Klimaatblog: Voorlopig geen nieuwe zonneparken in Friese weiden

Datum:
  • woensdag 3 juni 2020
  • in
  • Categorie: , , ,
  • Het is misschien wel het meest controversiële politieke thema van het moment: het klimaatbeleid. 3-6-2020

    Vrijwel elke dag vliegen politici, klimaatactivisten en -sceptici elkaar in de haren over kwesties als energiebeleid, CO2-uitstoot en subsidies. In dit blog houdt EW u onder redactie van Rob Ramaker op de hoogte van de laatste klimaatdiscussies en -cijfers.

    3 juni – Tot nader order geen zonneparken op Friese landbouwgrond

    In Friesland komen voorlopig geen nieuwe zonneparken op landbouwgrond. Vanaf woensdag 3 juni nemen de Provinciale Staten dergelijke projecten niet langer in behandeling, meldt de provincie.
    Het gaat niet om een verbod maar een stop. De Staten vinden dat de bestaande regels hen te weinig wapens geven om de aanleg van zonneparken op ongewenste locaties te voorkomen. Er wordt nu gewerkt aan nieuwe regels. Deze zullen een zogenoemde zonneladder bevatten; een ranglijst voor het type locaties. Het is de verwachting dat zonne-energie op daken en vervuilde en onbruikbare grond nadrukkelijk de voorkeur krijgen boven landbouwgrond.
    Deze zomer moet er een opzet van het nieuwe beleid zijn. Ingediende en nieuwe projecten worden dan beoordeeld met de nieuwe criteria.
    Energiebeleid provincie leidt tot spanning in Friesland
    Er woedt al langer discussie over zonneparken in Friesland. De druk op weidegrond is al groot – bijvoorbeeld om ruimte te bieden aan weidevogels en meer extensieve landbouw. In Wirdum, bij Leeuwarden, sneuvelde al eens een plan door weerstand van omwonenden. Ook bij regionale natuurorganisaties groeide afgelopen jaren de zorg. In december 2019 liet de Friese Milieufederatie nog de aanleg van een park bij Oosterwolde stopzetten. Er zou te weinig rekening zijn gehouden met cultuurhistorie en landschap. In mei oordeelde de rechter dat de bouw toch door mag gaan.

    29 mei – Mogelijk laatste West-Europese kolencentrale gaat aan het net

    Duitsland sluit zaterdag 30 mei een nieuwe steenkolencentrale aan op het elektriciteitsnet. Het is mogelijk dat dit de laatste nieuwe kolencentrale van West-Europa zal blijken.
    De Datteln 4-centrale ligt in het Ruhrgebied op anderhalf uur rijden van Nederland en is al sinds 2007 in aanbouw. Het project is in Duitsland uiterst controversieel. Aan de ene kant gaat om een moderne kolencentrale met een hoog rendement. Elektriciteitsopwekking met zo’n centrale gebeurt efficiënter en schoner dan veel oudere – en viezere – centrales. Het zou goed zijn als Datteln-4 die ‘oudjes’ uit de markt duwt.
    Tegelijkertijd belast steenkool het klimaat zwaarder dan andere fossiele brandstoffen; Per kilowattuur komt ongeveer twee keer zoveel CO2 vrij als bij het verbranden van aardgas. De uitstoot is nog veel hoger dan bij CO2-arme energiebronnen als kernenergie, wind en zon.
    Milieuorganisaties protesteerden fel tegen de ingebruikname van Datteln 4 en ook op zaterdag worden protesten verwacht. In Duitsland is al een akkoord gesloten over een Kohleausstieg. Uiterlijk in 2038 sluit de laatste kolencentrale. Er loopt nog een vergunningsaanvraag voor een nieuwe centrale van het bedrijf Dow in Noord-Duitsland, maar het is onzeker of die er ooit komt. De mijnen zijn allemaal al dicht.
    Het verhaal van Datteln 4 zal Nederlanders bekend voorkomen. In 2004 besloot het kabinet Balkenende-II drie kolencentrales te bouwen – twee op de Maasvlakte en één in de Eemshaven. Doel was goedkopere stroom te leveren uit meer diverse bronnen.
    Gedurende de bouw veranderde de tijdgeest enorm. Bij oplevering in 2016 was ‘klimaat’ een belangrijk politieke thema geworden. De kolencentrales waren omstreden en voor velen ongewenst. Vanaf 2030 mogen ze geen steenkool meer verstoken. Bovendien komt het kabinet met productieplafonds voor de centrale. Het is één van de maatregelen om aan het Urgenda-arrest te voldoen.
    Steenkool is overigens in het grootste deel van Europa op zijn retour. België, Zweden en Oostenrijk sloten hun laatste centrale al. In veel andere landen daalde het aandeel scherp. Duitsland gebruikt nog altijd relatief veel steenkool, mede door het uitfaseren van kernenergie. Eind 2019 sloot in Philippsburg nog een kernreactor. Deze wordt momenteel gesloopt.

