'Voordelen' van het moderne ambtelijke thuiswerken.
In vroegere tijden was het gebruikelijk dat de mensen thuiswerkten. Zo kennen wij de bakker met zijn aan huis bakkerijtje, idem de slager met zijn slachthuisje naast het woonhuis, de kruidenier op de hoek, de smid met aangebouwde smederij, de wagenmaker met werkplaats bij het huis, de dokter/tandarts met praktijk aan huis; kortom alle kleinere en middelgrote / particuliere bedrijfjes hadden hun huisje naast werkplaats/bedrijf staan. Allemaal thuiswerkers dus; inclusief de garages, kleinere scheepswerfjes – de mensen konden het zich gewoon niet veroorloven verderop te wonen en in die tijden was het trouwens buitengewoon onpraktisch; hoe moet je anders leveranciers ontvangen en toezicht op de zaak uitoefenen. Ook de boer en de visserman zijn te rekenen tot de thuiswerkers. De boer werkt op het land of in de stal, meestal bij de boerderij gelegen en de visserman heeft zijn huisje, zolang hij op zee is, onder zijn voeten.
Na de verdergaande industrialisatie en schaalvergroting na de ‘70 er jaren is dat allemaal veranderd en het was ook niet chique om naast je bedrijf te wonen; zo konden de vroegere thuiswerkers mooi aan de buren laten zien dat zij tot welstand gekomen waren omdat zij het zich konden veroorloven hoge hypotheken af te sluiten waardoor zij in bancaire kringen een hoge achting en zorg verwierven en de bankdirecteur hen hielp bij het oversteken.
De allerbelangrijkste hebben wij nog niet genoemd en dat is/was de huisvrouw. Deze vrouw bestierde het huishouden, lette op de kinderen, kookte en poetste en hield regelmatig overleg met de buren. Helaas was deze functie economisch oninteressant daar deze geen geld opleverde waarover later belasting kon worden geheven en bovendien was de waarde van haar werk zo groot dat deze eenvoudigweg niet in geld uitgedrukt kon worden.
De economen en politici bedachten dus dat de vrouw, net als de was, de deur uit moest. Gezellig in de samenleving met die fijne collega’s werken en daarvoor belasting betalen. Via de media schiep men een chagrijnige sfeer van de onderdrukte vrouw, je was dom als je het huishouden deed en hoorde eigenlijk niet in deze moderne tijd thuis – de vrouw moest letterlijk de broek aan. Tevens moesten vrouwen ervoor zorgen niet teveel kinderen te krijgen, een streven wat inmiddels prima gelukt is, zodat de vrouw een stabiele werkkracht en medium werd ter versnelling en vergroting van de via de banken te kanaliseren geldcirculatie. Als extraatje ontstond er bovendien een complete markt voor kinderopvang, nieuwbouw voor die opvang, begeleiding, socialisatie en desnoods indoctrinatie van Uw kindertjes door gecertificeerd personeel – moeder de deur uit en de staat naar binnen!
Net op het moment dat de thuiswerker tot het verleden leek te gaan behoren en samenlevingsverbanden succesvol uit elkaar gerukt waren, duikt het thuiswerkfenomeen plotsklaps op uit een totaal onverwachte hoek: Het is de ambtenaar die thuis gaat werken! Het gebeuren lijkt een landelijk fenomeen te worden – meerdere gemeentes gaan hiermee aan de ‘slag’ , zo ook Hollands Kroon.
En inderdaad, door de verdere voortschrijding van communicatie en computerisatie middelen maakt het voor administratieve lieden weinig uit WAAR zij hun werk doen – desnoods in bed. Het fundamentele verschil met de vroegere thuiswerker is echter dat deze met en door middel van zijn inherent aan zijn huis gekoppelde bedrijvigheid, zijn geld moest verdienen. Hoe anders is dit nu bij de ambtenaar; hij of zij is door thuis te werken onafhankelijk van zijn huis/bedrijf bij de verkrijging van zijn inkomen – dat inkomen komt van buiten zijn huis en wel van de staat.
En wat nu inzake productiviteit? In HK gaan de ambtenaren elkaar controleren – zo ook de productiviteit!? Als zij zeker zijn van hun inkomen en daar bovenop een onderlinge controle, kan niet uitgesloten worden dat zij bij toekenning en verdeling van de te besteden uren voor een administratieve klus niet bepaald schraal zullen calculeren – met andere woorden het is niet uitgesloten dat er voldoende tijd overblijft om af te wassen, aardappels te schillen, te stofzuigen en last but not least de kinderen in de gaten te houden en/of naar school te brengen. Scheelt een slok op een borrel bij de kosten voor kinderopvang waarbij aangetekend moet worden dat de verbouwing in het huis voor inrichting van kantoorruimte uiteraard voor rekening van de werkgever is.
Aldus heeft de ambtenarij quartaire arbeidsvoorwaarden verkregen terwijl de primaire, secondaire en tertiaire voorwaarden al zo oogstrelend zijn.
Redactie JAS
Lees ook: Beloningen en prestaties
Gemeente Hollands Kroon en zelfsturing
Medewerkers Hollands Kroon lossen klachten zelf op
1 reacties :
In het criminele circuit is meer controle dan in het ambtenaren circus, want daar is geen enkele controle.
Een reactie posten