De provincie Noord-Holland mocht een vergunning voor 23 nieuwe windmolens in het havengebied van Amsterdam weigeren. Dat heeft de Raad van Stage woensdag 30 augustus 2017 geoordeeld.
Strikte voorwaarden
Het provinciebestuur weigerde eind vorig jaar de vergunningen te verlenen, omdat de aanvragen niet voldeden aan de voorwaarden voor nieuwe windmolens in de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2016. Volgens die verordening mag het aantal windmolens in een zogenaamd herstructureringsgebied alleen onder strikte voorwaarden worden uitgebreid. Zo mag er alleen een nieuwe turbine worden gebouwd als er minstens twee andere in de provincie zijn weggehaald. De provincie zegt dit beleid te voeren omdat er niet genoeg maatschappelijk draagvlak is voor windenergie op land.
Geen zaak van provincie
Volgens het Havenbedrijf, NDSM energie en het gemeentebestuur is de komst van de windmolens in het havengebied geen zaak van de provincie, maar van de gemeente. Ook zouden de voorwaarden die de provincie in de Provinciale Ruimtelijke Verordening aan nieuwe windmolens stelt strenger zijn dan landelijke regels voor nieuwe windmolens en internationale regels, en daarmee dus in strijd zijn.
Terecht geweigerd
De Raad van State meent echter dat de windmolens wel degelijk een provinciale aangelegenheid zijn. ‘Door hun afmetingen en zichtbaarheid over grote afstand hebben zij een impact op de ruimte in het landelijk gebied.’ Ook zijn de voorwaarden in de provinciale verordening volgens de Raad niet in strijd met hogere regels. Het provinciebestuur mag deze voorwaarden dan ook aan de komst van nieuwe windmolens stellen. Het weigeren van een vergunning voor de windmolens was dan ook een besluit dat de Provincie mocht nemen.
Overhoop
Verschillende Noord-Hollandse gemeenten en bedrijven liggen al langere tijd overhoop met de Provincie Noord-Holland over de eisen die worden gesteld aan de bouw van windmolens op land. Ook waterschappen en milieuorganisaties kunnen zich niet vinden in het provinciale beleid.
Het provinciebestuur weigerde eind vorig jaar de vergunningen te verlenen, omdat de aanvragen niet voldeden aan de voorwaarden voor nieuwe windmolens in de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2016. Volgens die verordening mag het aantal windmolens in een zogenaamd herstructureringsgebied alleen onder strikte voorwaarden worden uitgebreid. Zo mag er alleen een nieuwe turbine worden gebouwd als er minstens twee andere in de provincie zijn weggehaald. De provincie zegt dit beleid te voeren omdat er niet genoeg maatschappelijk draagvlak is voor windenergie op land.
Geen zaak van provincie
Volgens het Havenbedrijf, NDSM energie en het gemeentebestuur is de komst van de windmolens in het havengebied geen zaak van de provincie, maar van de gemeente. Ook zouden de voorwaarden die de provincie in de Provinciale Ruimtelijke Verordening aan nieuwe windmolens stelt strenger zijn dan landelijke regels voor nieuwe windmolens en internationale regels, en daarmee dus in strijd zijn.
Terecht geweigerd
De Raad van State meent echter dat de windmolens wel degelijk een provinciale aangelegenheid zijn. ‘Door hun afmetingen en zichtbaarheid over grote afstand hebben zij een impact op de ruimte in het landelijk gebied.’ Ook zijn de voorwaarden in de provinciale verordening volgens de Raad niet in strijd met hogere regels. Het provinciebestuur mag deze voorwaarden dan ook aan de komst van nieuwe windmolens stellen. Het weigeren van een vergunning voor de windmolens was dan ook een besluit dat de Provincie mocht nemen.
Overhoop
Verschillende Noord-Hollandse gemeenten en bedrijven liggen al langere tijd overhoop met de Provincie Noord-Holland over de eisen die worden gesteld aan de bouw van windmolens op land. Ook waterschappen en milieuorganisaties kunnen zich niet vinden in het provinciale beleid.
Binnenlands Bestuur
0 reacties :
Een reactie posten