Op 7 februari 2020 is een nieuwe Kamerbrief over de voortgang van de stikstofproblematiek gestuurd.
9-2-2020
Voortgang stikstofproblematiek: landbouw en gebiedsgerichte aanpak
Op 7 februari 2020 is een nieuwe Kamerbrief over de voortgang van de stikstofproblematiek gestuurd. Deze Kamerbrief gaat over maatregelen in de landbouw en een verdere impuls van de gebiedsgerichte aanpak. De Kamerbrief bevat ook enkele gewijzigde inzichten.
Belangrijkste punten
De belangrijkste punten uit de Kamerbrief van 7 februari 2020 zijn naar mijn mening de volgende:
- Er komt geen koppeling tussen de verkoop van ammoniakrechten ten behoeve van extern salderen en de inname van dier- en fosfaatrechten. Als een veehouder zijn ammoniakrechten verkoopt aan een private partij, behoudt hij zijn dier- en/of fosfaatrechten. Deze worden dan dus niet ingenomen. Deze zullen wel worden ingenomen bij opkoop van veehouderijen door de overheid.
- Het verleasen van ammoniakrechten wordt mogelijk om projecten met tijdelijke stikstofdepositie toe te kunnen staan.
- Beweiden en bemesten is niet vergunningplichtig.
Hieronder volgen de hoofdlijnen van de Kamerbrief.
Landbouw
In de landbouw komen er maatregelen voor stoppers en voor blijvers.
Voor stoppers wordt € 350 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het Rijk. Dit bedrag is bedoeld om veehouders die willen stoppen gericht op te kopen. Dit is onderdeel van het gebiedsproces.
Voor blijvers wordt € 172 miljoen beschikbaar gesteld. Dit bedrag is bedoeld voor innovatieve, brongerichte verduurzaming van stallen.
Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen
Om de innovatieve, brongerichte verduurzaming van stallen te ondersteunen, wordt het ontwikkelen van nieuwe technieken gestimuleerd. Het gaat om technieken die alle schadelijke emissies in samenhang en brongericht reduceren en in de kringloop houden. Bovenop deze technieken kunnen innovatieve end of pipe technieken worden gebruikt. Deze mogen het risico op stalbranden echter niet vergroten en geen negatieve consequenties hebben voor dierenwelzijn.
Om investeringen in nieuwe technieken mogelijk te maken, wordt een subsidieregeling geopend. Het betreft de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). Deze subsidieregeling bestaat uit twee subsidiemodules.
- Innovatiemodule: deze module ziet op onderzoek naar en het ontwikkelen van het gebruik van innovaties en managementmaatregelen.
- Investeringsmodule: deze module ziet op de uitrol van bewezen innovaties.
De innovatiemodule wordt naar verwachting in april 2020 opengesteld. De investeringsmodule is eind mei/juni 2020 voorzien.
Om innovatie te versnellen, werkt het kabinet ook aan meer ruimte in de regelgeving. Hiervoor wordt onder andere een wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij voorbereid. Ook wordt er een Taskforce Versnelling Innovatieproces ingesteld.
Maatregelen landbouw
Er wordt gewerkt aan verschillende maatregelen voor de landbouw, waaronder de volgende.
- Met het oog op perspectief voor blijvers én stoppers komt er een systeem van geregistreerde onafhankelijke bedrijfscoaches. Deze coaches helpen boeren op hun bedrijf stikstofreducerende maatregelen te nemen en/of te begeleiden naar de verschillende innovatie- en uitkoopregelingen.
- Boeren die willen extensiveren, omschakelen naar een andere bedrijfsvoering (bijvoorbeeld kringlooplandbouw) of verplaatsen naar een locatie verder weg van een Natura 2000-gebied, worden ondersteund. Omdat de beschikbaarheid van grond hierbij een belangrijke factor kan zijn, onderzoekt het kabinet hoe een grondbank en instrumenten voor landinrichting hiervoor ingezet kunnen worden.
- Boeren in de omgeving van Natura 2000-gebieden die willen stoppen, kunnen gericht worden opgekocht. Vrijwilligheid is hierbij het uitgangspunt.
Extensivering, verplaatsing en minnelijke verwerving van veehouderijen vinden plaats in de gebiedsprocessen.
Andere perspectiefvolle maatregelen die het kabinet ziet, betreffen het verminderen van eiwit in het voer (wat mogelijk is op grond van de Spoedwet aanpak stikstof), het vergroten van weidegang en het emissiearmer uitrijden van mest. Deze maatregelen zijn gericht op de melkveehouderij. In de varkenshouderij en de pluimveehouderij is het verminderen van eiwit in het voer ingrijpender. Bovendien zijn in deze sectoren de afgelopen jaren ook al stappen gezet.
Voor de varkenshouderij is het Programma Vitale Varkenshouderij het uitgangspunt voor de stikstofaanpak. Hierin neemt de sector ambitieuze maatregelen die leiden tot een forse reductie van ammoniak. Daarnaast zal de ammoniakemissie in de varkenshouderij fors afnemen door de Subsidieregeling sanering varkenshouderij. Het kabinet wil de ontvangen aanvragen van varkenshouderijen die aan de eisen voldoen honoreren.
