Met
die boodschap bekritiseren twee Amerikaanse klimaatwetenschappers deze week in het vakblad
Nature niet zomaar een paar, maar duizenden klimaatonderzoeken.
Ook het VN-klimaatpanel IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) contrasteert in zijn rapporten een toekomst waarin we forse klimaatmaatregelen nemen met de meest pessimistische toekomstvariant. Zo kan de temperatuur op aarde volgens het IPCC tot 5 graden stijgen in 2100. In werkelijkheid koersen we, bij het huidige beleid, af op ongeveer 3 graden opwarming.
‘Dat is nog steeds een rampzalige uitkomst’, benadrukken de wetenschappers Zeke Hausfather van het Breakthrough Institute in Californië en Glen Peters van het centrum voor klimaatonderzoek Cicero in Noorwegen. ‘Maar het verschilt behoorlijk met 5 graden stijging. We kunnen geen genoegen nemen met 3 graden opwarming, maar we moeten ook goed nieuws niet negeren. De focus ligt nu te veel op de extremen, in plaats van op de meer waarschijnlijke middenwegen.’
Ophef
‘Ik denk dat dit veel ophef gaat geven’, reageert Roger Pielke jr. van de Universiteit van Colorado, die al langer
wijst op de overschatting . Volgens Pielke bouwen minstens twaalfduizend onderzoeken op te pessimistische scenario’s. ‘Terwijl echt niet valt te betwisten dat de werkelijke wereld en het hoogste scenario snel uiteenlopen.’
Dat laatste erkent ook Detlef van Vuuren van de Universiteit Utrecht, die de CO
2 -uitstootscenario’s
tien jaar geleden opstelde . Zo zijn zon- en windenergie goedkoper geworden dan verwacht en groeit de wereldbevolking minder hard dan men destijds aannam. ‘Als je naar de ontwikkelingen kijkt, lijkt het hoogste scenario me niet meer zo heel waarschijnlijk’, zegt Van Vuuren. ‘We komen steeds meer in het midden van de verwachting uit, en minder aan de bovenkant.’
Om de toekomst van het klimaat in te kunnen schatten, stelde een onderzoeksgroep onder leiding van Van Vuuren tien jaar geleden vier uitstootscenario’s van CO2 op, met aan het ene uiterste een scenario waarbij we de CO2 -uitstoot rond 2070 tot nul beperken, en aan de andere kant een rampscenario genaamd RCP 8.5 , ‘waarin alles verkeerd gaat en de verkeerde kant op valt’, zoals hij het verwoordt.
Business as usual
Maar gaandeweg is het rampenscenario in steeds meer onderzoeken gaan gelden als het basisscenario: de toekomst bij ongewijzigd beleid. ‘Bij RCP 8.5, vaak genoemd ‘business as usual’, blijft de uitstoot stijgen in de 21ste eeuw’, schreef de unie voor biodiversiteitsbehoud IUCN bijvoorbeeld onlangs in
een rapport over het zeeleven . Bij RCP 8.5 zouden de zwaardvis en de tonijn
ernstig in de problemen komen, vervolgt het rapport.
In werkelijkheid loopt de uitstoot van broeikasgassen echter al zo’n tien jaar steeds verder achter op het rampscenario. ‘Buiten bereik van de mogelijkheden ligt de opwarming van RCP 8.5 nog niet’, benadrukt Hausfather in een e-mail. ‘Maar het uitstootscenario dat eraan ten grondslag ligt, was altijd al vrij onwaarschijnlijk, en is het afgelopen decennium nog eens veel onwaarschijnlijker geworden.’ Zelf schat hij dat haast een kwart van alle klimaatonderzoeken naar de toekomst het doemscenario als basis gebruiken.
Hausfather en Peters
becijferden wat er met de CO
2 -uitstoot gebeurt als het energieverbruik zich ontwikkelt volgens de toonaangevende jaarprognoses van het Internationaal Energie Agentschap. Hun conclusie: de uitstoot zal toenemen van de huidige 38 miljard ton CO
2 per jaar tot zo’n 44 miljard ton in het jaar 2040. Dat is veel minder dan de 70 miljard ton waarmee veel klimaatstudies rekenen. Als de internationale gemeenschap zich houdt aan het klimaatakkoord van Parijs, neemt de CO
2 -uitstoot zelfs nauwelijks toe:
Zelfs dan stevenen we nog altijd af op zo’n 3 graden opwarming, twee keer zoveel als de internationale gemeenschap heeft beloofd, kunnen Peters en Hausfather niet genoeg benadrukken. Maar: de zaak erger voorstellen dan hij al is, kan leiden tot defaitisme, schrijven ze, ‘omdat het probleem wordt voorgesteld als onoplosbaar en niet meer onder controle’.
Teerzandolie
‘Het is waar dat het er, gelukkig, niet op lijkt dat we op een emissiepad naar het hoogste uitstootscenario zitten’, erkent ook klimaatbeleidswetenschapper en IPCC-auteur Heleen de Coninck (Radboud Universiteit). Toch vindt ze het te vroeg om het rampscenario helemaal af te schrijven. Zo kunnen de smeltende polen de opwarming extra aanjagen en kan de uitstoot van schalie- en teerzandolie de boel bederven.
‘Het IPCC heeft de taak om de hele bandbreedte van mogelijke gevolgen te laten zien. Ook die van de uitersten’, stelt ze. ‘Al hoop en denk ik van niet, er is nog altijd een dynamiek denkbaar die de scenario’s wel richting RCP 8.5 kunnen duwen.’
‘Is RCP 8.5 waarschijnlijk? Nee. Maar is het zinnig om het als worstcasescenario te presenteren? Waarschijnlijk wel’, vindt Van Vuuren. ‘Het blijft interessant om te begrijpen wat er gebeurt als alles fout gaat.’
De Volkskrant
0 reacties :
Een reactie posten