Dat is althans de tendens in de dertig energieregio’s, schrijft Gertjan van Schoonhoven. Die moeten het Rijk uiterlijk 1 oktober melden hoe ze de ambities van het Klimaatakkoord gaan realiseren. Concreet: hoeveel wind- en zonneparken ze in hun regio denken te bouwen.
Van de 30 regio’s hebben er 24 hun concept-Energiestrategie klaar. En die blijken massaal voor zonne-energie te gaan, analyseerde de NOS onlangs. Het Nationaal Programma dat de operatie begeleidt, signaleert zelfs een dreigende ‘disbalans’ tussen wind en zon. Zoveel ‘zon’ kunnen de netwerken niet aan.
Nederland verandert in één grote bebouwde kom
Lees ook dit coververhaal nog eens terug: Hoe de zon ruimte vreet
Bestuurlijk is de keuze wel te begrijpen. Regionale bestuurders worstelen met het draagvlak en zonneparken zijn minder impopulair dan windparken. Maar het toch al zo aangetaste landschap schiet er weinig mee op. Integendeel. Met windturbines gaat de horizon naar de bliksem, met zonneparken de rest.
Je kunt ze ‘zonneweides’ noemen, er schapen tussen zetten en bloemetjes voor de bijtjes eromheen. Maar die schaamlapmiddelen kunnen niet verhullen dat de zonneparken zullen zorgen voor een ongekende industrialisatie van het landschap. Overal waar je ze ziet verrijzen, doet het pijn aan de ogen. Weg uitzicht. Weg ruimte.
Andere smaken dan wind en zon ontzegt Nederland zichzelf. En het wil alles zelf opwekken – op importeren rust bizar genoeg een taboe. Zo verandert Nederland in één grote bebouwde kom.
23-5-2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten