Over Gerrit Hiemstra.
Een gastbijdrage van Jeroen Hetzler.
Dat er vóór die metingen nog warmere perioden voorkwamen zoals de Middeleeuwse Warmteperiode telt kennelijk niet mee. Ook over de foutmarge repte hij niet. Die is zo breed dat een aantal jaren na 1998 er binnen vielen. De waarschijnlijkheid dat 2014 het warmste jaar is, is dan ook op zijn best 38%. Zie hier, hier en hier.
Mij frappeerde dan ook de welhaast geëxalteerde blijdschap van Gerrit: nu, beste kijkers leek hij te willen zeggen, ziet u wat door 97% van de wetenschappers al sinds jaar en dag wordt gezegd! Hier heeft u het bewijs van hun gelijk, … en dus ook het mijne; je zag het aan zijn houding. Och, ik misgun hem zijn blijdschap niet. Ik zal mijn kleine neefje ook niet zijn Lego bruut afpakken. Alleen, de heer Hiemstra, en velen met hem in soortgelijke functies, worden wel geacht objectieve informatie te verstrekken aan een breed publiek met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van dien. Ik ben bang dat hier nog wel het een ander aan schort.
Als dollartekens zag ik die 97% consensus in de ogen van heer Hiemstra oplichten. Saamhorigheid, eendracht, die 97% dus. Dan moet ik onwillekeurig denken aan het eiland Trottel in de avonturen van heer Bommel. De notenhandel, de belangrijkste economische bestaansbron van Trottel, is in de knoei geraakt door een monster dat alles verwoest. Maar niemand snapt waar het monster vandaan komt en waarnaar het weer verdwijnt. Waarom zou het hen kwaad willen doen? Zelf vinden de Trotten dat ze zo’n hoge mate van democratie hebben, dat ze voorlijk zijn. Er is nooit ruzie en er zijn nooit meningsverschillen op het eiland, want de meerderheid heeft immers altijd gelijk. Ik zuig het niet uit mijn duim, want ik wil de oplettende lezers van DDS niet op het verkeerde been zetten. Zie hier.
De zaken gaan op het eiland Trottel echter niet als gewenst, want steeds vlak nadat het saamhorigheidgevoel bezit neemt van de voorlijke eilanders, duikt het monster op, walst alle huizen plat en verwoest het hele eiland, ook de notenhandel. De oplossing voor het mysterie vindt Tom Poes door een listige inval: de koude douche uit een brandslang. Het in individuele Trotten uiteengevallen monster roept dan ook de onthutste vraag: “De meerderheid heeft ontdekt dat wijzelf het monster zijn. Wij zijn een voorgeraakt volk, eendrachtig en eensgezind. Hoe komen we zo gek?” Tom Poes antwoordt de Trotten dat zoiets komt door de eendracht. “Een menigte wordt altijd een monster dat ervan houdt dingen kapot te maken en zo.”
Lees verder op pagina 2.
Pagina's: 1 2
Mij frappeerde dan ook de welhaast geëxalteerde blijdschap van Gerrit: nu, beste kijkers leek hij te willen zeggen, ziet u wat door 97% van de wetenschappers al sinds jaar en dag wordt gezegd! Hier heeft u het bewijs van hun gelijk, … en dus ook het mijne; je zag het aan zijn houding. Och, ik misgun hem zijn blijdschap niet. Ik zal mijn kleine neefje ook niet zijn Lego bruut afpakken. Alleen, de heer Hiemstra, en velen met hem in soortgelijke functies, worden wel geacht objectieve informatie te verstrekken aan een breed publiek met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van dien. Ik ben bang dat hier nog wel het een ander aan schort.
De zaken gaan op het eiland Trottel echter niet als gewenst, want steeds vlak nadat het saamhorigheidgevoel bezit neemt van de voorlijke eilanders, duikt het monster op, walst alle huizen plat en verwoest het hele eiland, ook de notenhandel. De oplossing voor het mysterie vindt Tom Poes door een listige inval: de koude douche uit een brandslang. Het in individuele Trotten uiteengevallen monster roept dan ook de onthutste vraag: “De meerderheid heeft ontdekt dat wijzelf het monster zijn. Wij zijn een voorgeraakt volk, eendrachtig en eensgezind. Hoe komen we zo gek?” Tom Poes antwoordt de Trotten dat zoiets komt door de eendracht. “Een menigte wordt altijd een monster dat ervan houdt dingen kapot te maken en zo.”
Lees verder op pagina 2.