Provincie antwoordt op vragen over ZAP te Van Ewijcksluis

Datum:
  • woensdag 14 december 2016
  • in
  • Categorie: , ,
  • Haarlem - Vragen van de heren mr. J.M. Bruggeman (SP) J.H. Leever (ONH), en N. Papineau Salm (PvdA) over uitbreiding van het bedrijfscomplex van Royal ZAP te Anna Paulowna, gemeente Hollands Kroon




    Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland

     Datum ingekomen vragen : 31 oktober 2016 Datum GS-besluit: : 13 december 2016
    Vragen nr. 124

    Vragen van de heren mr. J.M. Bruggeman (SP) J.H. Leever (ONH), en N. Papineau Salm (PvdA) over uitbreiding van het bedrijfscomplex van Royal ZAP te Anna Paulowna, gemeente Hollands Kroon

    De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten mede, dat op 31 oktober 2016 door de leden van Provinciale Staten, de heren mr. J.M. Bruggeman (SP) J.H. Leever (ONH), en N. Papineau Salm (PvdA), de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.

    INLEIDING VRAGEN 
    Met kennisgeving van 19 september 2016, Nr 127925, hebben burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon bekend gemaakt dat zij van de Coöperatieve Zaaizaad- en Pootgoedtelersvereniging Anna Paulowna Royal ZAP ten behoeve van het adres Binnenhaven 5a te Van Ewijcksluis Anna Paulowna een melding hebben ontvangen op grond van artikel 8.41 van de Wet milieubeheer (Activiteitenbesluit milieubeheer) voor het uitbreiden van het bedrijf met enkele loodsen. Omwonenden hebben al vele jaren te kampen met geluid-, stof- en verkeersoverlast van de bedrijvigheid van Royal ZAP.

    VRAGEN INCLUSIEF BEANTWOORDING GEDEPUTEERDE STATEN 

    Inleiding beantwoording Feitenrelaas

     In 2012 heeft het bedrijf gewerkt aan een ruimtelijke onderbouwing voor de verplaatsing naar de Kerkweg 14-16.

     Op 26 maart 2013 heeft ambtelijk overleg plaatsgevonden tussen de provincie, de gemeente en Royal ZAP.

     Op 17 mei 2013 hebben wij de gemeente een schriftelijke reactie verzonden over de toepassing van de Ruimte voor Ruimte op deze locatie. Hierin hebben wij aangegeven dat wij positief staan tegenover een Ruimte voor Ruimte benadering voor de herbestemming en herontwikkeling van het huidige terrein van Royal ZAP aan de Van Ewijcksvaart, mits dit qua kosten en qua ruimtelijke kwaliteit mogelijk is. Wij staan niet positief tegenover de beoogde  bedrijfsverplaatsing naar de Kerkweg en wij geven de voorkeur aan een locatie op een bedrijventerrein.

     In juni 2013 heeft de gemeente Hollands Kroon vervolgens een prealabele vraag bij ons ingediend. De gemeente heeft ons verzocht uitspraak te doen over ons standpunt inzake de verplaatsing van Royal ZAP naar de Kerkweg 14-16.

     Wij hebben vervolgens over de mogelijke nieuwvestiging aan de Kerkweg advies over de ruimtelijke kwaliteit ingewonnen bij de ARO. De ARO heeft hierover op 25 maart 2014 negatief geadviseerd. Het advies luidt als volgt: ‘De ARO begrijpt het belang van verplaatsing van het bedrijf uit de bebouwde kom van Ewijcksluis en heeft kennis genomen van de overwegingen om voor hervestiging de open ruimte aan de Kerkweg te kiezen. De ARO kan echter niet positief adviseren over de gekozen locatie. Het bedrijf is geen agrarisch bedrijf en hoort daarom op een bedrijventerrein. De bedrijfsvoering is, in vergelijking met puur agrarische bedrijven, voldoende foot loose om andere locaties binnen het werkgebied van de Royal ZAP te overwegen. De ARO begrijpt dan ook niet waarom voor het omvangrijke bedrijf alleen naar deze plek midden in de open ruimte van het buitengebied wordt gekeken. De ARO kan bovendien de gekozen locatie niet beoordelen omdat hiervoor een uitgewerkte afweging tegen vergelijkbare locaties ontbreekt. Dat geldt ook voor een zorgvuldige onderbouwing wat betreft landschaps- en bebouwingstypologie, ervenopbouw en gevolgen voor de openheid zoals worden beschreven in de Leidraad Landschap & Cultuurhistorie van de Provincie Noord-Holland.’

     Op 30 september 2014 heeft het college van B&W besloten de inspanningen tot verplaatsing naar de Kerkweg te staken.

     In ambtelijk overleggen zijn alternatieve locaties aangedragen, waaronder Kruiswijk III in Anna Paulowna en Distriport. Royal ZAP is van mening dat deze locaties uit een oogpunt van logistiek en/of verkeersoverlast minder geschikt zijn.

