In de eerste schetsen die worden gemaakt voor het nieuwe energiebeleid voor West-Friesland komen veel meer gebieden tussen de dorpen in aanmerking voor nieuwe windmolens. De provincie gaat daarover besluiten.
En die zouden wel eens veel dichter bij de huizen kunnen komen dan nu het geval is. Dit blijkt uit de plannen voor de nieuwe energiestrategieën, die de Noord-Hollandse Energie Regio in opdracht van de provincie Noord-Holland aan het maken is. De Energieregio is een denktank, van onder meer ingenieursbureau’s.
De provincie moet binnen 10 jaar tijd veel meer schone energie opwekken dan nu het geval is. Dat betekent ook dat de oude regels over de bescherming van het landschap, dorpsgezichten of de natuur moeten worden aangepast. Want volgens de geraamde energie-opgave zal West-Friesland minstens vijf keer meer windstroom moeten opwekken.
Een van de voorstellen is om de afstand tussen nieuwe windturbines en de bebouwing te verkleinen. Nu hanteert de provincie nog de norm dat er minstens 600 meter tussen huizen en windmolens hoort te zijn.
Indien de opbrengst van schone energie als die van de wind en de zon fors omhoog moet, ontkomt ook West-Friesland niet aan het loslaten van de afstandsnorm. Zelfs indien de beperkingen op het land in bescheiden mate worden veranderd, komen praktisch alle grotere plattelandsgebieden tussen de dorpen in aanmerking voor windturbines.
De gebieden waarvan de haalbaarheid in dit scenario hoog wordt ingeschat, variëren van bijna alle gebieden in Koggenland, die van ruilverkaveling De Gouwe rond Opmeer, delen van de open ruimte tussen Medemblik, Hauwert en Abbekerk. Verder verschijnen op de plankaart ook grote delen van Het Grootslag tussen Andijk en Stede Broec paars, net als de open ruimte op grondgebied van de gemeente Drechterland.
Overigens zijn de stedelijke kernen van Hoorn, Enkhuizen, Medemblik en die van Twisk beschermd stads- of dorpsgezicht. Dat weerhield de overheid in het verleden niet om pal naast de oude stadskern van Medemblik en van de grote windmolens van het land toe te staan.
Het is nog maar vijf jaar geleden dat de dorpsraden van Midwoud/Oostwoud, Nibbixwoud en Zwaagdijk met spandoeken per bus naar het provinciehuis trokken om windturbines tegen te houden. Als de voortekenen niet bedriegen, wacht de regio nieuwe actievoerders.
Feit is dat de provincie Noord-Holland ruimte moet vinden om nog veel meer schone energie op te kunnen wekken. En die ruimte, die ligt deels ook in het land achter de Omringdijk. Gebieden waar geen of nauwelijks obstakels gelden voor windturbines, zoekt de provincie vooral in de landbouwgebieden tussen de lintbebouwing in en bij de oevers van Enkhuizen. Rondom de Gependam zou een veel grotere opstelling van turbines kunnen komen. Ook regels voor de stiltegebieden of weidevogels gelden dan niet meer als heilige huisjes.
Dat was vijf jaar terug ook voor veel inwoners van Berkhout en Bobeldijk aanleiding om destijds in actie te komen. Nu de denktank Noord-Hollandse Energie Regio een ruwe schets heeft gemaakt van waar nog meer ruimte is voor windmolens, is het wachten op actievoerders.
Ongezond
In ieder geval is Kor Buitendijk uit Bobeldijk al in de pen geklommen. Hij was maandagavond van de partij om de Statenleden duidelijk te maken dat het huidige tempo ongezond is. Vooral omdat hij grote twijfels heeft over de energie-opgave die Noord-Holland zelf hanteert.
Buitendijk rekende de provinciale politiek voor dat er in feite 1,25 terrawattuur aan schone energie nodig is voor de komende tien jaar. Dat kan worden behaald door tussen de 130 tot 175 windturbines, met een opbrengst zoals de vijf nieuwe exemplaren die langs Zwaagdijk-Oost langs de Westfrisiaweg zijn opgetrokken. Deze hebben een tiphoogte van 135 meter.
Een andere optie is ruim honderd megaturbines zoals die u aan de rand van Wieringermeer worden geplaatst. De provincie kijkt ook naar zonneweides. Zo is eerder al besloten dat Distriport bij Berkhout verandert in een zonnepark van minstens 65 hectare.
Volgens Kor Buitendijk heb je voor die geschatte energie minstens 4500 voetbalvelden vol zonnepanelen nodig. Hij was ook boos dat de provincie in de nieuwe plannen er serieus rekening mee houdt dat de bestaande grens van 600 meter afstand wordt losgelaten. Een stap, die volgens hem niet nodig is.
’Klimaat-elite’
De Statenleden zelf reageren verdeeld. Binnenkort volgt nog een discussie met de gemeenten, en begin februari valt het besluit over de koersverandering. ,,Dit gaat veel te snel”, reageert Eric Smaling (SP). ,,Dit komt op mij over als een klimaat-elite die ’even’ een spoorboekje maakt. Alleen al zo’n kaart met de potentiële gebieden, dat is in mijn ogen een flater. Mensen kijken meteen naar hun eigen dorp en gaan steigeren.” De SP wil dat er eerst wordt geprobeerd een groter draagvlak bij de regio’s te krijgen, voordat er knopen worden doorgehakt. Dit is een enorm ingrijpende verandering in de leefomgeving”, weet Smaling. ,,Nu komen de echt moeilijke keuzes. Dat is zeker niet eenvoudig, maar dit mag je niet doordrukken.”
Juichverhaal
Ook de VVD is als coalitiegenoot kritisch, stelt Joos van Gilse. ,,Dit moet je anders doen, eerst met de mensen draagvlak vinden. Zo’n kaart als deze? Wat de gedeputeerde ook beweert, de mensen zien dat duidelijk niet als vrijblijvend. En we moeten er ook geen juichverhaal van maken; Het wordt er niet mooier op.”
Van Gilse: ,, Ook al wordt dit opgelegd door het Rijk, we moeten verder kijken dan zon en wind. En wat ons betreft blijft de afstand van zeshonderd meter bij wondmolens wel gewoon in stand.”
1 reacties :
Dat wordt weer veel meer energiebelasting om de subsidies voor Vattenfall mee te betalen zodat die ook Dagobert Duck kunnen spelen.
Een reactie posten