Geen mens, geen boom, geen hert, geen vlinder, geen bij te zien. En dat heet dan ‘groen’
Rob Savelberg
Elsevier Weekblad 1-8-2019
In kringen van de milieubeweging en klimaatactivisten dromen ze over een walhalla
waarin alle energie wordt opgewekt met zon en wind. Maar daarvoor is opslag van
stroom nodig, en nu krijgen ze in de gaten dat dit niet gaat lukken met de bestaande
batterijen, schrijft Simon Rozendaal.
Dus circuleren er allerlei toekomstfantasieën: over vliegwielen, exotische batterijtechnieken,
water vanuit oude mijnschachten omhoog pompen en weer laten vallen, het comprimeren en
weer laten uitzetten van lucht.
Een amusante stond in Trouw, de voormalig christelijke krant die nu in de ban is van klimaat
en duurzaamheid. De ‘groenredactie’ meldde het ei van Columbus: betonblokken en
hijskranen. Waait de wind en schijnt de zon, dan wordt de opgewekte elektriciteit gebruikt
om betonblokken te stapelen. Hebben zon en wind geen zin, dan laten de kranen de
betonblokken van elk 35.000 kilo zakken. Motoren in de kranen leveren dan stroom.
Hoera, het bedrijfsleven is geïnteresseerd
Het artikel begon zo: ‘Soms komen er ideeën langs waarvan je meteen gevoelsmatig denkt:
“Dat lijkt me onzin, veel te eenvoudig.”’ Maar, vervolgde de groenredacteur, er is
belangstelling van het bedrijfsleven. Het Zwitserse bedrijf Energy Vault gaat zo’n
betonblokkentoren leveren aan het Indiase energiebedrijf Tata Power.
De groenredacteur sloot af met de hoop dat de steenkool die nu nodig is voor de hoogovens
van Tata Steel in IJmuiden ooit kan worden vervangen door zon en wind in combinatie met
een ‘Toren van Bombay’ in de Hollandse duinen.
Wat een opeenstapeling van onbenul.
Steenkool reserveren voor hoogovens
Allereerst, bij de productie van staal wordt ijzererts gesmolten. Dat gebeurt bij een zeer hoge
temperatuur. Dat kan alleen met cokes (veredelde steenkool) en er is nog geen begin van
een plan hoe dit met elektriciteit of waterstof uit zon en wind moet.
Geen mens, geen boom, geen hert, geen vlinder, geen bij te zien. En dat heet dan ‘groen’
De Tsjechisch-Canadese energiedeskundige Vaclav Smil schrijft daarom in zijn boek Power
Density dat de samenleving steenkool zo lang mogelijk moet reserveren voor de productie
van staal. Ook Smil vindt dat we af moeten van steenkool en zegt dat dit bijna overal kan, in
elektriciteitscentrales is het bijvoorbeeld simpel, maar nou net niet in hoogovens.
En het zegt natuurlijk helemaal niks dat bedrijven er brood in zien. Bedrijven slaan zich op
de dijen bij de groene gekte. Ze zien brood in windmolens, stopcontacten op zee, in
warmtepompen, oplaadpalen. U vraagt, wij draaien. Ze vragen zich niet af of het
maatschappelijk verstandig is, maar denken aan aandeelhouders en werknemers. Met het
klimaatakkoord van Parijs hebben landen zich gecommitteerd om koste wat het kost van
fossiele brandstoffen af te stappen. Het bedrijfsleven weet dus dat de energietransitie voor
hen gelijkstaat aan de zilvervloot.
Een perpetuum mobile bestaat niet
Ten slotte, een perpetuum mobile bestaat niet en dus gaat de opslag van stroom altijd
gepaard met rendementsverlies. Wanneer je stroom omzet in iets anders en dat andere
vervolgens weer omzet in stroom, raak je energie kwijt. Dat geldt ook voor die andere utopie:
waterstof. Straks, in het groene walhalla, gebruiken we windmolens en zonnecellen om
stroom te maken. Met de stroom die we niet direct nodig hebben, maken we ‘groene’
waterstof en daarmee maken we dan weer stroom om elektrische auto’s op te laten rijden en
elektrische vliegtuigen te laten vliegen.
Bij de omzetting van stroom in waterstof en terug naar stroom gaat bij de actuele stand van
de techniek de helft van de energie verloren. Bij die toren van betonblokken zou volgens het
bedrijf dat de torens wil verkopen maar 10 procent energieverlies optreden. Zelfs al zou het
waar zijn, dan nog betekent dit dat er meer zonnecellen en windmolens nodig zijn om de
energiebehoefte van een land als Nederland te dekken.
Bij het artikel in Trouw stond een opmerkelijke illustratie. Zo ver je kon kijken, zag je
zonnecellen en windmolens met daartussen een enorme toren plus een aantal hijskranen.
Er was niet alleen in de verste verte geen mens te zien, maar ook geen boom, geen hert,
geen vlinder en geen bij.
Het hele land vol windmolens, zonnecellen en blokkentorens en geen ruimte meer voor
mens en natuur. En dat wordt ons aangesmeerd als ‘groen’.
Elsevier Weekblad
0 reacties :
Een reactie posten