Fiasco ‘Energiewende’ – Lessen voor België en Nederland

Datum:
  • maandag 17 juni 2019
  • in
  • Categorie:
  • Alleen de windmolenboeren, leveranciers van zonnepanelen en de producenten van warmtepompen zijn er dan schatrijk bij geworden.
    17-6-2019


    Een gastbijdrage van Pjotr’s dwarsliggers (België).
    Nu Groen er niet in slaagde om hun visie op de klimaatmaatregelen electoraal te verzilveren wordt het hoog tijd dat België, maar ook Nederland, keuzes maakt voor de energietransitie. Dat we op termijn best overstappen van fossiele brandstof naar duurzame alternatieven is iedereen duidelijk geworden. De criteria zijn eveneens gekend: duurzaamheid, betaalbaarheid, ecologische voetafdruk (niet hetzelfde als klimaatmaatregelen), veiligheid en (op Europees niveau) geostrategische onafhankelijkheid. We schreven daarover al enkele bijdrage die te lezen zijn op onze blog, (rubriek wetenschap).
    Ter overweging alvast een beoordeling van de problemen waarmee Duitsland kampt sinds Bondskanselier Angela Merkel besliste om (zeer snel) de nucleaire centrales te sluiten.  ‘Bei uns in Deutschland … ist alles grösser und schöner... ook de miskleunen.’
    Alle gekheid op een stokje: er zijn heel veel dingen waar wij Duitsland dankbaar voor moeten zijn. Ik denk hier niet in de eerste plaats aan huishoudapparaten of auto’s. Kant, Goethe en Hannah Arendt, Einstein, Planck en Conrad Lorenz, Heinrich Heine, Thomas Mann en Heinrich Böll, Bach, Brahms en Beethoven, de Zuid-Duitse barok en de Noord- Duitse baksteengotiek, om maar enkele voorbeelden te noemen, hebben ons levensgevoel en cultuurbewustzijn zeer sterk gevormd. Het zal u dan misschien ook verwonderen als ik stel dat het nuttigste en kostbaarste wat de Duitsers ons ooit gegeven hebben een slecht voorbeeld was.
    En ik heb nog een verrassing voor u: ik bedoel daarmee niet de naziperiode en de Tweede Wereldoorlog. Uit die episode hebben we veel te weinig geleerd. Daardoor kon het gebeuren dat onze hedendaagse militante anti-fascisten in denken en doen onmiskenbaar fascistische trekjes vertonen. Zelfs het anti-semitisme hebben ze herontdekt. Na een dun laagje rode lak weer helemaal klaar voor gebruik! Erg verbazen kan ons dat niet: Churchill zag het al komen. Maar ‘leren’ kan ik dat niet echt noemen.
    Wat we van de Duitsers echter wel zouden kunnen leren – als we niet dachten dat we alles al weten – is hoe een Energiewende niet werkt. Dat zou extreem nuttig zijn en ons enorme fortuinen en bakken ellende kunnen besparen.
    Energiewende betekent: Energie-ommekeer, dus het volledige energielandschap op zijn kop zetten. Dat ziet er niet uit als een kleinigheid, en het is ook geen kleinigheid. Ook daarom hadden we een slogan nodig: als we een slogan hebben geloven we dat we weten waarover we praten. Daarom gaat heden ten dage niets meer zonder slogan: die geeft ons een noodzakelijk – indien ook volledig vals – gevoel dat we weten wat we doen.
    Energiewende werd dus een krachtige slogan. Een slogan, vooral dan als die met een ‘beweging’ op hol is, kan rare dingen doen. Niet enkel stelt hij mensen in staat om te geloven zonder te zien, hij kan ook objecten of toestanden onzichtbaar maken! Onze gewiekste moderne ‘operators’ – en activisten van iedere soort horen daarbij – weten dat en zullen dan ook, verdoken in de algemene opwinding, altijd trachten hun eigen ‘wagonnetje’ aan een lopende slogan te koppelen.