Vrijkomende stikstofruimte
De stikstofruimte die vrijkomt bij het opkopen van veehouderijen, wordt in samenwerking met provincies ingezet. De stikstofruimte kan worden gebruikt voor:
- herstel van de natuur;
- het legaliseren van PAS-meldingen;
- ontwikkelingen die in dat gebied noodzakelijk of gewenst zijn;
- het oplossen van eventuele problematiek die volgt uit de uitzonderingen op het niet-vergunningsplichtig zijn van bemesten.
Productierechten
Eerder heeft de minister aangekondigd dat extern salderen met veehouderijen pas mogelijk is nadat de Meststoffenwet daartoe is gewijzigd. Bij verkoop van ammoniakrechten ten behoeve van extern salderen zouden namelijk de bijbehorende productierechten (dier- en/of fosfaatrechten) worden ingenomen.
Hiervan wordt nu afgezien. Bij verkoop van ammoniakrechten door private partijen worden de bijbehorende productierechten niet ingenomen. Productierechten zijn dan nog vrij verhandelbaar en kunnen worden gebruikt door een veehouder die hiervoor emissieruimte heeft in zijn natuurvergunning.
Als de overheid veehouderijen opkoopt, zullen de bijbehorende productierechten wel worden ingenomen en doorgehaald.
Extern salderen
Extern salderen met veehouderijen moet op korte termijn gestart kunnen worden. Ongerichte en ongecontroleerde opkoop van veehouderijen moet hierbij worden voorkomen. Daarom zal extern salderen plaats moeten vinden binnen de gebiedsgerichte aanpak.
Op die manier kan vrijkomende stikstofruimte ook effectief worden ingezet. Een initiatiefnemer moet de depositie die hij veroorzaakt, op ieder gebied (ieder hexagoon) mitigeren. Om dat te bereiken via het opkopen van bedrijven zullen in veel gevallen meerdere bedrijven moeten worden opgekocht, terwijl een initiatiefnemer per bedrijf vaak lang niet alle vrijkomende stikstofruimte nodig heeft. Daarom is het effectiever om benodigde en vrijkomende ruimte met elkaar te verbinden als onderdeel van het gebiedsproces. Provincies hebben daarin een sturende rol.
Verleasen
De minister zet zich ervoor in om verleasen mogelijk te maken. Een ondernemer kan een deel van zijn niet benutte stikstofruimte in zijn vergunning op tijdelijke basis beschikbaar stellen aan een andere initiatiefnemer (privaat, publiek). Het verleasen van stikstofruimte kan alleen aan activiteiten die tijdelijk stikstofdepositie veroorzaken en niet aan activiteiten die permanent stikstofdepositie veroorzaken.
Voor verleasen gelden vergelijkbare eisen als voor extern salderen. Dit betekent dat:
- het uitgangspunt de gerealiseerde capaciteit is;
- de niet gerealiseerde capaciteit in de vergunning niet gebruikt kan worden om te verleasen;
- gedurende de looptijd van de overeenkomst 70% van de verleasde stikstofruimte kan worden ingezet (na beëindiging van het verleasen geldt weer de situatie van daarvoor).
Hierbij moet wel gegarandeerd worden dat de verleasde ruimte niet dubbel wordt gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door dit vast te leggen in een overeenkomst. Die overeenkomst wordt dan overgelegd bij de aanvraag van de natuurvergunning door de initiatiefnemer die stikstofruimte nodig heeft.
Beweiden en bemesten
Overeenkomstig het advies ‘Bemesten en beweiden in 2020’ heeft de minister met de provincies afgesproken om beweiden en bemesten niet vergunningsplichtig te maken. Hierop kunnen enkele uitzonderingen bestaan, bijvoorbeeld als het grondgebruik structureel is veranderd. Deze uitzonderingen zullen in beeld worden gebracht.
Agenda
De komende periode staan in ieder geval de volgende punten nog op de ‘stikstofagenda’:
- februari 2020: een kabinetsreactie op het ‘Advies luchtvaartsector’ van het Adviescollege stikstofproblematiek;
- februari 2020: publicatie van de Subsidiemodule brongerichte verduurzaming stal en managementmaatregelen;
- februari/maart 2020: openstelling stikstofregistratiesysteem;
- voorjaar 2020: aanpak natuurherstel en -verbetering;
- voorjaar 2020: volgende (bron)maatregelen in de betrokken sectoren;
- voorjaar 2020: vaststellen van een streefwaarde voor de reductie van stikstofuitstoot in 2030;
- voor zomer 2020: een kabinetsreactie op het advies voor de lange termijn van het Adviescollege stikstofproblematiek;
- zomer 2020: eerste resultaten van de doorlichting van Natura 2000-gebieden;
- zomer 2020: voortgang grondbank en instrumenten voor landinrichting.
Franca Damen, advocaat Damen Legal
0 reacties :
Een reactie posten