„Voor goede, goedkopere oplossingen was geen plek aan de Elektriciteitstafel.” |
We schrijven februari 2018. Met dertig stichtingen en verenigingen, die zich inzetten voor het behoud van een open landschap, besloten we een consortium op te richten: Nederwind. Ook wij hebben met onze achterban een mening over de wind- en zonneparken die over Nederland worden uitgerold. Dus meldden we Nederwind aan bij voorzitter Ed Nijpels van de klimaattafels, met goed nieuws. Want we hadden een plan om de opgave voor hernieuwbare energie op zo goedkoop mogelijke wijze, gelijk belastinggeld, uit te voeren. Klimaatbeleid is duur genoeg. Dat moest Kees Vendrik, voorzitter van de Elektriciteitstafel, toch als muziek in de oren klinken.
Wat behelst ons plan? Wind op zee is goedkoper dan wind op land. Waarom zetten we daarom niet alle windmolens die op land zijn gepland op de Noordzee? Omwonenden blij, belastingbetaler blij. Als we alle windplannen voor land verhuizen naar zee, besparen we circa 2,5 miljard euro. Simpelweg omdat wind op zee minder subsidie behoeft. Bovendien is er plaats genoeg voor op de Noord zee. Dit alles is gebaseerd op officiële cijfers uit overheidsstukken. Stel dat we dat bedrag niet hoeven besparen, maar als extraatje in het klimaatbeleid steken?
Wanneer we die 2,5 miljard besteden aan extra windmolens op zee, dan levert dat een extra CO2-reductie op van 3,1 megaton per jaar. Oftewel vijf procent van de totale klimaatdoelstelling van het kabinet voor 2030. Meer klimaat winst voor minder geld. En bovendien, geen sociale conflicten op land om molens of zonneparken. Wie wil dat nou niet?
Toch gebeurde er iets onverwachts. We kregen als Nederwind te horen dat we niet mochten aanschuiven. Wie schoven er wel aan bij de Elektriciteitstafel? Een reeks milieuorganisaties. Verschillende overheden. En liefst acht commerciële partijen die rechtstreeks voordeel trekken uit de vaststelling en verdeling van subsidies voor wind en zon. Onze besparing werd nooit besproken. |
En energiebedrijven ontvangen nog op een andere wijze meer subsidie dan nodig is. Wind molenprojecten doorlopen talloze procedures voor de eerste spade de grond in gaat. De prijs van windmolens daalt in de tussentijd. Als aan het begin van die procedure de subsidie wordt vastgesteld, gebeurt dat op basis van de windmolenprijs van dat moment. Maar als het park pas jaren later wordt gebouwd, zijn de feitelijke kosten per molen al veel lager. Uit overheidscijfers blijkt dat dit leidt tot een over subsidie van 1,5 miljard euro. Terwijl Nederwind werd buitengesloten, hebben de aangeschoven energiebedrijven voor miljarden euro’s aan subsidie kunnen veiligstellen. Op merkelijk is dat deze belastingtransfer van burger naar grootkapitaal steun heeft van zichzelf ’links’ noemende politieke partijen.
De impact van de klimaatplannen is enorm. Als de aan de Elektriciteitstafel afgesproken doelen aan hernieuwbare energie op land met windenergie worden vervuld, groeit het aantal 200 meter hoge windmolens tot circa 5500; vijf keer zoveel als nu. Als alles met zonne-energie zou moeten, leggen we 53.000 hectare (78.000 voetbalvelden) aan weiland vol. Geen burger zit daarop te wachten. Maar het is voor uitvoerders wél de meest lucratieve vorm van klimaatbeleid.
Kees Pieters is wiskundig ingenieur (TU Delft), voorman van onderzoeksbureau Nederwind
en mede-initiatiefnemer van
het Democratisch Energie Initiatief’
|
|
|
0 reacties :
Een reactie posten