    26 mei – ‘Steun klimaatbeleid niet automatisch steun voor van gas los’

    Vier op de vijf Nederlanders wil, in meer of mindere mate, actie tegen klimaatverandering. Maar dat betekent niet dat mensen automatisch enthousiast zijn over concreet klimaatbeleid. Zo is maar één op de twee mensen ‘in enige mate’ voorstander van het aardgasvrij maken van huizen.
    Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
    Positieve opvattingen over het beleid betekenen ook zeker niet automatisch dat mensen actie zullen ondernemen. Het SCP onderscheidde vijf groepen op hun plannen. Circa 6 procent bleek een ‘overtuigde voorloper’. Dit zijn de mensen met kennis en zin die mogelijk snel hun huizen willen ombouwen.
    Maar de meeste mensen weifelen in veel sterkere matte. Ze zijn gematigd voorstander maar weten eigenlijk weinig van het onderwerp (46 procent), ze twijfelen (19 procent) of zijn twijfelende (25 procent) of geharde tegenstanders (3 procent).
    Deze uitkomst doet twijfelen aan de haalbaarheid van het beleid. Aardgasvrij wonen is bij uitstek iets waaraan mensen actief moeten meewerken om het te doen slagen. Zij bezitten immers de huizen en moeten investeringen doen. De onderzoekers adviseren de overheid daarom de grote groep van twijfelaars en weifelaars nader te informeren.
    Er blijkt vaker een kloof te zijn tussen steun voor klimaatbeleid in algemene zin en concrete plannen. In dit geval bleken veel deelnemers aan het SCP-onderzoek kritiek te hebben op de totstandkoming van het ‘van-gas-los-beleid’. Ze zagen het vaak als een opgelegd doel, en het proces als weinig transparant. Het zou beter zijn geweest wanneer de bevolking intensiever was geraadpleegd.
    Voor- en tegenstanders zijn niet gelijkmatig verdeeld over de samenleving. Jonge mensen en vrouwen zijn vaker voorstander. Net als hoogopgeleiden en mensen die makkelijk rond komen. Deze groepen zien klimaatverandering vaker als probleem en kunnen de praktische gevolgen ook makkelijker dragen. Mensen die meer rechts zijn of weinig fiducie hebben in het kabinet zijn vaker tegenstander.

    20 mei –  Rekenkamer: ‘150 miljoen euro uitgegeven, pas enkele huizen van het gas’

    De Rekenkamer oordeelt keihard over de plannen om huizen van het aardgas af te halen. In het verantwoordingsonderzoek 2019 dat vandaag verschijnt, staat dat al 150 miljoen euro is uitgegeven terwijl pas ‘enkele’ huizen echt van het gas af zijn.
    Het is maar de vraag of dit komende jaren beter zal gaan met het programma Aardgasvrije Wijken. Volgens de Rekenkamer geeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een veel te optimistisch beeld van het tempo waarin wijken ‘van het gas afgaan’. Het ministerie verwacht de huidige investeringen dit tempo versnellen – als een soort vliegwiel. Maar volgens de Rekenkamer is onduidelijk wat dat vliegwiel concreet is.
    Ook op andere punten zijn de controleurs kritisch. In de uitingen van het ministerie veranderde veelvuldig wat nou het doel van het beleid was. Verder is onduidelijk in hoeverre de gesubsidieerde plannen ook niet waren doorgegaan zonder overheidssteun. De Rekenkamer omschrijft vooral de beginfase van als ‘geld op zoek naar een plan’.
    In een reactie zegt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toe dat er in 2022 een evaluatie komt. Maar de Rekenkamer vindt dit ‘gezien de inhoudelijke zwakheden’ te laat. ‘Hoe eerder deze evaluatie plaatsvindt, hoe meer profijt Nederland heeft van het programma om gebouwen in versneld tempo van het aardgas af te krijgen.’

    13 mei –  ‘Investeer in waterstofleidingen, CO2-opslag en het stroomnet’

