Sinds de IJstijd is het klimaat 15 keer opgewarmd en afgekoeld met een groter verschil in temperatuur dan de huidige opwarming die aan de mens toegeschreven wordt.
9-3-2019
(Door: Bert Dijkstra)
Het klimaatakkoord van Rutte III gaat uit van de aanname dat de huidige opwarming van het klimaat, zoals we dat sinds ongeveer een eeuw ondervinden, te snel is om natuurlijk te zijn. Dus wordt ze veroorzaakt door menselijke uitstoot van fossiele brandstoffen. De verbranding daarvan stoot twee stoffen uit, water en CO₂. Beide hebben een broeikaseffect. Om deze hypothese te toetsen, moet bewezen worden dat de opwarming sinds een eeuw niet uitzonderlijk snel is. Het temperatuurverloop in de afgelopen miljoenen jaren is bestudeerd. Hieruit blijkt eenduidig: het wordt alleen maar kouder. De aarde koelt af, de zon koelt af. Langzaam maar zeker. Geniet van deze warme periode zolang het nog kan.
Dat het klimaat verandert, is geen punt van discussie. Het klimaat verandert elk jaar een klein beetje. De vraag is alleen in hoeverre de mens daar invloed op heeft. De beeldvorming van de klimaat-alarmisten berust onder andere op het bestuderen van de temperatuur sinds ongeveer 1850. Dat geeft een vertekend beeld, omdat rond 1850 juist een koele periode heerste. Een periode van 100 of 150 jaar is veel te kort om iets zinnigs te zeggen over de oorzaken van klimaatverandering.
Boorkernen van het ijs op Groenland geven een indicatie van de temperaturen tot ongeveer 50.000 geleden. De temperatuur die destijds heerste, wordt afgeleid door middel van een proxy, een benadering. De proxy in dit geval is de verhouding tussen zuurstof en geïoniseerde zuurstof. De grafiek hiervan kunnen we terugvinden in diverse wetenschappelijke rapporten, zoals bij D. Easterbrook (hoogleraar geologie) (fig 1.) of R. Alley (Younger Dryas, 2000, p. 2 (214), fig. 1, lijn c).
Hieruit blijkt dat de temperatuur op Groenland de afgelopen 10.000 jaar vaak 2 tot 3 graden hoger is geweest dan nu. De steile daling rond 8200 jaar geleden die in het rode deel van de grafiek zichtbaar is, wordt de Jonge Dryas periode genoemd, een korte koele periode.
Wat de grafiek verder toont, is dat schommelingen in de temperatuur van 2 tot 3 graden vaker zijn voorgekomen. Sinds de IJstijd is het klimaat 15 keer opgewarmd en afgekoeld met een groter verschil in temperatuur dan de huidige opwarming die aan de mens toegeschreven wordt. (zie fig 2).
Don Easterbrook trekt dan ook de conclusie:
De intensiteit van de huidige opwarming die veroorzaakt zou zijn door CO₂, is relatief klein ten opzichte van de voorgaande klimaatschommelingen.
Easterbrook stelt dat de boorkernen van Groenland weliswaar lokale data zijn en dus geen wereldtemperatuur weergeven, maar voegt er aan toe dat uit andere gegevens blijkt dat de boorkernen ongeveer hetzelfde verloop tonen als de temperatuur wereldwijd. Dat deze bewering klopt, blijkt uit het belang dat wordt gehecht aan de Vostok boorkernen op Antarctica (artikel) en de wereldkaart die de NASA heeft gemaakt van de temperatuurschommelingen (video). Uiteraard reageert de ene landmassa sneller dan de andere op veranderingen in het klimaat, maar de boorkernen zijn indicaties van een algemene trend. De samenhang tussen Groenland en het Noordelijk Halfrond blijkt bijvoorbeeld ook uit de studie van Box over de periode van na 1850 (zie grafiek). Ook een grafiek die het temperatuurverloop op verschillende plaatsen op aarde toont, laat zien dat de verschillen zelden groter dan 1 graad Celsius zijn. Interessant aan deze grafiek is bovendien dat een daling of stijging van temperatuur op Groenland (lichtblauwe GISP lijn) vaak samenvalt met een daling of stijging op Antarctica (blauwe Vostok lijn).
De representativiteit van de gegevens van Groenland wordt versterkt als we de grafiek van Groenland vergelijken met die van de wereldtemperatuur sinds 1850. Een nieuw onderzoek voor de recente periode toont dat de temperatuur steeg tot 1850, daalde tot ongeveer 1910, steeg tot 1940, opnieuw daalde tot 1970. Pas na 1980 vertoont de wereldtemperatuur een grotere stijging dan die van Groenland.
De opwarming van na 1945 is dus niet uitzonderlijk groot.
Er is discussie geweest over het eindpunt van de grafiek van Easterbrook: eindigt deze in 1855 of 1987? Het belang hiervan ligt in de bewering van Easterbrook dat het klimaat de afgelopen 10.000 jaar voor het overgrote deel warmer is geweest dan nu het geval is. Juist de periode 1850-1905 is een koele periode geweest. Het verschil in gemiddelde temperatuur werd berekend op 1,4 graad. Als het eindpunt inderdaad 1855 is, dan is het in de afgelopen 10.000 wel vaak, maar niet meestal warmer geweest dan nu het geval is.
Dit verschil van 1,4 graad blijkt onbelangrijk als we kijken naar de temperatuur op aarde over de afgelopen miljoenen jaren. Dan blijkt dat het 5 miljoen jaar geleden 5 tot 6 graden warmer was dan nu.
De bewering dat de huidige opwarming van ongeveer 1 graad in een eeuw niet bijzonder is, blijft hoe dan ook overeind.
Maar hoe zit het met de relatie met CO₂? Tussen de ijstijden in bewoog het niveau CO₂ zich tussen 200 en 300 ppm (grafiek NASA). In de laatste 10.000 jaar is het niveau van CO₂ tamelijk constant gebleven, namelijk rond 280 ppm. Het niveau begon te stijgen na 1945 en bereikte in 1980 de 340 ppm. De wereldtemperatuur steeg in deze periode nauwelijks: integendeel er traden twee koelere perioden op, een rond 1900 en een tussen 1940 en 1970.
Het is waar dat dit gas straling absorbeert en dat meer CO₂ meer straling zal absorberen. De aanhangers van de antropogene klimaatverandering gaan er echter zonder meer van uit dat de toename van CO₂ verantwoordelijk is voor (een groot deel van) de opwarming, alleen vanwege het gegeven dat deze twee verschijnselen tegelijkertijd optreden. De meeste wetenschappers zijn het er echter over eens dat dit onmogelijk is, vanwege het uiterst geringe aandeel van CO₂ in de dampkring. Dit aspect heb ik al eerder uitgebreid behandeld.
Conclusie: de huidige opwarming van 1 graad Celsius is niets bijzonders. Er is geen reden om aan te nemen dat CO₂ een belangrijke rol speelt.
0 reacties :
Een reactie posten