Er komen grote barsten in het wetenschappelijk fundament dat het gebruik van glyfosaat moet verantwoorden nu blijkt dat Monsanto wetenschappers uitzoekt om hun naam uit te lenen voor papers die door het bedrijf zelf worden aangestuurd en moeten bewijzen dat hun onkruidverdelger Roundup niet kankerverwekkend is. De mails werden recent openbaar gemaakt door de rechter in een zaak tussen Monsanto en meer dan honderd personen die beweren dat het gebruik glyfosaat heeft geleid tot lymfeklierkanker. Het nieuws waaide ook over naar Europa, waar de Commissie tegen het einde van dit jaar moet beslissen of het gecontesteerde product een nieuwe vergunning van minstens tien jaar krijgt of niet.
Ook in het Vlaams Parlement bleef het schandaal niet onbesproken. Minister Joke Schauvliege kreeg verschillende vragen over het dossier. Omdat ze zelf in het buitenland zat, was het haar collega CD&V-minister Hilde Crevits die de vragen beantwoordde, en meteen ook meegaf dat minister Schauvliege het gebruik van glyfosaat door particulieren "al dan niet tijdelijk" aan banden wil leggen. Voor professioneel gebruik wacht Schauvliege op de resultaten van bijkomend onderzoek.
"Als je je bezighoudt met de kromming van een komkommer, moet je toch ook zeer zorgzaam zijn als het gaat om het geven van toelatingen voor producten: zijn ze gezond of zijn ze niet gezond?", zo sprak Crevits. "Ik vind dat hier toch wel een bijzondere verantwoordelijkheid rust op diegenen (de Europese beleidsmakers, nvdr.) die deze toelating zullen geven." Crevits gaf aan dat Schauvliege maatregelen wil nemen en snel aan de regering wil voorstellen om vanuit het voorzorgsprincipe "zeker het gebruik door particulieren al dan niet tijdelijk aan banden te leggen".
Parlementslid Bart Caron (Groen) spreekt van "een stapje vooruit", maar wil graag dat de regering nog verder gaat "en het gebruik door iedereen, ook de overheden en de professionele gebruikers, in Vlaanderen verbiedt tot er absolute duidelijkheid is over het gevaar van het product". Ook sp.a-parlementslid Bruno Tobback had de Vlaamse regering graag nog een stap verder zien gaan.
In een interview met De Standaard plaatst ook Jan Tytgat, toxicoloog aan de KU Leuven, grote vraagtekens bij een eventuele verlenging van de vergunning. “Ghostwriting, gekleurde interpretaties... Ik heb toch grote vragen bij hoe Monsanto werkt”, aldus Tytgat. De mails roepen volgens professor Tytgat vragen op over de data die Monsanto heeft ingediend bij de Europese Voedselautoriteit (EFSA) en het Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) die beide groen licht gaven voor de Europese marktvergunning omdat glyfosaat niet kankerverwekkend zou zijn.
“We kunnen niet meer vertrouwen op de studies over glyfosaat die Monsanto bij de Europese agentschappen heeft ingediend”, zo stelt Tytgat onomwonden. “Te meer omdat ze niet vrij toegankelijk zijn. Die studies zouden nu toch echt wel openbaar gemaakt moeten worden om ze opnieuw te analyseren. Maar eigenlijk zouden beter ineens nieuwe studies opgezet worden om uit te klaren hoe schadelijk glyfosaat is. Het geld daarvan moet Europees belastinggeld zijn, los van alle commerciële belangen, om discussie te voorkomen. En de wetenschappers die eraan meewerken, moeten op voorhand hun belangenconflicten duidelijk maken: door wie worden ze betaald, met welke bedrijven hebben ze in het verleden samengewerkt?”
“De studies zouden ook kunnen uitklaren of glyfosaat als pure stof schadelijk is, of als mengsel, zoals het verkocht wordt”, zo gaat Tytgat verder. “Als glyfosaat gemengd wordt met bijvoorbeeld zeepachtige stoffen, is de giftigheid mogelijk hoger. Door toedoen van andere stoffen zou glyfosaat sneller worden opgenomen in het lichaam. Tot bewezen is dat het product niet schadelijk is, zouden we toch in elk geval het grootschalige gebruik van glyfosaat door professionelen, zoals landbouwers, moeten verbieden. Dat heeft economische gevolgen voor de producenten. Maar nu moeten we zeggen: sorry Monsanto, jullie hebben er zelf voor gezorgd dat het zo ver is gekomen.”
Wat met het particuliere gebruik van Roundup? “Overheden die glyfosaat aan banden leggen, doen het doorgaans andersom”, aldus Tytgat. “Particulieren mogen de pesticiden niet meer gebruiken, terwijl professionele gebruikers dat nog wel mogen. Het argument is dat professionals beter weten hoe en wanneer ze de pesticiden moeten gebruiken. Maar dat is volgens mij niet het belangrijkste. Wat telt, is de hoeveelheid glyfosaat die in het milieu terechtkomt. De hoeveelheden die hobbytuiniers gebruiken, zijn veel kleiner dan die van de landbouw. Studies uit Azië wijzen erop dat er in de intensieve rijstteelt veel glyfosaat in het oppervlaktewater terechtkomt en dat dat de oorzaak zou kunnen zijn van nierfalen. Kanker is dus niet het enige risico van glyfosaat dat onderzocht moet worden.”
VILT Vlaams infocentrum land-en tuinbouw
Bron: De Standaard / eigen verslaggeving 26-4-2017
0 reacties :
Een reactie posten