De ambities zijn groots. De partijen hebben er lang over gedaan.
Maar de plannen voor het terugdringen van fossiele brandstoffen zijn, energetisch gezien, irrealistisch en onhaalbaar. De “groene” energiebronnen zijn eenvoudigweg niet energie-intensief genoeg.
Plannen
– Het kabinet wil in Europa een emissiereductie afspreken van 55 procent in 2030.
– Een nationaal klimaatakkoord moet zorgen voor een reductie van 49 procent in 2030.
– Woningcorporaties krijgen een korting van 100 miljoen op de verhuurdersheffing om te zorgen voor woningisolatie.
– Uit de rijksmiddelen is zo’n 4 miljard beschikbaar voor de transitie naar schonere energie.
– Belastingen op energie worden groener.
– Kolencentrales gaan uiterlijk in 2030 dicht.
– Meer kavels voor windenergie op zee.
– Nieuwe woningen niet meer op gas.
Huidige situatie
In 2016 kwam 5,8% van onze elektriciteitsproductie uit wind en zon. Maar om deze weersafhankelijke stroom op het net te kunnen gebruiken, moet men wèl over voldoende fossiele centrales beschikken. Die moeten worden teruggeregeld als deze bronnen pieken, en worden opgestookt als er te weinig wind is en de zon het laat afweten. Bijvoorbeeld in een nacht met weinig wind en in de winterperiode als er sprake is van een stationair hogedrukgebied met veel mistvorming.
Kennelijk is men zich er onvoldoende van bewust dat het grootste deel van de nu ingezette hernieuwbare bronnen elektriciteit produceren en niet voor andere doeleinden geschikt zijn. Bedenk daarbij ook dat de hernieuwbare 5,8% van onze stroomproductie niet meer is dan 1% van ons huidige energiegebruik.
De energieproductie in de vorm van elektriciteit is op dit moment 20% van het totaal finale energiegebruik*)
en een zeer klein deel daarvan kwam van wind en zon. Ook komt er nog een kleine bijdrage uit kernenergie, aardwarmte en waterkracht. Maar feit is dat meer dan 80% van ons energieverbruik komt van aardgas, kolen en olie. Dat zijn op dit moment de belangrijkste energiebronnen voor transport, huisverwarming alsook voor de elektriciteitsproductie.
Waarmee denkt het kabinet in de toekomst energie te produceren?
Laten we eens kijken naar de praktijk van wat hernieuwbare energie wordt genoemd.
Als eerste windenergie. Het nieuwe windpark Fryslân zal door het jaar heen in de praktijk niet meer leveren dan 0,192% van ons totale energiegebruik. En dát voor 1,5 miljard subsidie! Zie hier.
Zonnepanelen: 400.000 zonnepanelen leveren door het jaar heen net zoveel stroom als de Eemshavencentrale in 60 uur. Zie hier.
Maar het kabinet gaat groots inzetten op wind op zee. Er zijn deskundigen die aangeven dat wind op zee de toekomst is. Maar helaas, de praktijk is anders. Het grootste windpark in de Noordzee levert in de praktijk ongeveer 0,22% van ons totale energiegebruik. Zie mijn artikel over Gemini:
Gezien het bovenstaande is het dan ook raadzaam om voor de levering van dit windpark uit te gaan van meer realistische cijfers van ongeveer 38%. Daarmee komt het windpark op een levering van 596.600 huishoudens uit en een stroomproductie die niet meer dan 0,22% van ons totale jaarlijkse energieverbruik bedraagt. En dan is er nog geen rekening gehouden met de inpassingsverliezen en de extra netwerkkosten om de windpieken snel te kunnen transporteren.
(Daarbij wordt opgemerkt dat bij deze berekening nog niet is uitgegaan van het totale finale energieverbruik maar van het totale energieverbruik*) zou je dat wel doen dan was de uitkomst ongeveer 0,3%)
Met andere woorden, vol inzetten op wind op zee is ook geen optie. Ook al zet je de hele Noordzee vol, dan nóg kom je niet veel verder dan enkele procenten van ons huidige energieverbruik.
Met wind en zon gaat het dus niet lukken. Deze bronnen zijn niet energie-intensief genoeg en te weersafhankelijk. Meer informatie daarover is o.a. hier te vinden.
