Aanpak stikstof is maatwerk per gebied

Datum:
  • vrijdag 15 november 2019
  • in
  • Categorie: , , , ,




  • Het weerhoudt boeren, bouwers, hoveniers, ondernemers, transporteurs en noem alle betrokken sectoren maar op, er niet van luidkeels standpunten te formuleren. Immers, de enige zekerheid die er is, is dat er iets gedaan moet worden aan de hoeveelheid stikstof die op het land neerslaat. De natuur is er niet tegen opgewassen. Genoemde beroepsgroepen willen niet dat de last van een oplossing uitsluitend op hen wordt afgewenteld.
    Esther Rommel is een van de drie gedeputeerden, die namens de twaalf provincies overleggen met minister Carola Schouten van Landbouw. Ze kreeg deze en vorige maand tot drie keer toe groepen boeren op bezoek bij het Provinciehuis in Haarlem. Die wekken de indruk dat de provincie niet naar hen luistert en hun passie, hun beroep ten dode opgeschreven is. Beide punten spreekt Rommel tegen. „Het lijkt alsof de provincie niets doet, maar niets is minder waar.” Er wordt gewerkt aan een plan in samenspraak met alle sectoren, dat er in mei moet liggen. Omdat dat plan er nog niet is, overheerst onduidelijkheid en daarmee dus de onzekerheid.

    Laaghangend fruit

    Woensdag presenteerde het kabinet plannen om de stikstof uit de weg te ruimen. Laaghangend fruit, wordt er enigszins smalend gezegd over de maatregelen. Ze sorteren op sommige plekken direct effect maar op sommige niet. Langs de kuststrook in Zuid- en Noord-Holland blijft de stikstofneerslag te hoog. Logisch, want daar zijn geen autosnelwegen dus het verlagen van de maximumsnelheid leidt daar tot niets. Rommel: ,,Het lijkt erop dat de maatregelen die het Rijk presenteerde niet toereikend zijn om de gehele woningbouw in onder andere Noord-Holland vlot te trekken. Dat leidt bij ons tot zorgen, maar het betekent niet dat de volledige woningbouw in onze provincie stilligt.’’
    Woningbouwplannen die ver genoeg van natuurgebieden liggen zijn al vergund. ,,We kijken met de gemeenten en de omgevingsdiensten naar welke vergunningaanvragen er momenteel liggen voor woningbouw en of ze door kunnen gaan nu deze maatregelen zijn genomen.’’ Er is in Noord-Holland een dozijn ’stikstofgevoelige’ natuurgebieden en per gebied komt er een aanpak. De plannen moeten in mei 2020 klaar zijn.
    In oktober spraken provincies met elkaar beleidsregels af, die het mogelijk maakten weer vergunningen te verlenen. Zo kreeg een bouwplan in Bergen aan Zee afgelopen week nog groen licht en ook kunnen bouwstromen in de metropoolregio Amsterdam weer op gang komen omdat de 13.500 geplande huizen niet dicht bij natuurgebieden liggen. „De beleidsregels die dit mogelijk maken zijn gemaakt onder druk en stoom”, zegt Rommel. Zij wil nu ’rust en ruimte’ om te werken aan een toekomstbestendiger plan. „Wat we gaan doen? Boeren die willen stoppen met hun bedrijf of dat willen verplaatsen zijn al met ons in gesprek. Of er zijn bouwbedrijven die oplossingen voorstellen. Bijvoorbeeld prefab bouwen. Wij gaan het niet bedenken. Als ik alles zou weten zou ik het in m’n eentje oplossen en hoef ik met niemand meer te praten.”

    Postzegels

    Heel Nederland telt 166 Natura 2000-gebieden, waarvan de vogels en habitats worden beschermd krachtens Europese regels. Ze maken 13 procent van ons oppervlak uit. Gemiddeld in Europa heeft een land 18 procent natuurgebied. Versnippering - van ons land wordt vaak gezegd dat natuurgebieden ’postzegeltjes’ zijn - is in ons land niet groter dan elders in Europa. Dat natuurgebieden klein zijn maakt ze wel kwetsbaar. Grotere oppervlakten natuur zijn beter bestand tegen kwalijke invloeden van buitenaf. Nederland kan niet op eigen houtje de begrenzing van de Natura 2000-gebieden aanpassen, wat het kabinet woensdag voorstelde als een van de maatregelen om stikstof tegen te gaan. Die is op Europees niveau vastgelegd.
    Dat de stikstofdepositie - zo heet het neerslaan van stikstof op de bodem en de toegestane grens heet kritische depositiewaarde (KDW) - in ons land gemiddeld hoger is dan in andere Europese landen, komt omdat natuurgebieden in Nederland in de regel dichter bij stikstofbronnen liggen.
    Het kabinet trekt 250 miljoen uit om de natuur in deze gebieden te herstellen. Dat houdt in dat wegkwijnende soorten hulp geboden wordt. Verdwijnen van planten- en diersoorten is funest voor de biodiversiteit. Door te veel stikstof leggen kwetsbare soorten het loodje en planten die er goed bij gedijen blijven over: brandnetels en woekeraars. „De KDW of de Habitatrichtlijn moet in deze gebieden worden behaald. Dan ga je het tegen. Als de natuur beter wordt, haal je ook bepaalde waarden en dat is goed.”

