Den Haag - De verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij de provincies en gemeenten.
Frans van den Berg 25-4-2018
Zonneparken aanleggen op landbouwgrond moet worden gezien als de laatste optie. Eerst moeten daken van gebouwen en niet-productieve gronden zoveel mogelijk worden benut.
Dat stelt minister Eric Wiebes in antwoord op Kamervragen van Carla Dik-Faber (ChristenUnie). Zij is verontrust over de run van vooral buitenlandse investeerders op gras-
en akkerland voor het plaatsen van
zonnepanelen. Daardoor schieten
de grondprijzen omhoog en dat is
ongunstig voor jonge boeren die
willen investeren. Ook vreest zij voor de biodiversiteit en het onttrekken van grond voor de voedselproductie.
Minister Wiebes deelt de zorgen,
maar is niet van plan om landelijke
regels af te kondigen. De verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij de provincies en gemeenten. Die moeten een afweging maken,
waarbij landbouwgrond pas als laatste optie inbeeld is.,,Gemeenten en
provincies moeten een stimuleringsbeleid voeren voor het bevorderen van opwek op daken, onproductieve gronden en meervoudig te
gebruiken oppervlakten."
Zelf komt Wiebes voor de zomer met een plan om duurzame energie
op rijksvastgoed te versnellen.
Boerenorganisaties, omwonenden
en tal van politieke partijen maken
zich steeds meer zorgen over de
wildgroei van zonneparken. Tennet
trok onlangs ook al aan de bel omdat
steeds meer parken in dunbevolkte
gebieden worden aangelegd, waar
het elektriciteitsnet niet geschikt is
voor zoveel stroomopwekking. Kamervragen over dit laatste probleem
moet Wiebes nog beantwoorden.
Noordhollands Dagblad
0 reacties :
Een reactie posten