Zelfs de huidige kopers van “groene windstroom” krijgen uit ons stroomnet de helft van de tijd elektriciteit uit centrales, omdat die windstroom niet altijd beschikbaar is. Windmolens beginnen pas echt wat te op te leveren bij het begin van windkracht 4, omdat de stroomproductie van windmolens afhankelijk is van de windsnelheid tot de 3e macht.
Kopers van groene stroom krijgen meer dan de helft van de tijd hun stroom uit fossiele centrales. In het artikel ‘Hoe objectief is de consumentenbond nog?’ kun je goed zien hoe dat komt.
Hier een stukje van de tekst geschreven door de deskundige van de consumentenbond naar aanleiding van mijn vragen:
“Beste heer Matthijssen, via de hoofdredacteur van de Consumentengids ontving ik een notitie van uw hand waarin u ingaat op ons onderzoek Duurzaamheid stroomleveranciers. Bij de Consumentenbond ben ik degene die – samen met de partnerorganisaties – het onderzoek uitvoert, en ik ben de auteur van het artikel in de Consumentengids van november. Ik wil daarom graag een reactie geven op uw notitie.
U noemt daarin aan aantal zaken, met als hoofdlijn dat een fluctuerende bron als windenergie moeilijk in te passen zou zijn in een vraaggestuurd elektriciteitsnetwerk. In ieder geval kan ik beamen dat het elektriciteitsnetwerk natuurlijk inderdaad vraaggestuurd is. Maar in tegenstelling tot wat u stelt geeft dat niet per definitie onbalansproblemen bij het inpassen van windenergie.
De capaciteitsfactoren die u noemt zijn ons ook bekend: bij windmolens op land bedraagt die inderdaad ongeveer 25% (aan de kust richting 30%, in Limburg juist lager), bij wind op zee is dat bij de bestaande windparken 41%, en gaat het bij hogere turbinevermogens en grotere afstand van de kust richting 50%. Bij zonne-energie bedraagt deze factor overigens slechts 11%, dus als u zou beweren dat windenergie niet in een elektriciteitsvoorziening zou passen dan geldt dat in versterkte mate voor zonne-energie.
Bron hier.
Als we de plannen van het nieuwe kabinet bekijken blijkt dat we nog eens 4 miljard extra, boven de 70 miljard die de uitvoering van het energieakkoord gaat kosten, in de transitie gaan investeren.
De vraag is dan ook wat daarvan in de huidige praktijk de opbrengst van bijv. windenergie zal zijn? Kijk je naar het windpark Gemini dan kunnen we van die 4 miljard net 0,3% van onze huidige energieproductie extra met windenergie opwekken.
Samenvattend
Op dit moment komt in de praktijk nog maar een zeer gering deel van onze energieverbruik uit wind en zon en meer dan 60% van de 5,9% hernieuwbare energie komt van biomassa.
In het energieakkoord wordt gestreefd naar 14% duurzame energie. Maar ook uit die plannen blijkt, dat daarvan iets meer dan 60% o.a. uit het zwaar gesubsidieerd verbranden van bossen in centrales moet komen. En dat is op de lange termijn zeker contraproductief wat de CO2-boekhouding betreft.
Bosverbranding is geen duurzame oplossing op de lange termijn. Bossen groeien veel te langzaam. Na ongeveer 40 jaar is een productiebos te oogsten. En als men de bomen daaruit in enkele seconden door de schoorsteen van de centrale jaagt, blijft er steeds minder bos over.
Nog los van de ecologie, uit de reportage bos als brandstof van Zembla blijkt dat in de VS nu al oudere bossen, waarin de lokale biotoop er meer dan 100 jaar over gedaan heeft om zich te vormen, in korte tijd door de pelletfabriek gaan. Na het kappen van deze natuurlijk ontwikkelde bossen, komen daarvoor in de plaats productiebossen, als er al nieuwe bomen worden aangeplant.
Terug naar het energiegebruik in Nederland. Zie daarvoor het volgende rapport van CBS. Daarin staat het volgende lezen:
Het verbruik van hernieuwbare energie in Nederland bedroeg in 2016 in totaal 125 petajoule (PJ). Biomassa leverde 79 PJ en dat is met bijna 63 procent van het totaal verreweg de grootste bron van hernieuwbare energie. Zonne-energie leverde 6,75 PJ, wind energie 29,95 PJ. Om dat even in de juiste verhouding te plaatsen: Het totale finale energieverbruik*) in Nederland was in 2016 2119 PJ. Van deze 2119 PJ kwam totaal 125PJ uit hernieuwbaar. Van deze 125 PJ hernieuwbaar kwam 63% uit het verstoken van wat biobrandstof heet waaronder voedselgewassen in de vorm van bio-ethanol en biodiesel, alsmede bomen uit de VS, Canada en Oost Europa etc.