    Zo is dat ook hier gebeurd. Misschien valt u dat niet onmiddellijk als een groot probleem op, maar iedere ervaren projectleider kent dit fenomeen, en vreest het als de pest. Er bestaat zelfs een eigen ‘terminus technicus’ voor: scope creep.
    De omvang van een project, en daarmee ook de objectieven, groeien ongewild en ongestuurd naar een omvang die vaak niet meer beheersbaar blijkt en tot catastrofaal falen voert. Dit is een van de meest prominente oorzaken als grote dure projecten met rampzalige gevolgen uit het roer lopen. Kijken we dus eens hoe die Energiewende zich in de tijd ontwikkeld heeft, of beter gezegd opgezwollen is. De wortels vinden we in de anti-atoomenergie protesten uit de jaren 70 en 80. Die protesten concentreerden zich vooral op de bouwwerf van de snelle broeder in Kalkar en de deponie voor radioactieve afvallen in Gorleben.
    Die manifestaties waren in hoge mate gewelddadig. Men kon zelfs van een prerevolutionaire atmosfeer spreken. In Duitsland zien we traditioneel extreem geweldbereide linksradicale groepen die, via een aantal tussenschakeringen – van regelrechte terroristen tot en met en met ‘antifa’ militanten – naadloos ingebed zijn in de globale linkse scene. Die waren ook hier aan het werk.
    Angela Merkel studeerde in die tijd fysica in de DDR. Daar werden beelden van onlusten in het Westen uiteraard gigantisch uitvergroot gesavoureerd. Dat moet een sterke indruk op haar gemaakt hebben. De anti-kernenergielobby heeft dat conflict nooit helemaal laten afkoelen. Zelfs tot vandaag nog zijn er regelmatig incidenten in verband met de zogenaamde Castor-transporten. Desondanks werd nog in 2010 – terecht – besloten de bedrijfsvergunning voor acht kerncentrales, waarvan de toelatingen weldra zouden aflopen, te verlengen.
    In 2011 werd de Sendai regio in Japan getroffen door een zware aardbeving die o.a. ook een zeer sterke tsunami (15 meter!) veroorzaakte. Het was een vreselijke ramp met 16.000 doden, en ze veranderde alles. Er werden ook vier nucleaire centrales getroffen, het ergst die van Fukushima waar drie reactoren – in verschillende gradaties – een zogenaamde core melt down ondergingen. Op de keper beschouwd waren dat – hoe erg ook – tegen de achtergrond van de totale ramp relatief onbelangrijke incidenten. Maar de ‘beeldvorming’ was volledig anders. De tegenstanders van de kernenergie zijn er, met de al dan niet bewuste ondersteuning van de media, in geslaagd de Sendai aardbeving/tsunami als een nucleair ongeluk – wat het helemaal niet was – voor te stellen.
    Niemand praat vandaag nog over Sendai; iedereen kent Fukushima. Ik heb nooit een zo drieste vertekening van de werkelijkheid een dergelijk succes weten hebben. Als je vandaag, ook hier bij ons, in een discussie vraagt: ‘Hoeveel doden zijn er in Fukushima door straling gevallen?’, dan komt als antwoord gegarandeerd iets tussen honderden en duizenden, soms zelfs tienduizenden. Het juiste antwoord is echter: ‘misschien één!’
    Er is inderdaad achteraf, jaren later, iemand aan kanker gestorven, waarvan het zou kunnen zijn dat de bij het ongeval opgedane straling de oorzaak was. Er zijn uiteraard ook in de TEPCO-centrale van Fukushima een aantal mensen omgekomen, maar dan door het geweld van de tsunami zelf, door instortingen en explosies, en niet door straling.
    We zijn nu acht jaar verder. Onze data uit Hiroshima en Tsjernobyl zeggen dat er nog wel onaangename verrassingen kunnen komen, maar nooit echt veel. De mensen reageren daarop heel raar. Ze geloven het niet! Mijn diagnose is: ze willen het niet eens echt weten, ze zijn gewoon bang. Bang gemaakt door een kleine minderheid activisten die op die manier de wereld kan regeren.
