Salle Studium Generale Delft 2
Salomon (‘Salle’ voor vrienden) Kroonenberg, emeritus hoogleraar geologie Delft, door zijn studenten ook wel als de Nederlandse Indiana Jones gezien, begenadigd spreker met een flinke dosis humor èn klimaatrealist, was onlangs weer eens op de TV, in ‘Van Liempt live‘ (aflevering 70), om ons deelgenoot te maken van zijn opvattingen over klimaatverandering.
Als geoloog is hij gewend in lange tijdschalen te denken. Zijn credo:
De invloed van de door de mens uitgestoten broeikasgassen is nog steeds onzichtbaar. De gemiddelde wereldtemperatuur, de zeespiegelrijzing, het afsmelten van de gletsjers en de frequentie van extreme gebeurtenissen vallen nog steeds binnen de bandbreedte van de natuurlijke processen.
Hij heeft het allemaal nog eens uitvoerig uitgelegd in een college voor het Studium Generale van de TU Delft.
Ik pik er een aantal krenten uit.
Kroonenberg baseert zich op de rapporten van het VN-klimaatpanel (IPCC), die  een zeespiegelstijging van wel een meter voorzien in deze eeuw. Ook stelt het IPCC dat het laatste decennium het warmste was van de afgelopen 150 jaar. Maar als men de jaargegevens bekijkt, dan ziet men wat anders. Er zijn sinds 1997 wel fluctuaties, maar de gemiddelde wereldtemperatuur is niet veranderd, terwijl er wel elk jaar meer CO2 in de atmosfeer komt. Ook de maandgemiddelde temperaturen van het KNMI voor Nederland laten geen opwarming zien.
Wat betreft de verschillen tussen de modellen en het werkelijke temperaturen heeft het IPCC geconstateerd dat de eigen projecties hoger waren dan het eigenlijke temperatuurverloop.
Temperature models-vs-observations-McIntyre
Dit is een afbeelding uit de één na laatste versie van het meeste recente rapport. Maar die is in de finale versie door een minder sprekende grafiek vervangen.
Voorts wijst Kroonenberg op de vrees voor een nieuwe ijstijd in de jaren zeventig, na een afkoelingsperiode van 35 jaar. Het toont aan dat de mens weinig geneigd is te denken aan de mogelijkheid van een omslag van de trend. Maar het hóéft niet één kant op te gaan!
Verder toont hij grafieken van CO2–concentratie in de atmosfeer en de temperatuur, die geen correlatie laten zien. Die correlatie is er wèl met de PDO (‘Pacific Decadal Oscillation’). Maar de oorzaken van de periodiciteit van de PDO snappen we niet.
Ook laat Kroonenberg mooie correlatie tussen zonnevlekken en temperatuur zien. Maar correlatie is geen verklaring. Ook hier snappen we het achterliggende mechanisme niet. En als je iets niet snapt, kun je ook niet voorspellen hoe iets zich in de toekomst zal gedragen.
Vervolgens toont hij grafieken van de feitelijke zeespiegelstijging, zowel die van een verzameling van de meest representatieve peilschalen in de wereld (vanaf 1880: 20 cm. per eeuw), als die van satellieten (over een kortere periode vanaf 1993: 30 cm. per eeuw). Er valt geen versnelling waar te nemen. De projecties van het IPCC zijn aanzienlijk hoger.
En hoe zit het met het drijfijs op de polen? Op de Noordpool is het oppervlak daarvan inderdaad gedurende een aantal jaren afgenomen. Maar het vreemde is dat het oppervlak drijfijs op de Zuidpool toeneemt. Daar worden records gebroken. Als CO2 een belangrijke invloed zou hebben, dan zou het drijfijs op beide polen moeten smelten. Maar de ontwikkeling is tegengesteld. Hier spelen kennelijk andere factoren dan CO2 een rol.
Zijn er dan meer weersextremen? Kroonenberg toont een grafiek van de schade door stormen. Die laat geen trend zien. Dat geldt eveneens de grafiek van extreem droge en natte perioden.
Vervolgens schenkt hij aandacht aan verschillende temperatuurreconstructies  over de laatste duizend jaar. Allereerst de grafiek van de bekende Britse klimatoloog Hubert Lamb, die in het eerste rapport van het IPCC werd getoond. In die grafiek is de Middeleeuwse Warmte Periode (MWP) warmer dan het huidige tijdsgewricht. Maar deze grafiek werd vervangen door de beruchte ‘hockeystick’–grafiek van Michael Mann et al. De psychologische impact daarvan was enorm. De grafiek suggereerde dat de mens schuldig was aan de opwarming – de mens in plaats van de natuur. Deze grafiek werd vervolgens door Stephen McIntyre en Ross McKitrick weerlegd. Deze toonden aan dat Mann et al een berekeningswijze hadden gebruikt, die, als men daarin een willekeurige reeks getallen invoerde, altijd een hockeystick–vorm opleverden. Nochtans is de hockeystick in het collectieve geheugen van de beleidsmakers blijven hangen.
Vervolgens schenkt Kroonenberg aandacht aan de polarisatie tussen wetenschappers waar het om klimaat gaat. Protagonisten van de menselijke broeikashypothese noemen klimaatsceptici vaak ‘deniers’, met de connotatie van ‘holocaust denier’. Dat is een buitengewoon ernstige beschuldiging. Maar omgekeerd noemen de klimaatsceptici hun opponenten ‘watermeloenen’: groen van buiten, rood van binnen. Er bestaat een hele diepe kloof tussen beide kampen. Deze communiceren niet met elkaar. Het is psychologisch ook erg moeilijk verteerbaar. Als je hele wetenschappelijke carrière gebaseerd op een bepaalde hypothese, wil je je die niet laten afpakken. Deze tegenstelling valt ongeveer samen met die tussen Republikeinen en Democraten.
Vervolgens laat Kroonberg een grafiek zien van de graanprijzen van 1200 – 1900 – een soortproxy voor de temperatuur: hoge prijzen in koude perioden en lage prijzen in warme perioden. Deze vertoont een frappante correlatie met de eerder getoonde temperatuurreconstructie van Hubert Lamb.
En hoe zit met met de gletsjers? Trekken die zich terug? Ja, maar dat is al eerder gebeurd. In de nieuw ontstane morenen worden resten van bossen aangetroffen uit de Romeinse Warmteperiode, 2000 jaar geleden.
Een grote ecologische ramp die de krantenkoppen in de jaren tachtig haalde was de opdroging van het Aralmeer? Uniek? Nee, het Aralmeer heeft eerdere perioden van droogte gekend. Op de bodem zijn resten van bossen en grafheuvels gevonden.
Als men naar de zonnecycli kijkt, zou het best wel kunnen zijn dat we weer naar een kleine ijstijd gaan.
solar-cycle-24
De huidige klimaatmodellen zijn nog te onzeker om als betrouwbare leidraad voor het beleid voor de toekomst te kunnen dienen.
Aldus Salle Kroonenberg.
Zie verder hier.