Het aandeel wind en zon was samen niet meer dan 36,7 PJ hetgeen in totaal neerkwam op 1,73% van de totale energieproductie in 2016.
Wil men deze kabinetsdoelen halen dan is daarvoor maar één oplossing. En dat is met de huidige technologie alleen kernenergie. We kunnen niet doorgaan met het slopen van bossen. En met wind en zon gaan we het zeker niet redden.
Een van de belangrijkste vragen aan dit kabinet is dan ook hoe het aan energie wil komen om deze klimaatdoelstellingen te halen? Op dit moment lijkt wensdenken de belangrijkste pijler te zijn onder deze CO2-arme energiedoelen.
– – –
*) Er is nog een belangrijk punt dat momenteel veel verwarring geeft. Het CBS heeft in zijn cijfers een nieuwe rekenmethode gebruikt. Dit is de uitleg van het CBS.
Totale finale eindverbruik van energie
Voor de berekening van het aandeel hernieuwbare energie wordt, in overeenstemming met Europese afspraken, uitgegaan van het energetisch eindverbruik van energie. Dit is verbruik van energie door eindverbruikssectoren (industrie, huishoudens, diensten, landbouw en vervoer) voor energetische toepassingen. Dit is dus exclusief het gebruik voor niet-energetische toepassingen zoals aardolie als grondstof voor plastic en de verliezen bij energie-omzetting. Bij de berekening worden de rekenregels gevolgd uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie. Deze wijken wat af van de regels voor de nationale energiebalans en daardoor is het eindverbruik van energie in de statistiek hernieuwbare energie niet precies gelijk aan het energetisch eindverbruik uit de nationale energiebalans.
Bron CBS hier.
Dat betekent dat voor de berekeningen van het CBS nu wordt uitgegaan van 2119 PJ voor het totaal finale energieverbruik in 2015 werd nog uitgegaan van 3045 PJ voor het energieverbruik.
Uit info van het Compendium voor de Leefomgeving blijkt dat het totale energieverbruik 3045 PJ was.
In 2015 is het totale verbruik van energiedragers (3 040 petajoule; voorlopig cijfer) bijna gelijk gebleven ten opzichte van 2014 (3045 petajoule).
Zie hier.
Het zal duidelijk zijn dat als het CBS nu in haar statistieken gebruik gaat maken van het totaal finale energiegebruik van 2119 PJ dat men dan in 2020 veel makkelijker aan 14% hernieuwbare energie komt dan met de eerdere berekening van 3045PJ. Dat is iets om over na te denken.
Naschrift
‘Klimaatdoel nieuw kabinet is suïcidaal’.
In een interview in de Volkskrant verklaarde Marcel Crok: ‘Klimaatdoel nieuw kabinet is suïcidaal’.
Citaat:
Als je mensen op straat vraagt of zij vermindering van de CO2-uitstoot een goed idee vinden, zeggen ze uit volle borst: Ja! Maar het kabinet vertelt er niet bij hoeveel dat gaat kosten. Met mijn onderzoeksgroep heb ik berekend dat mensen in het jaar 2023, over 6 jaar al, aan CO2-reductie evenveel geld kwijt zijn als hun huidige vrij besteedbaar inkomen.
‘Bovendien gaat arm, dat toch al nauwelijks een vrij besteedbaar inkomen heeft, het veel meer voelen dan rijk, omdat arme mensen veel minder profiteren van klimaatsubsidies. Het is dus denivellerend. Daarom is het ook zo gek dat het concept van de Klimaatwet uit de hoed van links komt, namelijk van GroenLinks-leider Jesse Klaver en oud-PvdA-leider Diederik Samsom.
‘Met de voorgenomen CO2-reductie van 49 procent wordt een afkoeling bereikt van 0,0003 graden. In werkelijkheid is het afkoelende effect onmeetbaar klein. Dat betekent dus dat wij enorm veel geld gaan uitgeven om een niet meetbare uitkomst te bereiken.
Lees verder hier.
0 reacties :
Een reactie posten