Oostenrijks meteorologisch instituut distantieert zich van klimaat’consensus’

Datum:
  • donderdag 14 februari 2019
  • in
  • Categorie: ,
  • Een gastbijdrage van Leo W. S. de Graaff.
    Op de website van het ZAMG (Zentralanstalt für Meteorologie und Geodynamik in Wenen) verscheen een opvallend en kritisch bericht waarin vraagtekens worden geplaatst bij het veronderstelde verband tussen CO2 en de AGW (‘Anthropogenic Global Warming’). 
    Daarmee loopt het ZAMG als meteorologisch instituut voorop bij het in gang zetten van een meer open klimaatdiscussie en biedt daarmee een respectabel voorbeeld voor andere weerkundige en klimatologische instellingen elders in de wereld.
    Voor de oorspronkelijke tekst op de ZAMG-website zie hier.
    Natuurlijke klimaatbepalende factoren worden veronachtzaamd
    Als de bijdrage van afzonderlijke klimaatbepalende factoren in klimaatmodellen verkeerd worden ingeschat, ook als die tot heden ogenschijnlijk een realistisch resultaat hebben opgeleverd, dan is iedere daaruit afgeleide prognose voor de nabije toekomst onjuist. Nog belangrijker is, dat er geen rekening wordt gehouden met andere dan de antropogene factoren – en die zijn niet te voorspellen,
    Een probleem bij de mondiale klimaatmodellering is dat deze zich richten op de weergave van de gemiddelde temperatuur, zoals die uit metingen is afgeleid. Hoewel die relatief goed kan worden gesimuleerd, is er twijfel of de gevoeligheid van de modellen voor de diverse klimaatbepalende factoren (activiteit van de zon, vulkanische aerosolen, broeikasgassen enz.) met de werkelijkheid overeenkomt. Daar komt nog bij, dat die factoren zelf, met hun opwarmende, dan wel afkoelende uitwerking, nog niet geheel begrepen worden. Zo is het dus mogelijk, dat een klimaatmodel de gemiddelde mondiale temperatuur goed simuleert, maar dat dit toch gebeurt op basis van een foute gevoeligheid van het model door de ingevoerde data.
    Worden antropogene factoren overgewaardeerd?
    In het vierde IPCC-rapport (Solomon et al., 2007) wordt vastgesteld dat de opwarming in de tweede helft van de vorige eeuw “zeer waarschijnlijk” door de oplopende concentratie van broeikasgassen is veroorzaakt. Deze uitspraak steunt op de simulaties van tal van mondiale klimaatmodellen. Critici menen dat die modellen een te grote gevoeligheid voor CO2 laten zien en bijvoorbeeld de invloed van de zon onderschatten.
    Toekomstige uitwerking van klimaatfactoren niet voorspelbaar
    De emissiescenario’s leveren een aanschouwelijk schatting van de toekomstige uitstoot van broeikasgassen op. Omdat alle andere klimaatfactoren zoals de instraling van de zon of van de invloed van vulkanische aerosolen niet valt te voorspellen, rekenen klimaatmodellen alleen met het effect van broeikasgassen. In tegenstelling daarmee, omvatten simulaties van ontwikkelingen in het verleden zowel de natuurlijke en antropogene broeikasgassen, als ook de stralingsintensiteit van de zon en de concentraties van vulkanische en antropogene aerosolen in de atmosfeer.
    De natuurlijk klimaatfactoren ontsnappen aan de voorspellingen, omdat er nog geen astrofysisch model bestaat dat de activiteit van de zon kan voorzien, en voorts omdat vulkaanuitbarstingen op langere termijn niet voorspelbaar zijn.
    Sterkte-zwakte-analysen nuttig
    Het zal nog enige tijd duren om de juiste balans tussen alle klimaatfactoren in de klimaatmodellen te vinden. Fundamentele kritiek op de prestaties van klimaatmodellen staat welhaast gelijk aan het niet accepteren van de (ons voorgehouden) werkelijkheid. Bepalend blijft om duidelijk te onderkennen welke resultaten de klimaatmodellen met enige zekerheid kunnen leveren (vergelijk publicaties die op de sterke, dan wel op de zwakke punten ingaan)
    Literatuur:
    Bader D.C., Covey C., Gutowski W.J., Held I.M., Kunkel K.E., Miller R.L., Tokmakian R.T., Zhang M.H. (2008): Climate models: An assessment of strengths and limitations.Washington: Department of Energy, Office of Biological and Environmental Research, 124 Seiten (PDF-Datei; 4,64 MB)
    Hegerl G.C., Zwiers F.W., Braconnot P., Gillett N.P., Luo Y., Marengo Orsini J.A., Nicholls N., Penner J.E., Stott P.A. (2007): Understanding and attributing climate change. In: Solomon S., Qin D., Manning M., Chen Z., Marquis M., Averyt K.B., Tignor M., Miller H.L. (Hg.): Climate change 2007: The physical science basis. Contribution of Working Group I to the Fourth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. Cambridge, New York: Cambridge University Press, ISBN 9780521705967, 663–745
    Randall D.A., Wood R.A., Bony S., Colman R., Fichefet T., Fyfe J., Kattsov V., Pitman A., Shukla J., Srinivasan J., Stouffer R.J., Sumi A., Taylor K.E. (2007): Climate models and their evaluation. In: Solomon S., Qin D., Manning M., Chen Z., Marquis M., Averyt K.B., Tignor M., Miller H.L. (Hg.): Climate change 2007: The physical science basis.Contribution of Working Group I to the Fourth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. Cambridge, New York: Cambridge University Press, ISBN 9780521705967, 589–662
    Solomon S., Qin D., Manning M., Chen Z., Marquis M., Averyt K.B., Tignor M., Miller H.L. (Hg.): Climate change 2007: The physical science basis. Contribution of Working Group I to the Fourth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. Cambridge, New York: Cambridge University Press, 996 Seiten, ISBN 9780521705967
    Noot LdG

    Vanuit geologisch gezichtspunt is de continue elastische respons van zowel de continentale als de oceanische korst tijdens glacialen en interglacialen een belangrijk thema. Het verklaart de Holocene herverdeling van water op aarde in de laatste 6.000 jaar. Zelf ben ik sterk gefascineerd door de mogelijke invloed van submarien vulkanisme en hydrothermale activiteit (black smokers) op de warmtehuishouding. Zo zijn er tal van andere invloedrijke factoren op te noemen. En dat maakt duidelijk hoe onzeker en ingewikkeld iedere klimaatprognose in feite is. Wij weten helaas nog veel te weinig.Je merkt dat Oostenrijk niet aan zee ligt: als voorbeelden van natuurlijke klimaatbepalende factoren worden alleen vulkanisme en de variabele activiteit van de zon genoemd. Ja, wij gaan nu echt een ‘Grand Solar Minimum‘ tegemoet. Ik zou daarnaast zeker de overheersende rol van oceanen voor warmteopslag en -transport, en voor de CO2-huishouding, hebben vermeld. De invloed van de oceanische cycli, zoals El Niño en La Niña, is ook een uiterst belangrijke factor.












    0 reacties :

    Een reactie posten