Het jaar 1540 was het heetste en droogste jaar van het laatste millennium in Europa. 25-7-2019
Elf maanden bleef de regen uit. In de winter was het al zomerig warm. In heel Europa stierven ongeveer een miljoen mensen door de zomerhitte.
Het jaar 1540 bracht het heetste jaar uit de recente Europese geschiedenis. En het was de droogste. In veel delen van Midden-Europa had het 11 maanden niet geregend. Er heerste een megadroogte. De velden verdorden, de oogsten bleven uit. De hitte eiste vele levens. Geschat wordt dat er meer dan een miljoen doden zijn gevallen.
Er zijn talloze historische verslagen over dit hittejaar. De grond verdroogde en scheurde open. De bomen en wijngaarden droogden op, de dieren stierven op de opgedroogde weiden, veel boeren vielen door de felle hitte tijdens het veldwerk om. Zelfs de Rijn kon op veel plaatsen te voet doorwaad worden. Het was een extreme klimatologische gebeurtenis. De temperaturen zouden gemiddeld vijf tot zeven graden hoger zijn geweest dan in andere jaren daarvoor en daarna. Het hittejaar kondigde zich reeds aan in de winter van 1539/1540, toen het in Italië zomers warm was, zoals in juli.
Het enige goede neveneffect van het millennium-hittejaar was dat waar de wijngaarden nog tot op zekere hoogte konden worden geïrrigeerd, de beste wijn sinds generaties genereerde. In sommige regio’s van de Elzas zouden de fruitbomen twee keer zijn opgebloeid en bij het Bodenmeer waren er twee kersenoogsten.
Was dit evenement de opmaat tot een soort “warme periode”? Nee. Daarna volgde de zogenaamde “Kleine IJstijd“, die in sommige delen van Europa al in de 15e eeuw zichtbaar werd, maar met echt ijzige winters van de 16e tot de 17e eeuw en waarvan de neveneffecten tot de 18e eeuw voelbaar waren. De “Kleine IJstijd” zorgde ervoor dat veel rivieren in de winter bevroren en in sommige jaren was het zelfs mogelijk om van Denemarken over de Oostzee naar Zweden te lopen.
FENIXX
0 reacties :
Een reactie posten