Windmolens bederven het landschap, maar zijn vooral „zinloos”...
Een gastbijdrage van Wim Eradus.
Als er geen manier wordt gevonden om elektriciteit grootschalig op te slaan, hebben de Nederlandse miljardeninvesteringen in windmolens weinig zin, reageert ir. Wim Eradus.
Windmolens bederven het landschap, maar zijn vooral „zinloos” zegt landschapsarchitect Han Lörzing in het uit het ND overgenomen interview ”Windmolen staat meestal stil”. Windmolens zijn een uitermate onbetrouwbare energiebron waarvan de leveringsgaten moeten worden gedicht door het bijstarten van niet duurzame gas- olie- en kerncentrales. „Daar schieten we dus niets mee op.”
In RD 27-5 reageren twee vertegenwoordigers van de Nederlandse Windenergie Associatie daar fel op. „Lörzing zet alle nuances overboord. Windenergie is wel degelijk duurzaam en inhoudelijk klopt er weinig van zijn woorden.” Ik denk echter dat Lörzing terecht de geroemde duurzaamheidsvoordelen van windenergie ter discussie stelt. De beide windlobbyisten stellen de situatie wel erg rooskleurig voor.
Dat windmolens 95 procent van de tijd zouden draaien, is erg optimistisch. Vanaf windkracht 2 tot 3 wekken de turbines energie op, maar ze leveren dan nog nauwelijks stroom. Bij windkracht 5 is het vermogen 12 procent van het maximum. Pas bij windkracht 7 produceren ze maximaal. Dit vermogen houden ze vol tot windkracht 10-12. Dan worden ze stilgezet om overbelasting te voorkomen.
Het CBS-rapport ”Hernieuwbare energie in Nederland 2014” gaat uit van een gemiddeld rendement (meestal aangeduid als ”productiefactor”) van 24 procent. De productiefactor in Nederland is voor lage turbines (tot 30 meter) ongeveer 15 procent en voor hoge turbines 25 procent. Op zee loopt dit op tot 40 procent.
Reservecapaciteit
Het is een hardnekkig misverstand dat we met voldoende zon- en windenergie geen volledige reservecapaciteit achter de hand hoeven te houden. Als zon en wind te weinig of zelfs helemaal niets leveren, moet het ontbrekende vermogen volledig worden aangevuld. Aanbod en vraag moeten te allen tijde in balans zijn. Dat kan op beperkte schaal door inkoppeling van vermogen uit naburige landen. Maar die hebben doorgaans hetzelfde probleem.
Waait het erg hard in Duitsland en Denemarken, twee landen waar veel windenergie wordt opgewekt, dan kan daar een fors energieoverschot ontstaan. Dat kan alleen tegen zeer lage prijzen worden gedumpt in omliggende landen. Soms moet daar zelfs geld op worden toegelegd. Het probleem is dat elektriciteit bij de huidige stand van de techniek niet economisch grootschalig kan worden opgeslagen om een energiebuffer te hebben wanneer de zon niet schijnt en de wind is gaan liggen.
In bergachtige landen kan bij te veel wind water naar hooggelegen bergmeren gepompt worden. Bij te weinig wind kan deze energie via waterkracht worden omgezet in elektriciteit. In ons vlakke land gaat dat niet en moeten de bestaande energiecentrales bijspringen. Meer dan 98 procent van de energiebehoefte wordt nu nog als basislast geleverd door kolen- en kerncentrales. Die kunnen niet snel reageren op veranderingen van zon- en windenergie.
Moderne gascentrales kunnen dat wel, maar dat heeft een prijs. Snelstartende gasturbines hebben een laag rendement, zo’n 30 procent tegenover 58 procent voor een conventionele centrale. De gewenste CO2-besparing wordt daardoor grotendeels tenietgedaan. Voor België berekende J. Soens in zijn proefschrift dat windenergie bij vermogens boven 5 procent van het totale landelijke vermogen geen CO2-winst meer oplevert.
