Kasper Walet
Stop wensdenken over energietransitie (PDF)
Nu de Wet windenergie op zee van minister Henk Kamp (Economische Zaken) deze week ook in de Eerste Kamer is aangenomen, is wel duidelijk dat de toekomst van onze elektriciteitsvoorziening afhankelijk wordt van het bouwen van windparken in de Noordzee. Het regeringsbeleid krijgt steun van het parlement, maar naar mijn mening zou meer realisme en pragmatisme gepast zijn.
Het nu gekozen beleid, dat ook gesteund wordt door de adviesraad ECN, lijkt vooral op ‘wensdenken’ gebaseerd te zijn. Waar komen de te verwachten kostenreducties vandaan? Die zijn niet op feiten maar op ongefundeerde aannames gebaseerd. De politici en voorstanders van de transitie naar de duurzame energie brengen het als iets dat in een aantal jaren gerealiseerd kan zijn, omdat er op relatief korte termijn wel allerlei technologische doorbraken zullen komen.
`
Snelle technische doorbraken zoals die we ook bij de mobiele telefonie, laptops en computerchips hebben gezien. Maar hier lijkt de wens toch de vader van de gedachte. Veranderingen in de energieproductie zijn taaie processen die zich historisch heel langzaam voltrekken. Vraag dat maar aan bedrijven en ondernemers die hun hoop op technologische verbeteringen vestigen.
Als reden voor een snelle uitrol in de energiesector wordt vaak verwezen naar de snelheid waarmee technologische veranderingen van elektronica zich voltrokken hebben. Volgens de welbekende wet van Moore verdubbelt het aantal transistors van computerchips zo’n elke 18 maanden, waardoor een uitzonderlijke snelle groei gerealiseerd kan worden. Echter, de fundamentele, fysieke realiteit van energie is volslagen anders; er vinden wel degelijk verbeteringen plaats maar vele malen langzamer. Kijkend naar de historische veranderingen bedraagt de periode, benodigd voor het verdubbelen van de efficiëntie van elektriciteitscentrales of halvering van de kosten, zo’n 35 jaar.
Feit is dat we — overigens om verschillende goede redenen — voor onze elektriciteitsvoorziening midden in een transitie van fossiele naar hernieuwbare brandstoffen zitten. Maar ook dat veruit het grootste gedeelte van de elektriciteit (in ieder geval op wereldschaal) nog steeds met fossiele brandstoffen zoals gas en steenkool of met atoomkracht geproduceerd zal worden. De voor de transitie benodigde veranderingen kunnen gewoonweg niet snel gaan en bovendien brengen ze hun eigen technische, economische en sociale uitdagingen met zich mee. De bestaande centrale energie infrastructuur is zeer complex en duur en daarnaast zien we dat vele grote energiebedrijven zoals RWE, E.ON en Vattenfall het heel moeilijk hebben om zich aan de nieuwe realiteit aan te passen. Dit alles maakt het onmogelijk om het Nederlandse en Europese systeem in drie tot vier decennia te transformeren naar een decentraal systeem dat (bijna) volledig drijft op duurzame energiebronnen.
Het accepteren van deze realiteit is de basis om tot goede beleidsvorming te komen. Ik zou de politiek en beleidsmakers dan ook willen oproepen: vergeet de gewenste voorkeuren en arbitraire doelen, zoals dat bijvoorbeeld 25% van de elektriciteit in 2030 met wind geproduceerd moet worden, en kies voor realisme en pragmatisme. Er zullen zich in de loop der tijd namelijk nog zeker onverwachte en onvoorziene veranderingen aandienen, die het noodzakelijk maken om daarop adequaat en flexibel in te spelen. Alleen op deze manier zal uiteindelijk het hele transitieproces blijvende voordelen gaan opleveren.
Kasper Walet heeft als eigenaar van Maycroft ruim 20 jaar ervaring als consultant in de wereldwijde elektriciteitssectoren.
FD
0 reacties :
Een reactie posten