Een reëel scenario is dat je alleen nog bij Albert Heijn inkopen mag doen als je duurzaam consumeert.
19-10-2019
Gastbijdrage van Sietske Bergsma.
I believe that banking institutions are more dangerous to our liberties than standing armies.― Thomas JeffersonIt is well enough that people of the nation do not understand our banking and monetary system, for if they did, I believe there would be a revolution before tomorrow morning.― Henry Ford
Op 22 september 2019, de dag voor het begin van de UN Climate Action Summit, beter bekend als het toneel voor de ‘How Dare You’ speech van Greta Thunberg, kwamen maar liefst 130 banken bij elkaar in New York om de zogenaamde ‘VN agenda 2030’ met betrekking tot het klimaat te bespreken. Samen zijn deze banken goed voor 47 triljoen dollar aan bezittingen. Dertig van hen namen daarbij het initiatief om zes principes van ‘duurzaam bankieren’ op te stellen. Dit financiële deel van de UN Climate Action Summit is vorige maand volledig ondergesneeuwd geraakt door de emoties die de dagen erna – dankzij Thunberg – overheersten in de media. Nu die storm van lof en kritiek wat is gaan liggen is het interessant om eens nader te kijken naar wat de grote financiële instellingen wereldwijd van plan zijn om hun klimaatsteentje bij te dragen. En wat dat voor gevolgen heeft voor bedrijven en particulieren: jij en ik.
De daadwerkelijke toepassing van alle ambities op klimaatterrein is natuurlijk niet afgelopen maand voor het eerst besproken maar wel van recente datum en kent verschillende politieke spelers. Niet alleen binnen de VN maar ook vanuit de Europese Unie en de Europese Centrale Bank (ECB) is er de afgelopen jaren beleid ontwikkeld voor de banken om tot een duurzaam of, zoals dat in bankenland heet, sustainable financieringsbeleid te komen. Dit beleid is op internet redelijk makkelijk terug te vinden. Zo spreekt ABN Amro al sinds 2018 over ‘financiële richtlijnen voor een circulaire economie’ en is daar sinds de recente bijeenkomst in New York bijgekomen dat ze ‘ver voor 2050 geen oliebedrijven meer zullen financieren’.
In mei 2018 sloot de ECB zich aan bij het ‘Network for Greening the Financial System’ (NGFS). Dit netwerk is erop gericht om het financiële systeem van banken in hun financieringen aan marktpartijen de verplichting op te leggen om met environmental en social risk aspecten rekening te houden, oftewel: deze risico’s en het vermijden daarvan te verwerken in hun financieringsdocumentatie.
Zo zijn bij grote financieringen waarbij banken van over de hele wereld samenwerken en financieringen uitzetten aan mondiale bedrijven in diverse sectoren, bijvoorbeeld technologie, energie en telecom, in de financieringsdocumentatie zogenaamde ‘environmental paragrafen’ opgenomen met verplichtingen waaraan de te financieren partij moet voldoen. Dit onderdeel van de overeenkomst is niet vrijblijvend, maar wordt door ondertekening een verplichting om aan die klimaatmaatregelen, opgesteld door niet-democratisch gekozen organen en instellingen (zoals de VN dus), te voldoen.
Anders dan het directe gebruik van dergelijke ‘klimaat- paragraven’ in financieringsdocumentatie volgen banken deze lijn van klimaatverplichtingen ook via het zogenaamde ‘CDD (Customer Due Diligence) onderzoek’ dat banken moeten uitvoeren. Dat onderzoek is gericht op het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering en kent een hoge prioriteit. Het Openbaar Ministerie heeft recent bekend gemaakt dat het ABN Amro gaat vervolgen voor mogelijke overtreding van de regels ter bestrijding van witwassen. Op zichzelf een goede zaak. Maar waar CDD-onderzoek voornamelijk ziet op onderzoek naar de ondernemingsrechtelijke structuren en de personen en belanghebbenden die zich in en achter deze structuren bewegen (om daarmee te onderzoeken of deze zich schuldig maken aan witwaspraktijken of terrorismefinanciering) is daarnaast een tweede pijler voor onderzoek ontstaan, het zogenaamde ESR onderzoek: Environmental and Social Risk. Social Risk richt zich op onderzoek naar schending van mensenrechten. Voor nu richt ik me hier alleen op het Environmental gedeelte.