    De afstand tussen gedachte en daad is – zoals we weten – in Duitsland duidelijk kleiner dan bij ons. De activisten daar zagen hun kans en schakelden onmiddellijk in een hogere versnelling. Er dreigden weer Gorleben-toestanden, wellicht zelfs erger. Ook in de bevolking werd panische angst voor kernenergie een meerderheidssentiment. Daarvoor ging mevrouw Merkel door de knieën en besloot ze tot de kernuitstap.
    De reeds verleende verlenging van acht centrales werd herroepen. Die werden vrijwel onmiddellijk gesloten. Andere volgden. Tegen 2022 moest de laatste kerncentrale sluiten. Momenteel zijn er nog zeven van de oorspronkelijke zeventien centrales in bedrijf. Dat had kunnen lukken, maar wel enkel door een enorme investeringsinspanning en een sterk verhoogd verbruik van fossiele brandstoffen.
    Dat laatste viel toen niet zo op: het was nog voor de klimaatconferentie van Parijs (2015). Bovendien werd het nodig veel meer bruinkool te ontginnen en verbranden dan oorspronkelijk nodig geweest zou zijn, en dat is nu niet bepaald milieuvriendelijke energieproductie.
    Vervolgens brak de CO2-hysterie in volle hevigheid los en de kernuitstap werd tot Energiewende uitgebreid. Het doel werd nu tegen 2050 – zonder kernenergie – 80 tot 95% van de energiebehoefte der BRD uit hernieuwbare energie – zijnde hoofdzakelijke wind en zon – te dekken.
    Tegenwoordig wordt al, iets minder utopisch, over 60% gesproken, maar zelfs dat kan nooit lukken: daar komen we nog op terug. Ook in dit geval steunden deze toch wel heel ingrijpende maatregelen op niets meer dan zorgvuldig opgeklopte angsten. Ik noem dit: ‘scope creep’ fase I. Van het project in die toestand geeft de uitstekende presentatie Energiewende een zeer plastisch en objectief beeld.
    Iets later barstte weer een nieuwe hysteriegolf los. Tegen de metingen in, die een dramatische verbetering van de luchtkwaliteit gedurende de laatste veertig jaar tonen, en tegen de levensverwachtingsstatistieken in, die een – overigens werkelijk alarmerende – continu doorlopende verhoging en vergrijzing tonen, hebben we een nieuwe bedreiging ontdekt die de mensheid spoedig zal uitroeien: auto uitlaatgassen.
    Op de achtergronden daarvan zijn we al in een eerder artikel ingegaan. De hogepriesters van de welmenende mensheid vervolgen ondertussen de auto – en dan vooral de diesel – met hetzelfde religieus fanatisme dat vroeger voor kerncentrales en nog vroeger voor heksen gereserveerd was. De Duitse regering volgde de trend en installeerde een groots opgezet subsidieplan om het gebruik van de elektrische auto (met batterij!) aan te moedigen. Zie daarover onze artikels ‘Elektrische Auto’s’ en ook hier (satire).
    Indien dit voornemen volledig zou slagen, betekent dat nog eens ongeveer 40 GWatt meer vraag naar elektrische energie, verdeeld over heel het land. Dat zou werkelijk de genadeslag voor het project betekenen. Ik noem dit: ‘scope creep’ fase II.
    Kijken we eens waar Duitsland momenteel staat:
    Dat ziet er, met 40% hernieuwbare energie toch al heel behoorlijk uit niet? Nu is, door de ‘scope creep’, uit de oorspronkelijke kernuitstap iets heel anders en vooral iets veel ingewikkelder ontstaan. Noemen we het een systeem (met iets minder goede wil zouden we ook ‘gedrocht’ kunnen zeggen). Daaronder versta ik het geheel van alle apparatuur en infrastructuur voor energieproductie en transport plus de regels, wetten en contracten die de omgang daarmee regelen. We kunnen dit ook zien als een complex mechanisme, met ontelbaar vele hefboompjes, scharnierpunten, tandwielen, palletjes en zo verder. En… geen mens die nog begrijpt hoe dit ding in zijn geheel functioneert!