     Op 27 januari 2016 is in het goede diensten overleg ambtelijk door de gemeente aangegeven dat Royal ZAP zou gaan inzetten op de uitbreiding van de bedrijfsbebouwing op de huidige locatie met als aandachtspunt het aardkundig monument. Ambtelijk is aangegeven dat we, aangezien verplaatsing naar de Kerkweg onaanvaardbaar blijkt, begrip hebben voor voortzetting van het bedrijf en mogelijke bouw van een nieuwe loods binnen de regels van het bestemmingsplan. Er is toen nog geen concreet uitbreidingsplan getoond. De aanvraag van de omgevingsvergunning is van juli 2016.

    Kruimelgevallen
    De beoogde uitbreiding valt deels buiten het bouwvlak en de bouwwerken zijn in strijd met de bouwregels uit het bestemmingsplan Van Ewijcksluis en met de gebruiks- en bouwregels van het bestemmingsplan Buitengebied Anna Paulowna 2006 (het stukje water heeft de bestemming Natuur in dit bestemmingsplan). Daar kan op grond van artikel 2.12 eerste lid onder a sub 2 Wabo juncto artikel 4 onderdeel 1 Bor Bijlage II via een reguliere omgevingsvergunning van worden afgeweken. Functioneel past het bouwplan binnen de regeling van het geldende bestemmingsplan omdat de bestemming ‘bedrijfsdoeleinden’ is. De gemeente volgt ons inziens terecht, de reguliere omgevingsprocedure, omdat er slechts een marginale afwijking van het geldende bestemmingsplan is. Er is hier sprake van een kruimelgeval.

    In een dergelijke reguliere omgevingsprocedure wordt het plan niet ter beoordeling aan de provincie aangeboden. De  afhandeling van deze bouwaanvraag is daarmee een uitsluitende bevoegdheid van het gemeentebestuur. PS hebben op 28 september 2015 bij de vaststelling van de PRV besloten dat de gemeente ook voor de kruimelgevallen een goede ruimtelijke onderbouwing met toetsing aan het provinciaal beleid moet maken. In de Handreiking Uitzonderingen PRV van 15-1-2016, besluit GS 10-5- 2016 staat: ‘Het college van B&W beoordeelt of een aangevraagde ontwikkeling in lijn is met de PRV. Daarover hoeft geen overleg met de provincie plaats te vinden. Indien B&W van oordeel zijn dat de ontwikkeling past binnen de provinciale regels, dan kunnen B&W de vergunning verlenen. Bij strijd weigert B&W de vergunning. Als er twijfel is of de ontwikkeling past binnen de PRV of daarmee in strijd is, kan hierover altijd ambtelijk contact opgenomen worden met de planadviseur of regiocoördinator bij de provincie.’ Samengevat: de afhandeling is een uitsluitende bevoegdheid van het gemeentebestuur. Wel is het mogelijk dat wij in beroep gaan tegen de omgevingsvergunning, als GS achteraf van mening zijn, dat de gemeente haar taak op het punt van toetsing aan de PRV niet goed heeft uitgevoerd.

    Eventuele toekomstige uitbreidingen
    Eventuele toekomstige uitbreidingen op de huidige locatie die volgens de uitgebreide voorbereidingsprocedure verlopen, worden aan ons voorgelegd en deze beoordelen wij aan het vigerende provinciaal beleid: de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV).

    Ontheffing aardkundig monument
    Los van deze aanvraag omgevingsvergunning is een ontheffing van de Provinciale Milieu Verordening voor het aardkundig monument bij de Provincie aangevraagd. De afgifte van een ontheffing voor het aardkundig monument is bij de provincie nog in behandeling. De gemeente mag de omgevingsvergunning al wel verlenen als zij een voorbehoud van goedkeuring van de vergunning voor het aardkundig monument opneemt in de omgevingsvergunning.

     Vraag 1:
     Kunnen Gedeputeerde Staten bevestigen dat voor de - op grond van artikel 8.41 van de Wet milieubeheer - gemelde uitbreiding met enkele loodsen van de bedrijfsvestiging van de Coöperatieve Zaaizaad- en Pootgoedtelersvereniging Anna Paulowna Royal ZAP op het adres Binnenhaven 5a tevens een omgevingsvergunning (bouwen/gebruik) bij burgemeester en wethouders van Hollands Kroon is aangevraagd?

    Antwoord 1: 
    Ja

    Vraag 2:

    Past deze uitbreiding binnen het vigerende bestemmingsplan? Kan een omgevingsvergunning voor de loodsen volgens de reguliere voorbereidingsprocedure worden verleend? 2016 124 4

    Antwoord 2: Ja

    Vraag 3:
    Herinneren Gedeputeerde Staten zich dat zij op schriftelijke vragen van de heer F.J. Gersteling (SP), nr 2011 | 93 op 31 augustus 2011 hebben geantwoord dat zij verdere uitbreiding van ZAP op de huidige locatie onwenselijk vinden en dat zij er nauwlettend op zullen toezien dat ruimtelijk-bestuurlijk geen uitbreiding van het bedrijf ZAP mogelijk wordt gemaakt? Welke locatie werd verstaan onder "de huidige locatie"?