Binnen het (klassieke) CDD onderzoek zijn er drie categorieën ondernemingen. Bepaalde ondernemingen vallen binnen het zogenaamde ‘simplified’ CDD onderzoek: dit is de laagste categorie van ‘waakzaamheid’. Hieronder vallen bijvoorbeeld overheden. De ‘enhanced’ CDD categorie geldt voor ondernemingen die in de meest risicovolle groep vallen. Hiertoe behoren bepaalde ondernemingen in specifieke sectoren zoals die voor edele metalen en de luxe-goederen industrie, of bedrijven die zaken doen met bepaalde Afrikaanse of Aziatische landen. De derde en grootste categorie zijn de ‘gewone’ bedrijven die niet in die andere twee categorieën vallen.
Als je binnen de simplified CDD-groep valt is er beperkt onderzoek en een laag risico voor de bank. Bij enhanced is het risico groot op overtreding van de regels met betrekking tot witwassen en terrorismefinanciering. Dit betekent dat de bank – als je dus in de hoogste categorie valt – kan besluiten om die onderneming niet te financiering of (bij bestaande klanten) afscheid van die onderneming te nemen (het zogenaamde ‘off boarding’). Die klanten mogen dan dus geen geld meer lenen van die bank en kunnen alleen terecht bij banken die bereid zijn dat risico wel te nemen. Maar met de huidige internationale wetgeving zullen er steeds minder (of geen) banken meer zijn die financiering willen geven en die bedrijven zullen dus logischerwijs op zoek gaan naar alternatieve geldbronnen. Mogelijk zelfs noodgedwongen naar bronnen in het zwarte geldcircuit.
Binnen de zojuist genoemde tweede pijler van het CDD-onderzoek, het ESR-onderzoek, geldt die risico-indeling ook. In de hoogste ‘enhanced’ categorie vallen de olie- en gasbedrijven, net als de tabaksindustrie en andere milieubelastende ondernemingen. En ook van dergelijk onderzoek op dit gebied zijn overheden en particulieren tot dusver uitgesloten. Overheden hoeven zich dus geen zorgen te maken dat zij zich niet houden aan de klimaatdoelstellingen om nog een financiering van banken te kunnen krijgen. Particulieren evenmin. Maar blijft dat zo?
In de Nederlandse situatie is de totstandkoming van het klimaatakkoord niet bepaald democratisch verlopen. De kiezer heeft er nooit ‘akkoord’ voor gegeven, maar de ondertekenaars die aan de ‘klimaattafels’ mochten plaatsnemen (netbeheerders, energiebedrijven, banken en verzekeraars) dicteren wel aan welke eisen wij allemaal moeten voldoen om het klimaat te redden – van het gas af, warmtepomp, isoleren. Door enkele banken is al aangegeven dat particulieren voor hun woning tegen gunstige tarieven 25.000 euro kunnen lenen om hun woning gereed te maken voor de eenzijdig opgelegde doctrine van het klimaatakkoord.
De particuliere woningbezitter betaalt als hij die lening aangaat dus rente en aflossing over de financiering voor zijn woning op grond van een klimaatakkoord, dat zo via de banken onze huiskamer – en portemonnee – is binnengeslopen. Dit geldt voor bestaande woningbezitters.
Maar hoe zit het nu – of straks – met nieuwkomers op de woningmarkt? De kans is groot dat banken bij het financieringsvoorstel voor een woningstarter die een hypothecaire lening van de bank wil, van het te verlenen bedrag eist dat een gedeelte van 25.000 euro wordt gebruikt voor aanpassing van de woning aan de regels uit het klimaatakkoord. Als aan die eis van de geldverstrekker niet wordt voldaan, krijg je de financiering niet. Dus of je nou wilt of niet, je betaalt mee aan de uitvoering van het klimaatakkoord als je tenminste die woning graag wilt. Dit zal vermoedelijk standaard beleid worden bij alle banken in Nederland en andere landen waar dergelijke klimaatakkoorden worden opgelegd.
