De rode draad voor de ‘global warming hype’ is de behoefte aan vriendschapsvorming door een gemeenschappelijke angst. Ondanks een steeds weerbarstige realiteit van falende modellen en onjuist gebleken voorspellingen, wakkert dit de ‘global warming hype’ voortdurend aan.
Brok één.
Een gastbijdrage van André Bijkerk.
In een vorige bijdrage, de wet van Monckton, probeerde ik een aanzet te geven voor het begrijpen van klimaat alarmisme. Ik voerde aan dat zowel het nazisme als klimaatalarmisme wortelen in een intense collectieve angst voor een bedreiging van de gemeenschappelijke waarden, een verschijnsel dat sociologen wel ‘moral panic’ noemen. Ik trouwens ook. Na enige aanmoediging heb ik het voornemen geuit om dit mechanisme van klimaatalarmisme verder uit te diepen om te zien wat hieraan te doen valt. Het is een lang verhaal, dat wellicht het beste in kleine hapklare brokken kan worden gepresenteerd. Hier een eerste brok. Een anecdote over hoe het voor mij allemaal begon.
Toen de huidige eeuw nog maar een paar jaar oud was, was ik vrij actief naar het zoeken of dat nu allemaal wel klopte met de “global warming”. Met name de hockeystick was alarmerend en ook de verhalen over de ijskernen van de Zuidpool en Groenland leken in een duidelijke richting te wijzen, de wereld van de ijstijden. Ik had echter al langere tijd interesse in het uitsterven van de mammoet en ik had het geluk over de schouders van Dick Mol (Sir Mammoth), mee te mogen kijken naar die wereld van weleer. Wanneer je echter de wereld van de ijstijden vergeleek met de wereld van de mammoeten dan klopte er niet veel van. Ergens moest iets fout zitten en ik wist toch wel vrij zeker dat dit niet zou liggen aan de wereld van de mammoeten.
Toen, op een goed moment, braken Steve McIntyre en Ross McKittrick de hockeystick en ze toonden aan dat een dergelijke constructie niets met het bedrijven van objectieve wetenschap te maken had. Het leek er op dat de ‘global warming hype’ de langste tijd had gehad. Helaas, dat bleek een dolle dinsdag-euforie. Maar waardoor kwam dat? Hoe kon de hype zo weerbarstig zijn tegen objectieve ‘auditing’?
In die tijd ontmoette ik eens een oude kennis ergens op een feestje en we dachten elkaar wel sympathiek te vinden en dus zochten we op de gebruikelijke wijze naar een geschikt onderwerp om in een ontspannen sfeer over van gedachte te wisselen. Zo vertrouwde hij mij toe dat hij ‘s nacht wakker lag van die ellendige ‘global warming’, waar wij, maar met name onze kinderen, spoedig het slachtoffer van zouden worden. We waren onze leefruimte aan het vernietigen en meer van dat soort doemdenken.
Ik glimlachte, wetende dat ik hem kon geruststellen en ik verzekerde hem dat er geen enkele reden was tot enige zorg, dit onderbouwend met een exposé over ijsvrije mammoetsteppes in de ijstijd, gebroken hockeysticks, ‘stripbarked bristlecone pines’, ‘Yamal tree ring series’ etc. Het bewijs was uit elkaar gespat; ‘global warming’ was een farce en hij kon dus rustig gaan slapen. Dat deed hij echter niet. Hij bewolkte en sputterde wat overbekende drogredenen over consensus en zo, maar toen zag hij opeens een andere oude kennis en hij excuseerde zich.
Ik begreep eerst niets van zijn gedrag; zelf zou ik enorm opgelucht geweest zijn, wanneer iemand me met een sluitend betoog omstandig zou uitleggen waarom er niets klopte van ‘global warming’. Nu na jaren begrijp ik het wel. Hij zocht naar onze gemeenschappelijke bron van angst. Samen bang zijn voor iets verbroedert. De vijand van mijn vijand is mijn vriend. Ik had zijn ‘global warming’ frustraties moeten bevestigen en versterken. Dat zou onze vriendschap hebben beklonken. Maar geheel ongehinderd van enige psychologische kennis, deed ik het tegenovergestelde. Mijn betoog had zijn voornemen in de kiem gesmoord. Van potentiële vriend veranderde ik voor hem in een idioot, die het beter dacht te weten dan 99,999997% van alle klimaatwetenschappers.
Één en ander zette me aan het denken. Ik concludeerde dat de rode draad voor de ‘global warming hype’ de behoefte is aan vriendschapsvorming door een gemeenschappelijke angst. Ondanks een steeds weerbarstige realiteit van falende modellen en onjuist gebleken voorspellingen, wakkert dit de ‘global warming hype’ voortdurend aan. Meer hierover later, in de “wet van behoud van ellende”.
Er volgen nog:
Brok twee: de wet van behoud van ellende
Brok drie: groepsdenken.
Brok vier: tbd
I think we live in an unscientific age in which almost all the buffeting of communications and television–words, books, and so on–are unscientific. As a result, there is a considerable amount of intellectual tyranny in the name of science.
Richard Feynman
Aldus André Bijkerk.
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen zie hier.
0 reacties :
Een reactie posten