    Antwoord 3: 
    Ja. Onder de huidige locatie werd verstaan de locatie in de kern Van Ewijcksluis

    Vraag 4: Hebben Gedeputeerde Staten het in de vorige vraag bedoelde standpunt nadien verlaten? Waarom?

    Antwoord 4: 
    Nee. Wij zijn nog steeds van mening dat een dergelijk bedrijf niet in een dorpskern thuishoort. Echter, deze uitbreiding valt binnen de reguliere voorbereidingsprocedure waarvoor alleen het gemeentebestuur bevoegd is.

    Vraag 5: 
    Herinneren Gedeputeerde Staten zich dat zij op schriftelijke vragen van de heer R.J. de Graaf (SP) nr 2009 | 66 op 8 december 2009 hebben geantwoord dat, gezien de ligging van de bedrijfsvestiging van ZAP in de nabijheid van een woonkern, uitplaatsing van het bedrijf de voorkeur heeft, en dat zij op schriftelijke vragen van de heer F.J. Gersteling (SP), nr 2011 | 93 op 31 augustus 2011 hebben geantwoord dat zij nog altijd van mening zijn dat uitplaatsing de voorkeur heeft?

    Antwoord 5:
     Ja

    Vraag 6: 
    Hebben Gedeputeerde Staten het in de vorige vraag bedoelde standpunt nadien verlaten? Waarom?

    Antwoord 6: 
    Nee. Zie verder antwoord 4.

    Vraag 7: 
    Welke stappen hebben Gedeputeerde Staten gezet om de in de vraag 5 bedoelde uitplaatsing te helpen bevorderen?

    Antwoord 7: 
    Wij hebben in 2013 en 2014 samen met het bedrijf en met de gemeente Hollands Kroon, onderzocht of verplaatsing van het bedrijf mogelijk is. Zie verder de inleiding voor het feitenrelaas.

    Vraag 8: 
    Kunnen Gedeputeerde Staten een beknopt overzicht geven van de besprekingen die tussen hen en het gemeentebestuur van Hollands Kroon over de uitplaatsing van ZAP zijn gevoerd? Hoe luidt het oordeel van Gedeputeerde Staten over het verloop en de uitkomst van deze besprekingen?


    Antwoord 8: 
    Zie vraag 7.

    Vraag 9:
     Kunnen Gedeputeerde Staten bevestigen dat Royal ZAP ten behoeve van uitplaatsing grond heeft aangekocht aan de Kerkweg te Anna Paulowna? Zo nee, zijn zij dan bereid hiernaar navraag te doen?

    Antwoord 9: 
    Ja.

    Vraag 10: 
    Kunnen Gedeputeerde Staten bevestigen dat Royal ZAP heeft afgezien van uitplaatsing naar de Kerkweg omdat de provincie daaraan niet de vereiste planologische medewerking wil verlenen? Zo nee, zijn zij dan bereid hiernaar navraag te doen?

     Antwoord 10: 
    Ja.

    Vraag 11: 
    Kunnen Gedeputeerde Staten bevestigen dat zij aan Royal ZAP andere locaties in overweging hebben gegeven waarheen naar hun oordeel verplaatsing wel mogelijk zou zijn, en dat deze alternatieve locaties onder meer uit oogpunt van bedrijfslogistiek en verkeersoverlast ongeschikt bleken te zijn?

    Antwoord 11: 
    Ja.

    Vraag 12: 
    Begrijpen Gedeputeerde Staten dat Royal ZAP uit oogpunt van gezonde bedrijfsvoering hierdoor nu noodgedwongen niet anders kan dan de benodigde uitbreiding te doen plaats vinden op de locatie Binnenhaven 5a te Van Ewijcksluis Anna Paulowna?

     Antwoord 12: 
    Enerzijds begrijpen wij dat vanuit het oogpunt van gezonde bedrijfsvoering. Anderzijds niet vanuit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening. Een dergelijk bedrijf hoort namelijk niet thuis in een dorpskern. 2016 124 6

    Vraag 13: 
    Welke stappen zullen Gedeputeerde Staten zetten om deze ontwikkeling te keren en te bevorderen dat alsnog een wel wenselijke oplossing wordt gevonden? Welke belemmeringen bestaan er daarbij? Kan hierbij ook een rol voor provinciale staten zijn weggelegd?

    Antwoord 13: 
    Deze ontwikkeling kunnen wij alleen keren als achteraf blijkt – na het verstrekken van de omgevingsvergunning door de gemeente – dat de regels van de PRV niet goed zijn toegepast. Dan hebben wij de mogelijkheid in beroep te gaan en kan er worden gekeken wat wel een wenselijke oplossing is. Ook willen wij in 2017 met de gemeente en Royal Zap in overleg gaan over de toekomst van het bedrijf op een andere locatie. Het in beroep gaan is een bevoegdheid van GS. Er is geen rol voor

    PS. Zie verder de inleiding onder het deel ‘kruimelgevallen’.



    0 reacties :

    Een reactie posten