Activistische klimaatwetenschappers en hun supporters wringen zich momenteel in allerlei bochten om de ‘hiatus’ in de klimaatopwarming te ontkrachten.
Een gastbijdrage van Bert Amesz.
Zelfs het zogenaamde ‘recordjaar’ 2014 ziet men als het bewijs van hun gelijk. Hun pogingen druisen echter in tegen de bevindingen van de mainstream wetenschap zoals samengevat in de IPCC-rapportages. De feiten op een rijtje.
Ter verduidelijking: de opwarmingspauze heeft betrekking op de oppervlaktetemperaturen, en niet op de diepe oceaan. De opwarmingspauze – vanaf ongeveer het begin van deze eeuw – manifesteert zich op twee manieren:
A. Metingen: de opwarming vanaf circa 2000 blijft achter bij die over 1975–2000;
B. Modellen: modelberekeningen over 1998–2012 overschatten de opwarming.
Ad A. Metingen
Ook IPCC erkent nu – in AR5 – dat er sprake is van een ‘hiatus’ in de oppervlaktetemperaturen. Weliswaar is het afgelopen decennium het warmste sinds het begin van de metingen, maar vanaf de eeuwwisseling is de snelle stijging er uit. Vergelijk de trends:
– 1975–2000: 0,018 0C per jaar
– vanaf eeuwwisseling: 0,0045 0C per jaar
Ofwel: sinds de eeuwwisseling bedraagt de trend slechts 25% van die in de voorafgaande periode. En dat is opmerkelijk, want vanaf 2000 nam de CO2–concentratie met circa 10% toe. En hoe past het ‘record’ van 2014 in dit beeld? Welnu: gelet op de onzekerheidsmarges, is de die claim statistisch gezien niet significant. Leuk voor een weddenschap, maar verder volslagen irrelevant. De enige juiste uitspraak is dat er sprake is van een top drie – te weten 2005, 2010 en 2014 – die elkaar nauwelijks ontlopen (‘enkele honderdsten van een graad Celsius’). Ook ten opzichte van 2005 is er dus geen spat veranderd.
Ad B. Modellen
De rekenmodellen geven een te hoge opwarming. Dit is wat IPCC daar zelf over zegt:
“an analysis of the full suite of CMIP5 historical simulations (augmented for the period 2006–2012 by RCP4.5 simulations) reveals that 111 out of 114 realizations show a GMST [Global Mean Surface Temperature] trend over 1998–2012 that is higher than the entire HadCRUT4 trend ensemble.”
Ofwel 111 van de 114 modelruns geven over 1998-2012 een te hoge opwarming, hoger dan de observaties. Zegt IPCC. Kan het nog duidelijker?
Verklaring van de afwijkingen: sleutelen aan de waarnemingen?
Als een modelresultaat afwijkt van de daadwerkelijke temperatuurmetingen, ga je nadenken over eventuele verklaringen. IPCC doet dat, en ziet drie mogelijkheden: interne variabiliteit, onjuiste invoer of onvolkomenheden in de modellen zelf. Men is daar nog niet uit. Dat (ook) de oceaan een rol speelt, ligt voor de hand.
Helaas bewandelen sommige activistische wetenschappers en hun supporters de omgekeerde weg: men corrigeert de metingen voor interne variabiliteit (bijvoorbeeld ENSO) en roepen na enig uitproberen ‘Eureka, het klopt’. En zowaar: de hiatus is ontkracht. Deze gedachtegang staat echter haaks op die van de mainstream wetenschap en doet afbreuk aan het vertrouwen daarin.
Aldus Bert Amesz.
Bron hier.
Voor meer informatie: zie zijn boek ‘Aan de knoppen van het klimaat’.
Zie ook de recensies van o.a. De Volkskrant en NBD|Biblion.
0 reacties :
Een reactie posten