Zo blijkt er in tijden van crisis een behoefte aan krachtig leiderschap te zijn....9-6-2020
Waar komt dat alarmisme toch vandaan?
Een bijdrage van André Bijkerk.
Alle levende wezens op aarde hebben één ding gemeen, als individu zullen ze eens sterven. Het gaat daarom om het voortbestaan van de soort, waar de natuur zich als het ware op concentreert. Immers, een soort dat zich niet netjes reproduceert, is gedoemd uit te sterven.
Het voortbestaan van de soort hangt echter niet alleen af van de reproductie maar ook van de kwaliteit van het biotoop, de leefomgeving. De mens is wellicht de enige soort die bewust tot dit besef kan komen. Daarom moeten er kinderen komen en je hebt de plicht om hen een zo goed mogelijke start te geven in het leven. Daar hoef je niet echt over na te denken, het geldt voor elke soort. Miljoenen jaren evolutie heeft dit in het onbewuste, de instincten, ingeprent.
Maar voor de mens is het onverdraaglijk dat zij, als kampioenen van overleving, uiteindelijk als individu toch de geest moeten geven. Volgens de Terror Management Theorie bestaat er daarom de neiging om naar alternatieve onsterfelijkheid te streven, zoals in religies maar ook door voort te leven in de nagedachtenis van de mensheid als iemand die het waard is om te gedenken. Daarom moet je je onderscheiden. Dat kan bijvoorbeeld als groot schilder, beeldhouwer, dichter, dapper krijgsheer, maar ook als krachtige en wijze bestuurder die dapper en belangeloos het volk en/of haar leefomgeving behoedt voor het grote onheil.
Dat laatste combineert beide problemen, het veilig stellen van de leefomgeving van de nakomelingen rechtvaardigt zeker het voortbestaan in hun nagedachtenis als een groot mens. De profilering als belangeloze medestrijder voor een perfect milieu is dan ook zeer belangrijk en daarom ook veel populairder dan een ereplaats in de kunst en cultuur. Nu zijn er overduidelijke concrete bedreigingen van de leefomgeving en de bestrijding daarvan is dan ook zeker vereist. Toekomstverkenningen en anticipatie van de concrete problematiek zijn broodnodig. Maar er schuilt ook een gevaar in.
De erkenning wordt groter naar gelang het gevaar voor het welzijn groter is. Zo blijkt er in tijden van crisis een behoefte aan krachtig leiderschap te zijn (i). Zo doet ook nu de belangrijkste regeringspartij goede zaken met het electoraat in de coronacrisis, onverschillig of de maatregelen wetenschappelijk hout snijden of niet.
Nu is het effect van groot gevaar op de behoefte aan krachtig leiderschap niet onbekend in de geschiedenis en dus – omgekeerd – hebben de aspirant redders van de mensheid ook een behoefte aan grote bedreigingen voor die mensheid en zijn milieu, waarmee ze hun bestaansrecht verzekeren. Als dergelijke nakende rampen er niet zijn, dan moeten ze maar worden gemaakt. En daarom bestaat er de neiging tot extreme uitvergroting van potentiele problemen. Voorbeelden daarvan zijn er te over. Daarnaast is er de neiging om die uitvergroting verder te consolideren door een beroep op consensus en door actieve onderdrukking van afwijkende opvattingen. Zo kan een mug uitgroeien tot een olifant in de porseleinkast..
Bestrijding van dergelijke als olifant vermomde muggen kan echter wel de middelen onttrekken die nodig zijn om de èchte problemen het hoofd te bieden, waardoor de beoogde actie uiteindelijk totaal averechts werkt op de hogere doelstelling. Als je bijvoorbeeld de zorgsector totaal uitkleedt om een onmogelijke en zinloze energietransitie te realiseren, dan blijkt vervolgens dat je enorm kwetsbaar bent geworden voor een onverwachte pandemie en in plaats van postume lauweren dreigt dan eeuwige hoon. Voor de coronacrisis zal dit op niet al te lange termijn blijken.
De hoop is dat dit nog net op tijd is om de parallellen van de coronabeleidsramp met de klimaat-energiebeleidsramp te onderkennen en net op tijd ‘ten halve te keren’. Daarom is het van eminent belang om juist nu juist de klimaatdialoog te bevorderen en tegenargumenten op hun waarde te schatten. Luister dus naar CLINTEL
Voor CLINTEL zie hier.
Literatuur
i Pyszczynski, T., Solomon, S., & Greenberg, J. (2002). In the wake of 9/11: The psychology of terror. American Psychological Association
0 reacties :
Een reactie posten