    Het doet dan ook heel vreemde dingen, dingen die wij intuïtief nooit zouden verwachten. We kunnen misschien beter – in de plaats van theoretische bespiegelingen betreffende overdetermineren van systemen – naar enkele praktische aspecten kijken.
    De problemen met hernieuwbare energie in ons land hebben we in een artikel beschreven. Ook in Duitsland, dat geografisch even begunstigd is als het om de aanleg van waterbekkens voor energieopslag gaat, is dat niet wezenlijk anders. Dus ook daar is nu het elektrisch distributiesysteem dat in een eeuw organisch gegroeid is plots niet meer dat was nodig is.
    De wind waait in het Noorden en de energie verbruikende industrie zit in het zuiden. Daar staan ook de meeste kerncentrales. Er zijn 6100 km nieuwe hoogspanningsleiding nodig tegen de tijd dat de laatste nucleaire centrale in 2022 sluit. Van de tien jaar die voor het totale project voorzien werden zijn nu, sinds 2012 bijna acht jaar voorbij. In die acht jaar zijn 80 km (dus 1,6% van het nodige totaal) nieuwe leidingen gebouwd. Momenteel zijn 400 km door de ambtelijke molens goedgekeurd en ook vergund. Die geraken mogelijk nog op tijd klaar. Blijft nog de kleinigheid van 5600 km af te werken in twee jaar. Iemand bereid weddenschappen af te sluiten?
    De vertraging is hoofdzakelijk te wijten aan burgerprotest tegen de bouw van nieuwe hoogspanningsleidingen. Die strijd wordt niet enkel op de straat maar ook in de gerechten gevoerd. Dat leidt tot onberekenbare vertragingen. De overheid had dat kunnen zien. Maar zoals we weten, maakt niet enkel liefde blind: enthousiasme doet dat ook.
    De ironie wil dat die protesten ook van een rationeel niet-verklaarbare hysterie uitgaan, en dat die hysterie door net dezelfde kringen werd gelanceerd en via dezelfde mediasteun gepropageerd als de klimaatgekte die deze inspanningen nodig maakt.
    Die Geister die ich rief, ich werde sie nicht mehr los‘ (De geesten die ik opriep raak ik nu niet meer kwijt) liet Goethe zijn ‘Zauberlehrling’ vertwijfeld uitroepen … Gelukkig wordt dit probleem gedeeltelijk gecompenseerd door andere miskleunen, en er zijn er voldoende. In een even visionaire als naïeve demarche heeft de Duitse regering vorig jaar 1,2 miljard euro voor de ondersteuning van elektromobiliteit – de oplossing voor alle problemen – ter beschikking gesteld. Daarvan zijn tot hiertoe 85 miljoen opgevraagd. Indien dat anders geweest ware …
    Dat er tot hiertoe geen rampen gebeurd zijn, lag daaraan dat het oorspronkelijk Duitse netwerk – niet atypisch voor de Duitsers – zeer robuust was: het beschikte over grote reserves. Maar die zijn opgebruikt en we zijn er nog niet. Vanaf nu wordt het ernst. Als we de vrije markt zouden laten werken zouden de investeringen in wind en fotovoltaïc onmiddellijk stilvallen wegens financieel onrendabel. Als we vanuit een rationeel ecologisch dirigistisch systeem zouden beslissen eveneens, wegens energetisch onrendabel en milieutechnisch bedenkelijk. In beide gevallen zouden we dan nieuwe kerncentrales zien verschijnen. We hebben echter geen van beide, maar een dirigistisch theocratisch systeem dat zich volledig op de epische strijd tussen de klimaatgod en het boze CO2 concentreert en daarbij geen hulp van kernenergie wil aanvaarden. Daar kunnen dan bizarre dingen gebeuren.
