is nu dus tegelijkertijd sprake van een dubbele crisis: een legitimiteitscrisis van westerse overheden en een economische crisis door de verwevenheid van banken en diezelfde overheden.
Overheid nam teveel hooi op de vork
De overheid is de afgelopen decennia op steeds meer vlakken in de samenleving binnengedrongen, terwijl de markt juist steeds meer op de overheid is gaan leunen om meer risico’s te kunnen nemen en te kunnen expanderen. Er is sprake van institutionele belangenverstrengeling van een grote financiële sector met omvangrijke bureaucratieën.
De linkse analyse dat de overheid de afgelopen decennia teveel het marktdenken heeft omarmd klopt ten dele. Op veel beleidsterreinen is men de burger als klant gaan behandelen, terwijl er geen marktmechanisme was om beleidsfouten af te straffen. ‘Klanten’ konden immers niet weglopen.
De rechtse analyse dat de overheid zich teveel met de samenleving is gaan bemoeien is ook begrijpelijk. Op tal van terreinen heeft de overheid te veel hooi op de vork genomen om ongelijkheid te kunnen bestrijden en de welvaart te herverdelen.
Om dit alles te kunnen betalen heeft de overheid het bedrijfsleven de ruimte gegeven om geld te verdienen en aan banken en andere financiële instellingen om heel veel krediet te creëren. Door de groeiende economie namen de belastinginkomsten toe. Hier kon het gewenste culturele en sociale beleid mee worden bekostigd.
Veel mensen zijn zo voor hun inkomen, baan of opdrachten afhankelijk geworden van de overheid. Het heeft ook een vals soort individualisme aangewakkerd, het ‘dikke ik’: private winst, gesocialiseerd verlies. Onder de dekmantel van de collectieve middelen ontstond bovendien een ‘draaideur-carrousel’ van elkaar baantjes toespelende bestuurders.
Niet meer overheid, maar ontvlechting van belangen
De overheid heeft zichzelf in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd. De bevolking verwacht nu dat de economische stagnatie wordt verholpen terwijl die er zelf aan ten grondslag ligt. Dit is gevaarlijk omdat het de overheid dwingt steeds meer macht naar zich toe te trekken om overeind te kunnen blijven. Het wakkert de sluimerende en groeiende onvrede onder de bevolking alleen maar verder aan.
De oplossing van het probleem moet juist worden gezocht in de ontvlechting van belangen. Een scheiding van overheid en economie. Een scheiding ook van overheid en samenleving. Banken, financiële instellingen en het lobbyende grootbedrijf moeten weer op eigen benen gaan staan.
Risico’s die zij nemen moeten bij henzelf neerslaan, niet bij de belastingbetaler. Grote bedrijven moeten gewoon weer voldoen aan de belastingregels zoals die ook gelden voor het MKB. Dat betekent dus afschaffen van speciale ‘rulings’. Ook moet worden afgestapt van het bevoordelen van schuld boven bezit.
Tegelijkertijd moet de overheid erkennen dat er teveel is beloofd aan de verschillende deelbelangen in de maatschappij. Er is teveel hooi op de vork genomen. Deze beloften kunnen namelijk alleen maar worden ingelost door banken, financiële instellingen en het grootbedrijf te bevoordelen.
Een nieuwe politiek-maatschappelijke agenda
De Franse filosoof Frédéric Bastiat schreef in 1848: de Staat is een fictie waarbij iedereen leeft op kosten van een ander. Zolang de economische koek groeide kon de fictie bestaan. Nu de koek krimpt moet er echter pijn worden verdeeld. Dit roept spanningen op. Een neutrale overheid die beter handhaaft zal meer respect afdwingen. Dit is nodig om de toenemende conflicten van verschillende denk- en geloofsrichtingen in onze samenleving te kunnen beslechten.
OVER DE AUTEUR
Sander Boon
Sander Boon is politicoloog, auteur van ‘De Geldbubbel’ (2012), columnist en onafhankelijk vermogensadviseur.
0 reacties :
Een reactie posten