De politiek moet zich niet inhoudelijk met de wetenschap bemoeien.
Een gastbijdrage van Guus Berkhout.
Wat voor de natuurlijke omgeving glashelder is, is voor het aardse klimaat nog volstrekt onduidelijk.
We zijn ambitieus bezig met het rentmeesterschap over onze planeet. De plannen gaan niet alleen over goede zorg voor onze natuurlijke omgeving, maar óók over zorgvuldig beheer van het aardse klimaat. Vooral die laatste ‘opdracht’ krijgt veel aandacht. Er zijn in Parijs afspraken gemaakt om een ongekend groot aantal miljarden in klimaatbeheer te stoppen. In Nederland is er zelfs voorgesteld voor al die uitgaven een speciale minister van Klimaatbeheer aan te stellen. De grote vraag is nu of we in deze euforie van maakbaarheid niet nog eens goed de harde feiten op een rij zouden moeten zetten.
Laten we eerst een blik werpen op de staat van onze natuurlijke omgeving. De zorgen daarover zijn terecht groot. Met name de voortgaande bevolkingsexplosie op onze planeet gaat in de komende decennia voor een onhoudbare situatie zorgen. Zo kende bijvoorbeeld de bevolking in Afrika in 1950 ruim 200 miljoen zielen, nu zijn dat er ruim 1200 miljoen, bij ‘business as usual’ worden dat er in 2050 ongeveer 2 miljard en in 2100 zelfs circa 4 miljard. Door de alsmaar groeiende mensenmassa zal het steeds moeilijker worden aan de wereldwijde vraag naar basisbehoeften (energie, water, voedsel) te voldoen. Om dat toch voor elkaar te krijgen, bedreigen we onze planeet met uitputting en zijn we bezig onze ecologische kringlopen onomkeerbaar te beschadigen. Uit ons eigen CFGSEC-onderzoek blijkt dat dit allemaal nog verergerd wordt door de hulpprogramma’s van de Wereldbank en de VN. Met hun streven de armoede de wereld uit te bannen, zien we de consumptie niet alleen sterk toenemen, maar ook schadelijker worden. Is de mens bezig zijn eigen leefomgeving te vernietigen?
Gelukkig hebben we in de afgelopen jaren veel kennis opgebouwd over hoe we deze omgevingsproblemen moeten aanpakken. Technologie is niet zozeer het probleem, het gaat vooral om menselijk gedrag. Zo beginnen we te begrijpen dat we ontwikkelingshulp fundamenteel moeten veranderen. Rem op de bevolkingsgroei en meer zelfredzaamheid moeten centraal komen te staan.
Daarnaast beginnen we nu ook te begrijpen dat overheden en bedrijven anders moeten gaan samenwerken om de economie circulair te maken. Daarbij moet de overheid het bedrijfsleven geen oplossingen voorschrijven, maar aangeven waar die oplossingen aan moeten voldoen.
Wat voor de natuurlijke omgeving glashelder is, is voor het aardse klimaat nog volstrekt onduidelijk. Het geologische archief van de aarde laat ondubbelzinnig zien dat ons klimaat in het verleden enorme veranderingen heeft gekend. Grote klimaatveranderingen zijn dus van alle tijden en zeker niet vanaf de jaren zestig, waarin de menselijke CO2-emissies begonnen te stijgen. De geo-wetenschappen vertellen ons dat er geen enkele aanwijzing is dat de grote natuurkrachten, die al miljoenen jaren verantwoordelijk zijn voor onze klimaatveranderingen, vanaf het midden van de vorige eeuw niet meer actief zouden zijn. Wetenschappelijk verantwoorde klimaatmodellen moeten in de eerste plaats het verleden kunnen verklaren. Pas als we het verleden kennen en begrijpen, is het mogelijk iets zinvols over de toekomst te zeggen. Kijkend naar de enorme complexiteit van het aardse klimaat, zou de klimaatwetenschappers wat meer bescheidenheid passen. Met hun grote stelligheid over oorzaak en gevolg brengen ze veel schade toe aan de reputatie van de wetenschap. Natuurlijk, onder mijn klimaatcollega’s zitten veel knappe koppen. In hun publicaties zitten echt geen denk- of rekenfouten. De angel zit in de aannames van hun model, zoals: ‘De grote natuurkrachten spelen in klimaatverandering geen rol meer’. Over die aannames wordt in wetenschappelijke peer reviews niets gezegd, terwijl we het juist dáárover moeten hebben.
We hebben ons in Parijs aangepraat dat het aardse klimaat maakbaar is, maar dat gevoel is wel het directe gevolg van aannames die we zélf hebben bedacht. In het CFGSEC-onderzoek zijn we met een grensoverschrijdend voorstel bezig om in het wereldwijde klimaatonderzoek data science een belangrijke rol te geven en onderzoekteams uit te breiden met geowetenschappers, astronomen en economen.
Geowetenschappers hebben in het verleden al laten zien dat ze met hun geologisch archief het verleden kunnen blootleggen. Ze zijn in staat aan te geven wat er nu precies in al die miljoenen jaren met ons klimaat is gebeurd. Astronomen zijn nodig om ons te leren wat in die miljoenen jaren het aandeel van de kosmos op die veranderingen is geweest. Zo ontstaat een samenhangend verhaal over ons klimaatverleden. Vervolgens kan een breed team van klimaatwetenschappers, geowetenschappers en astronomen hun kennis inzetten om gezamenlijk de werkelijke oorzaken van al die aardse klimaatveranderingen vast te stellen. Pas dán is het verantwoord om de uitdaging aan te gaan het toekomstige gedrag van ons klimaatsysteem te voorspellen.
Ten slotte, economen kunnen helpen onze duurzaamheidstransitie welvaartsvast te maken. Al met al is het de grootste uitdaging waar de mens ooit voor heeft gestaan. Nederland gaat het ‘Internationale Klimaatinstituut’ huisvesten. Laat het een open kenniscentrum worden, waarin temperatuurdata algemeen toegankelijk worden en waarin niet alleen traditionele klimaatwetenschappers het voor het zeggen krijgen.
Samenvattend: milieudoelstellingen kunnen bouwen op een uitgebreid reservoir aan bewezen wetenschappelijke kennis. Maar met klimaatdoelstellingen ligt dat anders. Klimaatverandering is een feit, maar over oorzaak en gevolg weten we nog veel te weinig. Een klimaatwet is dus een onzinnig voorstel. Dat geldt ook voor het benoemen van een klimaatminister.
De politiek moet zich niet inhoudelijk met de wetenschap bemoeien. Als lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) nodig ik de KNAW uit om de wetenschappelijke regie in het gepolariseerde klimaatonderzoek naar zich toe te trekken.
Aldus Guus Berkhout.
Guus Berkhout is emeritus hoogleraar geowetenschappen en oprichterdirecteur van het ‘Centre for Global Socio-Economic Change’.
0 reacties :
Een reactie posten