De kosten van kernenergie zijn vergelijkbaar met die van zonne- en windenergie, maar dan moet atoomstroom wel altijd voorrang krijgen op het elektriciteitsnet én de overheid moet een groot deel van de financiële risico's op zich nemen.
Heleen Ekker 15-4-2020
Gebeurt dat niet, dan is kernenergie duurder, blijkt uit een studie door de bureaus Berenschot en Kalavasta in opdracht van de netbeheerders en het ministerie van Economische Zaken.
Ook in een tijd waarin vrijwel alle aandacht uitgaat naar corona, stopt het denken over de aanpak van het klimaatprobleem niet. De uitvoering van het klimaatakkoord voor 2030 is in volle gang en netbeheerders vinden dat er ook al naar de langere termijn gekeken moet worden. Ze gaven de opdracht aan de twee bureaus om te onderzoeken hoe een klimaatneutraal Nederland er in 2050 uit kan zien.
De onderzoekers maakten vier verschillende scenario's (.pdf) en hun impact op het landschap (.pdf). Het ministerie van Economische Zaken verzocht daarnaast ook een nucleaire variant (.pdf) te onderzoeken. De verschillende studies zijn vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Nieuwe kerncentrales?
De opdracht van het ministerie om ook kernenergie te onderzoeken, is opmerkelijk. Het onderzoek naar de energiescenario's was al bezig toen het ministerie eind vorig jaar met deze vraag kwam. In een eerdere soortgelijke studie was er niet gekeken naar de mogelijkheid van nieuwe kerncentrales. Maar "sindsdien is in diverse discussies gebleken dat aan een variant met kerncentrales toch behoefte is", staat in het nieuwe rapport.
Doel van het onderzoek was om te kijken of de inzet van nieuwe kerncentrales de energietransitie goedkoper kan maken. Dit blijkt in alle acht onderzochte varianten niet het geval te zijn. Kerncentrales zijn duur om te bouwen en hebben in tegenstelling tot zonne- en windenergie ook brandstof (verrijkt uranium of plutonium) nodig. Ook zijn de ontmantelingskosten hoger dan van duurzame energie.
Onder voorwaarden toch haalbaar
Tot nu toe was een nieuwe kerncentrale daarom financieel niet haalbaar. Maar als geregeld wordt dat kernenergie altijd voorrang krijgt en de overheid garant staat, zou die zogenoemde businesscase vergelijkbaar kunnen zijn met die voor voornamelijk zonne- en windenergie.
"In de periode dat zon en wind goedkoper zijn geworden, zijn kerncentrales juist duurder geworden", zegt onderzoeker John Kerkhoven van Kalavasta. Dat komt onder meer doordat de huidige generatie kerncentrales meer veiligheidseisen kent dan bijvoorbeeld de kerncentrale bij Borssele.
Daarnaast is ook gekeken of een kerncentrale ingezet kan worden als producent van stroom of waterstof, voor periodes dat de zon niet schijnt en de wind niet waait. Maar "zon en wind zijn de laatste jaren zo goedkoop geworden, dat ze hun eigen backup kunnen betalen", zegt Kerkhoven. Dat wil zeggen dat met overtollige zonne- en windenergie waterstof gemaakt kan worden, om als achtervang te kunnen dienen als er geen zon en wind is.
Politieke keuzes nodig
Al eerder is afgesproken dat Nederland in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Maar er zijn verschillende manieren waarop dat doel bereikt kan worden: veel of weinig inzet van CO2-opslag onder de grond, nog meer windmolens op land erbij of juist op zee, meer of minder grote zonneparken.
"Voor langetermijninvesteringen hebben we concrete maatschappelijke en politieke keuzes nodig; keuzes die de overheid moet maken", stellen de netbeheerders. "Structurele aanpassingen van de energienetten zijn kostbaar en tijdrovend; tijdige politieke keuzes, vertaald in consistent en samenhangend beleid, dragen sterk bij aan betaalbaarheid van de energietransitie."
Uit de onderzoeken blijkt dat het veel uitmaakt hoe de energietransitie wordt aangestuurd. In alle scenario's krijgen zonne- en windenergie een grote rol. Maar als er vooral regionale plannen worden gemaakt, zullen er daarnaast waarschijnlijk veel warmtenetten worden aangelegd, terwijl bij meer landelijke sturing huizen vaker elektrische warmtepompen krijgen, verwachten de onderzoekers.
Industrie
Ook voor de industriesector zijn de verschillen groot. In het ene scenario (bij regionale sturing) is er sprake van krimp, terwijl in het andere de industrie juist groeit. De verkenning is ontwikkeld door netbeheerders, in samenwerking met de industrie en andere marktpartijen.
De onderzoekers benadrukken dat er niet een keuze uit één van de scenario's hoeft te worden gemaakt, maar dat er ook elementen uit de verschillende scenario's kunnen worden gecombineerd.
NOS
0 reacties :
Een reactie posten