    Het grootste probleem van de hernieuwbare energie is haar onbetrouwbaarheid. Alhoewel de capaciteit aan hernieuwbare energie 40% van de elektriciteitsvraag bedraagt zijn er maanden dat ze slechts 4% levert, omdat… de wind niet altijd waait en de zon niet altijd schijnt. Desondanks heeft Duitsland per jaar momenteel ongeveer 100 GWh per jaar ‘te veel’ elektriciteit uit hernieuwbare bronnen! Die elektriciteit kan – voorlopig nog – afgegeven worden aan de netten van de buurlanden, die daar helemaal niet blij mee zijn. De Duitsers betalen – onder andere aan ons – ongeveer een miljard Euro per jaar om die energie te mogen afgeven. Hieronder ziet u de evolutie van dit fenomeen in de tijd: er is geen beterschap in zich!
    Hoe is dat nu mogelijk? Kunnen ze dan niet als het heel hard waait bij felle zonneschijn gewoon een paar thermische centrales uitschakelen? Daar zit nu het probleem: dat kunnen ze niet! Het elektrisch netwerk is veel ingewikkelder dan klein Jantje (of was het Bartje?) denkt als hij aan de tapkast kerncentrales staat te sluiten. Het is een hoog complex gegeven, ook zonder de toevoeging van artificiële moeilijkheden. Het aanbod moet voortdurend op de steeds wisselende vraag afgestemd worden. Dat gebeurt automatisch: een mens zou dat nooit ‘real time’ kunnen. Maar daarvoor moeten een aantal regelbare centrales lopen, en wind en zon zijn niet echt regelbaar. Integendeel: wind en zon bieden een fluctuerend aanbod en veroorzaken daardoor een bijkomende behoefte aan regeling. Ook – maar niet enkel – daarom zeg ik dat 60% hernieuwbare energie waarschijnlijk onbereikbaar optimistisch is.
    Er zijn nog meer dingen mis met de Energiewende, maar ik denk dat het zo volstaat en we tot een conclusie kunnen komen. Als het huidige plan afgewerkt zou worden – wat dus onmogelijk zal blijken – zou er 1000 miljard uitgegeven zijn. Die enorme som wordt aan de Duitse economie onttrokken, en waarvoor? Er is niets opgelost, zeker niet voor het milieu en zelfs niet voor het klimaat. Alleen de windmolenboeren, leveranciers van zonnepanelen en de producenten van warmtepompen zijn er dan schatrijk bij geworden.
    Door vindingrijkheid, vlijt en discipline zijn de Duitsers er vaak in geslaagd van enorme rampen – waaronder enkele rampzalig verloren oorlogen – te herstellen. Zal dat deze keer ook lukken? In ‘GERMANY’S ENERGIEWENDE A disaster in the making’ beschrijft de Duitse chemieprofessor, socialistische politicus en ondernemer Fritz Vahrenholt vier alternatieve mogelijkheden om uit het moeras te geraken. Een attractieve is er niet bij.
    Bron hier.
    – – –
    Naschrift
    Wij van Climategate.nl hebben het fiasco van de Energiewende reeds vele jaren geleden herhaaldelijk voorspeld. Zie bijvoorbeeld hier. Maar de Duitse en Nederlandse ezels zijn er tot dusver niet in geslaagd met elkaar te communiceren. Taalbarrière? Of ideologische verblinding? Hoe het ook zij, de Nederlandse ezel is thans door de uitvoering van de klimaatwet bezig zich aan dezelfde steen te stoten als zijn Duitse familielid – en met hetzelfde nefaste resultaat.
    Eurofielen willen er nog wel eens op wijzen dat Europese samenwerking als bijkomend voordeel heeft dat men van elkaars beleidsfouten kan leren om deze vervolgens te vermijden. Tot dusver heeft Nederland nog niet op deze wijze kunnen profiteren van de honderden miljarden aan weggegooid leergeld dat onze Oosterburen inmiddels hebben betaald.








    0 reacties :

    Een reactie posten