    Instrumentenkoffer

    Ze vraagt aan gebiedsbeheerders ’wat ze nodig hebben’. Een voordeel is dat in haar provincie pilots zijn die de natuur op een hoger plan moeten trekken. Bijvoorbeeld in de Oostelijke Vechtplassen. In januari starten ze in het Wormer- en Jisperveld en de Eilandspolder-West. „Om de KDW te halen zit bij de pilot een instrumentenkoffer.” Geen koffertje met meetinstrumenten, maar een figuurlijk instrumentarium dat boeren kan helpen. Zoals opleidingen of voorstellen de pachtovereenkomsten een langere looptijd te geven, wat financieren en terugverdienen van investeringen vergemakkelijkt. „Het is een soort cadeautje dat we dit al doen.” De opgedane ervaring komt van pas in het stikstoftraject.
    Rommel heeft geen moment overwogen om, zoals in vier andere provincies met Friesland voorop wel gebeurde, de stikstofmaatregelen voor boeren te versoepelen. „Ik was verbaasd dat die provincies vielen. Voor ons was het allerbelangrijkste dat er weer vergunningen konden worden verleend. We gaan het niet anders doen omdat er een paar boos zijn. Ik ben geen flipperkast en kan niet dan voor de boeren zijn, dan voor de bouwers en dan voor de mobiliteit.”
    „Ieder gebied is verschillend. De staat van de natuur is verschillend dus je moet per gebied maatregelen nemen.” En gaat de burger daar meer van merken dan dat er wellicht straks niet harder dan 60 km per uur gereden mag worden bij natuurgebieden in de buurt? „Ik hoop dat die burger gaat merken dat er weer woningen gebouwd, fietspaden aangelegd en dijken versterkt worden en dat ze hun baan houden. Ik ben benieuwd hoe dat gaat, niet of de afloop goed is. We móeten hier uit komen dus we gáan hier ook uit komen.”

    Esther Rommel: ’Boeren kunnen gewoon blijven boeren’

    Esther Rommel (53) ademt geen zuurstof maar stikstof, zo lijkt. Ze is pas vierenhalve maand gedeputeerde. „Maar het lijkt al ik weet niet hoe lang. Ik ben elke dag met stikstof bezig.”
    Sinds de Raad van State op 29 mei een streep haalde door de stikstofaanpak ligt de aanpak van het probleem op haar bord. Niet alleen voor Noord-Holland, waar ze voor de VVD in het college van Gedeputeerde Staten zit, maar voor het hele land. Als een van de drie gedeputeerden in de Kopgroep Stikstof die verwoordt wat de twaalf provincies zeggen in hun overleg met de titel Vitaal Platteland.
    Ze treedt ook op namens Zuid-Holland. „Die provincie steunt me in de kopgroep. Onze provincies hebben veel raakvlakken.” De duinen vormen een aaneengesloten natuurgebied. Er is een groot areaal veenweide. Zoals Rommel overlegt met de boeren in Noord-Holland, doet haar collega (en partijgenote) Jeannette Baljeu dat in Zuid-Holland.
    Rommel is dochter van een bollenboer en kent het boerenvak van binnenuit. „Moest altijd meewerken. Prachtig vond ik dat altijd, bij ziekzoeken was ik de beste.” ’s Zomers zat zij bij min twee samen met haar vader in de koelcel. „Met witte handschoentjes aan schimmels van bollen poetsen omdat we geen bestrijdingsmiddelen gebruikten.”
    Rommel voert een doorgaande dialoog met de boeren. „Ik bel ook boeren als ik uitspraken van ze in de krant lees die niet kloppen of een verkeerde lezing geven.” Ze verhult niet dat ze zich stoort aan verdraaiing van feiten. „Het wordt op straat verkondigd en je krijgt het er niet uit. Daarom moeten we zo snel als het kan beginnen met de gebiedsgerichte aanpak. Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn. Nu maken ze zich er zorgen over dat hun kind niet kan blijven boeren. Dat kan nu nog steeds. Alleen uitbreiden van bedrijven moet bekeken worden.”
    De passie die boeren hebben voor hun vak herkent ze. Ook voor bouwbedrijven heeft ze begrip. „Zijn ze net uit de dip, hebben ze mensen moeten ontslaan, krijgen ze net weer meer lucht en dan komt dit. Neem de dijkversterking. Hoe lang is daar niet over gesproken? En dan mag het niet. Dit raakt iedereen.”
    Noordhollands Dagblad

    0 reacties :

    Een reactie posten