    Zonder miljardeninvesteringen in onder meer waterstofleidingen, CO2-opslag en een zwaarder stroomnet kan de industrie niet voldoen aan zijn klimaatdoelen. Dat concludeert de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI) in een advies.
    Het kabinet wil dat Nederland in 2030 de helft minder broeikasgassen uitstoot ten opzichte van 1990. De industrie moet hiervan een relatief groot deel voor zijn rekening nemen, staat in het klimaatakkoord. Minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD) vroeg ‘TIKI’ te kijken of de infrastructuur hier klaar voor is.
    De taskforce bestond uit Carolien Gehrels, oud-PvdA-wethouder in Amsterdam en nu directeur bij ingenieursbureau Arcadis, Marc van der Linden, CEO van netbeheerder Stedin en Hans Grünfeld, directeur van VEMW, de belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers. Zij spraken met vertegenwoordigers van industriële bedrijven, ambtenaren en nutsbedrijven.
    Het rapport ziet diverse uitdagingen. Zo gaat het om forse investeringen. Tot 2030 is al 40 tot 50 miljard euro nodig. Vooral het verzwaren van het stroomnet is duur. Voor het landelijke door netbeheerder TenneT beheerde deel is 12,5 miljard euro nodig. Regionale netten vergen nog eens 23 tot 26 miljard euro. TIKI adviseert dan ook waar mogelijk energie niet als stroom maar als waterstof te vervoeren, dat is op termijn goedkoper. Er moet een ‘ruggengraat’ komen voor zo’n waterstofnet. En infrastructuur om CO2 op te kunnen slaan en later te gebruiken.
    Dit wordt een ingewikkelde klus. De taskforce merkt op dat Nederland al erg vol is, en dat nieuwe infrastructuur moet worden ingepast. Verder zijn afspraken nodig om risico’s te spreiden en informatie te delen zonder dat bedrijven mededingingsregels schenden. Ook moeten leidingen en plannen worden afgestemd met omliggende landen. Duitsland is bijvoorbeeld al druk met zijn eigen waterstofplannen.
    Later dit jaar komt er een kabinetsreactie. Maar bij de presentatie leek minister Wiebes in zijn nopjes. De investeringen in duurzame infrastructuur ziet Wiebes nadrukkelijk niet slechts als kostenpost maar als ‘een kans’. Door voorop te lopen in het ombouwen naar een CO2-neutrale industrie kan Nederland juist meer bedrijvigheid en banen aan te trekken, hoopt hij. In interviews gaf Wiebes afgelopen jaar al aan zich zorgen te maken over het toekomstig verdienvermogen van Nederland.

    12 mei – Shell heeft meest ambitieuze klimaatdoel oliebedrijven

    Shell heeft het meest verregaande klimaatdoel van alle oliebedrijven, ook wel ‘majors’ genoemd. Dat concludeert het Transition Pathway Initative (TPI), een door investeringsfondsen opgerichte organisatie die bekijkt in hoeverre bedrijven klaar zijn voor een CO2-neutrale toekomst. Maar, schrijft TPI, over de hele linie doen oliebedrijven nog niet genoeg om wereldwijde opwarming met meer dan 2 graden Celsius te voorkomen.
    Het zijn vooral de Europese energiereuzen die afgelopen maanden hun ambities aanscherpten. Achtereen kwamen bedrijven als EniBPShell en Total met nieuwe of aangescherpte doelen. Het Britse BP sloeg zelfs de handen ineen met de activistische belegger Follow This. Voor Amerikaanse majors lijkt het thema klimaat minder hoog op de agenda te staan.
    Aangezien de diverse bedrijven hun doelen elk op een andere manier formuleren zijn ze niet zomaar te vergelijken. Het Italiaanse ENI heeft een absoluut doel – in 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen zijn gedaald met 80 procent. De meest bedrijven hanteren relatieve doelen. Bij het maken van producten moet steeds minder CO2 gaan vrijkomen. Shell wil dat in 2050 de productie 65 procent minder broeikasgassen uitstoot. Dit zegt niets over het productievolume en de daadwerkelijke uitstoot kan dus meer of minder afnemen.
    TPI concludeert dat de majors flink ambitieuzer zijn geworden. Maar ze voldoen nog niet allemaal aan de eisen uit het Klimaatverdrag van Parijs. Geen van de oliebedrijven brengt volgens TPI zijn uitstoot snel genoeg terug om de wereldwijde temperatuurstijging tot 2 graden te beperken.
    Bron: Carbon Performance of European Integrated Oil and Gas Companies: Briefing Paper (TPI)

    11 mei – CBS: flinke daling steenkoolgebruik in 2019

    Het gebruik van steenkool daalde vorig jaar met 22 procent ten opzichte van 2018, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat is de grootste daling sinds 2000. Waarschijnlijk zal dit aandeel steeds verder afnemen. Om te voldoen aan het Urgenda-arrest wil minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD) productieplafonds afspreken met de vier resterende kolencentrales. Een centrale ligt sowieso door technische problemen stil en eind vorig jaar sloot de Hemwegcentrale al. Vanaf 2030 wordt het opwekken van elektriciteit met steenkool sowieso verboden.
    De neergang van steenkool is breder en treedt op in de meeste westerse landen. Oorzaken zijn een combinatie van overheidsbeleid, stijgende CO2-prijzen en goedkoop gas. Het Verenigd Koninkrijk, bakermat van de Industriële Revolutie, vestigde onlangs een record door een maand lang geen steenkool te gebruiken voor energieopwekking. Al komt dat mede door de coronacrisis en importeert het Verenigd Koninkrijk stroom uit netten die wel stroom krijgen van kolencentrales, zoals Nederland.
    In 2019 gebruikte Nederland overigens niet minder energie. Steenkool werd verdrongen door gas – dat in steeds grotere mate wordt geïmporteerd. Ook groeit het aandeel hernieuwbare bronnen. Netto is dat goed voor de uitstoot van broeikasgassen. Die daalde in 2019 met 3 procent ten opzichte van 2018. De jaarlijkse uitstoot is nu 18 procent lager dan in het ijkjaar 1990. Om het Urgendavonnis te halen moet dat percentage dit jaar om 25 procent uitkomen.

    0 reacties :

    Een reactie posten