Terug naar de mondiale financieringen van grote ondernemingen zoals bijvoorbeeld in de telecommunicatiesector. Nu hebben alleen die ondernemingen de verplichting zich aan de klimaatparagrafen van het financieringscontract te houden. Die maatregelen kosten geld. En die kosten betalen die ondernemingen niet zelf, maar belasten zij door aan jou en mij via de verkoop van hun producten. Denk aan de abonnementen voor onze mobiele telefoons en andere apparaten en diensten.
Waar particuliere klanten nu nog niet binnen het genoemde ‘Environmental and Social Risk’ onderzoek vallen en niet zullen worden geconfronteerd met de vraag van een bank of zij wel te financieren zijn, zal de grens van dat onderzoek steeds verder opschuiven. Uiteindelijk zullen ook particulieren langs de ESR-lat worden gelegd en zal de bank besluiten op grond van geldend beleid particulieren niet langer te financieren.
Dat zouden zij bijvoorbeeld kunnen doen als jouw woning niet aan de klimaateisen voldoet en jij weigert daarvoor een financiering te aanvaarden. De bank kan dan besluiten om bijvoorbeeld andere diensten niet aan te bieden en geen financiering voor andere zaken te bieden. Of je gaat meer betalen voor andere diensten of mag nog maar een uur per dag internetbankieren – op een onmogelijk tijdstip. Ook met kleine duwtjes in de rug of pesterijtjes zullen banken de vrije keuze om wel of geen financiering aan te gaan steeds moeilijker maken.
Zoals ik net al aangaf zullen banken ons ook via aanbieders van diensten en producten aan particulieren – mobieltjes bijvoorbeeld – in onze portemonnee raken. Telecomproviders zullen de kosten die ze maken om aan de klimaateisen te voldoen (en verzekerd te blijven van een financiering van een bank) doorbereken aan de klant. Zo kunnen de banken indirect contractueel eisen dat jij als koper van een mobiele telefoon ook aan de klimaateisen voldoet. En ben je het daarmee niet eens, of zijn de kosten te hoog, dan is dat jammer. Dan betekent dat in de praktijk geen mobiele telefoon, want alle providers zullen dezelfde verplichtingen zijn aangegaan.
En hoe ziet de toekomst er verder uit?
Gaan banken – gedwongen door de ECB, EU en/of de VN – ook dergelijke maatregelen opleggen aan mondiale supermarktbedrijven (Ahold – Albert Heijn)? Ook die zijn immers afhankelijk van externe financiering. En ook zij zullen uiteindelijk gedwongen kunnen worden om de klimaateisen aan hun consumenten op te leggen en in de prijzen door te bereiken. Een mogelijk en reëel scenario zou kunnen zijn dat je alleen nog bij Albert Heijn inkopen mag doen als je eerst aantoont dat je duurzaam consumeert. Anders krijg je geen klantenpas en kun je niet bij Albert Heijn betalen. En wat als de Lidl en Jumbo volgen? Waar doe je dan nog boodschappen?
Dit zou zomaar de toekomst kunnen zijn. Op deze manier worden allerlei belastende maatregelen via de banken doorgevoerd en aan particulieren opgelegd. Zonder dat wij er ooit zelf iets over hebben kunnen zeggen of erover hebben kunnen stemmen. Zonder dat we wellicht nog bij machte zijn het tij te keren.
***
Bron hier.
Sietske Bergsma
Sietske Bergsma is schrijfster en ’schreckliches Kind’ sub rosa. Inlevend en doordacht. Bewust gehuwd moeder. Zelfreinigend. Schrijft onder andere op haar eigen blog.
0 reacties :
Een reactie posten