'Het is tijd om in de discussie over kernenergie los te komen van hysterische (on)veiligheidsclaims'
Artikel gaat verder na video.
Laten we ten eerste de ‘totale primaire energievoorziening’ van Nederland in aanmerking nemen. Primaire energiebronnen zijn bijvoorbeeld fossiele brandstoffen, kernenergie, zonne-energie en windenergie. Uit cijfers over 2018 van het International Energy Agency (IEA) blijkt dat de Nederlandse energievoorziening voornamelijk bestaat uit aardgas (43%) en aardolie (36%).
Kernenergie is hekkensluiter met 1.3%. Zelfs met een voortvarende uitbreiding van de nucleaire capaciteit in Nederland gaat het lang duren voordat kernenergie een factor van betekenis gaat worden. Om een idee te geven, als de nucleaire capaciteit vanaf nu (2020) zou groeien gedurende 10 jaar, met 10% per jaar, dan is het verwachte aandeel kernenergie in de totale energievoorziening rond de 3.5% in 2030.
Kernenergie is hekkensluiter met 1.3%. Zelfs met een voortvarende uitbreiding van de nucleaire capaciteit in Nederland gaat het lang duren voordat kernenergie een factor van betekenis gaat worden. Om een idee te geven, als de nucleaire capaciteit vanaf nu (2020) zou groeien gedurende 10 jaar, met 10% per jaar, dan is het verwachte aandeel kernenergie in de totale energievoorziening rond de 3.5% in 2030.
Laten we vervolgens inzoomen op kernenergie. Met de bestaande technologie kan kernenergie alleen gebruikt worden om elektriciteit te produceren. Ik heb daarom de ‘totale energieconsumptie per bron’ bekeken in NL (IEA, cijfers over 2017). De consumptie per bron geeft aan in welke vorm consumenten uiteindelijk energie gebruiken. De cijfers zijn ontnuchterend: olieproducten 40% (benzine, diesel, etc), aardgas 34% (industrie, glastuinbouw, huishoudens), en elektriciteit 15%. Met andere woorden, zelfs als alle elektriciteit in Nederland zou worden opgewekt met kernenergie is slechts 15% van het (huidige) totale energieverbruik afgedekt – de resterende 85% van het energieverbruik komt dan nog steeds grotendeels voor rekening van fossiele brandstoffen.
Uit deze data moet de conclusie zijn dat het niet redelijk is te verwachten dat kernenergie een oplossing biedt om op korte termijn (zeg, binnen een decennium) de CO2-uitstoot van de Nederlandse economie drastisch te reduceren. De opmerking ‘we moeten gewoon meer kerncentrales bouwen’ is makkelijk gemaakt, de praktijk is weerbarstiger.
Op 19 juni 2020 was het 47 jaar geleden dat de vergunning voor de kerncentrale in Borssele werd afgegeven. Een halve eeuw waarin de overheid, energiebedrijven, consumenten (industrie en huishoudens) en maatschappelijke organisaties de tijd hadden de omstandigheden te creëren om, na Borssele, andere kerncentrales te bouwen. Het is er niet van gekomen, kernenergie is een taboe-onderwerp geworden en dat zal voorlopig zo blijven. Vandaar dat ik durf te stellen: onder de huidige omstandigheden is het niet te verwachten dat in Nederland een nieuwe kerncentrale wordt gebouw en dus is kernenergie als optie voor de energievoorziening in Nederland een gepasseerd station.
Maar: ik ben een techneut, een beta-nerd, een fietsenmaker uit Delft. Als ik alle aspecten van kernenergie in overweging neem, dan is voor mij kernenergie de beste, de optimale, de meest redelijke energiebron. Het is tijd om in de discussie over kernenergie los te komen van hysterische (on)veiligheidsclaims, onredelijke risico-analyses, en hypothetische ongelukken, en te concentreren op de gegarandeerde voordelen van kernenergie: uitbundige hoeveelheden goedkope energie en een schoon milieu.
Maak het aantrekkelijk voor de private sector om te investeren in onderzoek naar kernenergie-technologie. Dan is het goed denkbaar dat in 2040 een nieuwe generatie reactoren, als ware het de Tesla van de kernenergie, het licht zal zien, ook in Nederland. (En ondertussen hou ik me aanbevolen voor donaties om mijn eigen kernreactor te gaan bouwen.)
TPO
0 reacties :
Een reactie posten