Op dit moment komt zo’n 5 procent van onze stroom van windmolens, 0,7 procent van ons jaarlijkse energiegebruik. Het Energieakkoord wil dit opvoeren tot 20 procent, overeenkomend met bijna 3 procent van ons totale energiegebruik. Als dr. Soens gelijk heeft, blijft er zo van de CO2-besparing niet bar veel over. Deze tientallen miljarden kostende nationale operatie om het klimaat te redden lijkt dan weggegooid geld.
Wil het ooit wat worden met windenergie, dan zal er een doorbraak moeten komen in grootschalige opslagtechnologie. Voorlopig blijft het bij plannen en bij exotische experimenten, zoals opslag in de accu’s van elektrische auto’s, cv-ketels die op commando ook stroom opwekken, ondergrondse opslag van gecomprimeerde lucht in lege gasvelden en van water in ondergrondse mijnschachten. Het lijkt mij dat deze ingenieuze ideeën voorlopig slechts gedeeltelijk de gesignaleerde energie-onbalans kunnen overbruggen. Van wind kunnen we nog niet leven.
Aldus Wim Eradus.
De auteur werkte als wetenschappelijk medewerker aan ‘Wageningen University’ en was docent techniek en maatschappij aan de Evangelische Hogeschool.
6 reacties :
Ingenieur Lievense opperde in 1981 al een plan om energie op te slaan: https://nl.wikipedia.org/wiki/Plan_Lievense
waarom het niet is doorgegaan kunt u lezen op Wikipedia.
Het plan was toen onhaalbaar en daar zal weinig in veranderd zijn, windenergie is zinloos en alleen rendabel vanwege de torenhoge subsidies. Zoals in iedere economie zijn subsidies verspild geld, in Nederland geven we alleen al 20 miljard aan subsidies uit, nog afgezien van de subsidies op windenergie.
Je blijft met al die dingen afhankelijk van energiemaatschappijen. Die moet je dus dik betalen.Die kosten gaan steeds hoger worden. Wil je daar van af dan moet je je huis energieneutraal maken dus met eigen zonnepanelen en een warmtepomp .Laat je dan goed voorlichten. De investering is inderdaad met 6-76-8 jaar terug verdient. Er zijn nog steeds mooie subsidies te verkrijgen. Willem
Energiemaatschappijen investeren alleen in windmolens om de miljarden subsidies binnen te halen. Deze miljarden subsidies mogen de burgers, straks via belastingen op de rekening van diezelfde energiemaatschappijen terug betalen. Het resultaat zal net als in Duitsland nu al zijn, dat er heel veel gezinnen zijn die de rekening niet meer kunnen betalen en afgesloten worden van primaire voorzieningen. De vraag is, hoe lang pikt het Nederlandse volk deze volksverlakkerij nog die slechts ten bate komt van een klein clubje elite die grootaandeelhouder zijn van de multinationals, en zelf nog nooit een slag werk hebben uitgevoerd, en al generaties lang parasiteren op de samen-leving.
Overtollige elektriciteit kan prima opgeslagen worden in de vorm van methanol. Het enige wat je nodig hebt om het te maken is CO2 uit de lucht, water en elektriciteit.
Het gebruik van een warmtepomp om je huis te verwarmen kost aan elektra ongeveer 4000KW-u, dus voordat de investering van de installatie er een keer uit is ben je wel een stukje verder als 6-8 jaar. Bovendien moet het huis voorzien worden van vloerverwarming op alle verdiepingen en veel betere isolatie. Met een warmtepompje ben je er nog lang niet, er komen een zonneboiler, zonnepanelen, regelapparatuur, enz. bij kijken.
De zonnepanelen op het dak leveren ongeveer de 4000 KW-u, maar dan komt het normale stroomverbruik er nog bij en dat is van een gemiddeld gezin 3 a 4000 KW-u. Het installeren zal ook veel geld kosten, subsidie op zonnepanelen is over.
Geloof al die verhalen niet want het is een groot bedriegerscircus met VVD'er Nypels aan het hoofd die, zoals het een rechtgeaard VVd'er betreft, er zijn zakken op een koninklijke manier mee vult.
Hoe meer windmolens hoe meer we belasting moeten gaan betalen om de subsidies op te kunnen brengen, zonder subsidies geen windmolens.
Anoniem 3, u doelt op de brandstofcel neem ik aan?
Een reactie posten