DEN HELDER - De heer Cees Versteden heeft donderdagmiddag zijn rapport aan het college en de raad gepresenteerd met betrekking tot het ontslag van oud-wethouder Geurt Visser. Slotconclusie uit het rapport is dat het college onder de gegeven omstandigheden geen onzorgvuldigheid kan worden verweten.
Door Bo-Anne van Egmond - 24-9-2015
De heer Visser nam eind mei ontslag als wethouder en kreeg vervolgens ook ontslag van de gemeenteraad, om te bereiken dat het ontslag onmiddellijk zou ingaan. De heer Versteden verrichtte zijn onderzoek op basis van de onderzoeksopdracht die de gemeenteraad op 29 juni jongstleden vaststelde. Het college verstrekte vervolgens de opdracht.
De heer Versteden heeft zich gebaseerd op gesprekken en media-uitingen. Hij heeft zijn bevindingen getoetst aan een normatief kader van het functioneren van een wethouder in een college. In dat licht heeft hij de handelswijze van het college, dat tot het ontslag heeft geleid van de wethouder, beoordeeld.
Klachten
Het rapport geeft allereerst een beschrijving en analyse van het proces dat leidde tot het opstappen van Geurt Visser. vervolgens wordt er het beeld geschetst van de klachten over het functioneren en het gedrag van de heer Visser. Daaruit blijkt dat de heer Visser zijn wethouderstaken onvoldoende serieus nam.
Ook kwamen daar klachten bij over ongewenst gedrag ten opzichte van vrouwen in en buiten de organisatie. Het betrof het aanhoudend en opdringerig zoeken van persoonlijk contact met vrouwen, met wie hij als wethouder een zakelijke relatie moest onderhouden. De heer Versteden spreekt van een algemeen patroon. Bovendien werd ook buiten de organisatie zijn gebrekkige inzet voor de zaken in zijn portefeuille meer opgemerkt.
Niet langer houdbaar als wethouder
In mei kwam daar het eigenmachtige optreden van de heer Visser bij met betrekking tot de toekomst van het voormalig postkantoor/het Rob Scholtemuseum. In strijd met uitdrukkelijk vastgelegd collegebeleid ging de heer Visser bij Rob Scholte e.a. op bezoek om over het museum te spreken. Dit werd de heer Visser zwaar aangerekend door het college. Nadien heeft hij de positie van wethouder van Dongen ter discussie gesteld en haar daarmee in diskrediet gebracht. Alles tezamen leidde ertoe dat de overige collegeleden niet meer wilden samenwerken met de heer Visser.
Dat was voor de heer Visser aanleiding om op te stappen. Afgesproken was dat de zaak zo naar buiten zou worden gebracht dat de heer Visser en zijn omgeving zo min mogelijk zou worden beschadigd. Toen de heer Visser kort daarna terugkwam op zijn ontslagneming en daarmee de gemaakte afspraak met het college eenzijdig verbrak besloot het college de werkelijke achtergronden van het ontslag aan de raad mede te delen.
Ernstige frictie
De heer Versteden onderzocht ook of er voldoende gronden waren om op ontslagneming door de heer Visser aan te sturen door het college. Hij concludeert dat zich een aantal ernstige feiten hebben voorgedaan die wethouder Visser, het college en de gemeente in diskrediet brachten en die ook een frictie tussen het college en de ambtelijke organisatie dreigde te doen ontstaan. Hij voegt daaraan toe dat het gedrag van de heer Visser hem ook kwalificeerde als een niet-integere wethouder die zich jegens vrouwen en anderen misdroeg, zijn positie misbruikte en de normen van de gedragscode voor bestuurders niet in acht nam.
Tenslotte concludeert de heer Versteden dat het college in de gegeven omstandigheden geen onzorgvuldigheid kan worden verweten.
NHD
1 reacties :
Visser zal wel weer enige jaren door de Helderse belastingbetaler moeten worden doorbetaald. Politici staan nou eenmaal boven de wet. De wet is er alleen voor het plebs, ook niet voor moordenaars die door het OM worden geknuffeld.
Er zijn ook nog mensen die vertrouwen hebben in de "Rechtstaat Nederland" maar die geloven ook nog in sprookjes.
Een reactie posten