Tien Trump-lessen voor Nederlandse politici

Datum:
  • donderdag 10 november 2016
  • in
  • Categorie:

  • Het succes van Donald Trump wordt wel op één lijn gesteld met de uitslag van het Britse referendum over de Brexit en met de opkomst van ‘populistische partijen’ in West-Europa. Er zijn inderdaad overeenkomsten. Er zijn dan ook Nederlandse lessen te trekken uit de winst van Trump. Minstens tien, schrijft Syp Wynia.


    Les 1: Peilingen schatten de ‘ongewenste’ kandidaat te laag in

    Kiezers spreken niet altijd de waarheid als ze heimelijk van plan zijn om op een ‘populistische’ politicus te stemmen. Ze zijn bang met de nek te worden aangekeken. Het is ook denkbaar dat peilers kiezers van ‘populisten’ minder goed kunnen bereiken. Hoe dan ook: peilers komen in hun voorspellingen vaak op een lagere score voor ‘populistische’ partijen. Dat komt zelfs voor bij exitpolls. Martin Bosma, Kamerlid van de PVV, noemt een hogere uitslag van zijn partij dan voorspeld ‘de gordijnbonus’.

    Les 2: Op het platteland wonen ook mensen

    Trump haalde zijn winst in het midden en het zuiden van de Verenigde Staten. Daar wonen mensen die het progressieve westen en noordoosten ook wel neerbuigend worden betiteld als ‘fly-over-people’.
    In Nederland is er ook veel ongenoegen in de provincies buiten de Randstad. De inwoners van die provincies voelen zich slecht vertegenwoordigd of onheus bejegend, getuige ook de boosheid over de aardbevingen in Groningen. Plattelanders hebben, niet zonder reden, vaak het gevoel dat ze er niet toe doen, dat er niet naar hen wordt geluisterd, maar dat ze wel goed genoeg zijn om getrakteerd te worden op een windmolen voor hun huis en een asielzoekerscentrum achter hun huis. In 2006 heette het al dan het CDA van Jan Peter Balkenende de verkiezingsoverwinning te danken had aan ‘de regio’.

    Les 3: Het sleutelwoord: immigratie (islam, integratie, identiteit)

    Trump scoorde met omstreden beloftes om aan de Mexicaanse grens een muur te bouwen en geen moslims toe te laten. In Nederland proberen politici van traditionele partijen het bij verkiezingen over zorg en onderwijs te hebben, of over ‘de economie’.
    Maar het werkelijk splijtende thema is al langere tijd: immigratie. Een meerderheid van Nederlanders zit niet te wachten op meer immigranten en al helemaal niet als ze zich niet aanpassen. Dat geldt zeker  voor mensen – de onderkant, doorgaans – die gewoontegetrouw de klappen van immigratie en haperende immigratie moeten opvangen. Alle kans dat ook het Zwarte Piet-thema doorijlt tot de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017.

    Les 4: Verliezers kunnen bij verkiezingen een winnaar maken

    Al sinds de eeuwwisseling worden mensen die het idee hebben dat ze slachtoffer van de internationalisering van de economie zijn en daarom op ‘populisten’ stemmen, afgeschilderd als ‘vooruitgangsverliezers’ of ‘globaliseringsverliezers’.
    Trump belooft vrijhandel in te perken en banen uit China terug te halen. De vooruitgangsverliezers maakten van Trump een winnaar.

    Les 5: Kiezers stemmen niet alleen voor, ze stemmen ook tegen

    Wie in Nederland op Geert Wilders stemt, heet al gauw een ‘PVV-aanhanger’ te zijn. Maar een PVV-stemmer hoeft geen PVV-aanhanger te zijn. Alle kans dat menige PVV-stemmer voor die partij kiest om zijn afkeer van de andere partijen, dan wel ‘de elite’, te tonen.
    Alle kans dat Trump ook stemmen heeft gewonnen van mensen die vooral worden gedreven door afkeer van Hillary Clinton en ‘de elite’ waarmee zij wordt geassocieerd.

    Les 6: Wie kiest voor minderheden riskeert de meerderheid

    Hillary Clinton was de kandidaat van de etnische en raciale minderheden. De ervaring van de PvdA in Nederland illustreert, dat wie veel moeite doet minderheden te plezieren het risico loopt de traditionele steun binnen de meerderheid te verliezen.
    Als een partij naar het idee van de ene minderheid (Surinamers, bijvoorbeeld) te veel aandacht heeft voor een andere minderheid (Marokkanen, bijvoorbeeld) kan dat ook tot weglopen of thuisblijven van Surinamers leiden.

    Les 7: Wie publiekelijk neerkijkt op kiezers krijgt klappen

    VVD-leider Hans Dijkstal zei in de aanloop naar de verkiezingen van 2002 dat een deel van de kiezers zich gedroeg als ‘verwende diva’s’. Even later leed de VVD de grootste nederlaag uit zijn geschiedenis. Veel VVD-kiezers stapten over naar de LPF van wijlen Pim Fortuyn.
    Hillary Clinton noemde aanhangers van Donald Trump deplorable, ‘betreurenswaardig’. Ze verloor het presidentschap waar ze dacht recht op te hebben.

    Les 8: Lobbycratie blijft niet langer onbestraft

    Aan Hillary Clinton kleefde dat zij als minister van Buitenlandse Zaken benaderbaar was voor rijke en omstreden donateurs van de Clinton Foundation, die waarschijnlijk mede daardoor honderden miljoenen dollars kon vergaren. Ook hield zij voor veel geld – evenals haar man Bill – toespraken om grote bedrijven te behagen.
    Het heeft er alle schijn van dat de Nederlandse lobbycratie (politici en ex-politici worden gehuurd door bedrijven en lobby’s) ook niet langer buiten schot gaat blijven. Als dat zo is, ondervinden vooral partijen als VVD, CDA, PvdA en D66 daar hinder van.

    Les 9: Iemand tot fascist benoemen helpt niet meer

    Trump ondervond uiteindelijk geen hinder van beschuldigingen dat hij extreemrechts zou zijn. Integendeel, wellicht. In Nederland ontmijnde Pim Fortuyn in 2001-2002 de neiging van traditionele partijen om politieke nieuwkomers in verband te brengen met Hitler en Mussolini en zich zo van de nieuwe concurrentie te ontdoen.
    Ook strafprocessen, zoals die tegen Hans Janmaat, blijken niet meer te werken als middel om politici uit te schakelen. Geert Wilders werd er in 2009-2010 juist populairder door.

    Les 10: Wie zijn verkiezingsprogramma niet in anderhalve zin kan samenvatten heeft geen boodschap

    ‘Make America great again’ was de trefzekere slogan van Donald Trump. Alles wat hij verder beweerde, paste naadloos in wat hij ziet als het weer great maken van de Verenigde Staten.
    Nederlandse politieke partijen hebben soms verkiezingsprogramma’s van honderd en meer bladzijden, terwijl niemand er in slaagt de inhoud bondig en kernachtig samen te vatten. Wie veel woorden nodig heeft, heeft kennelijk moeite de kern van de boodschap te formuleren, als die al bestaat.
    Elsevier

    0 reacties :

    Een reactie posten