Hollands Kroon - Vragen Provinciale VVD (Ariane Hoog) beantwoord.
De provincie kan weinig ondernemen tegen afgegeven vergunningen voor vernieuwing van 26 'losse' windturbines bij agrariërs in Wieringerwerf, Middenmeer en Slootdorp.
Dat blijkt uit antwoorden van Gedeputeerde Staten op vragen over dit onderwerp door VVD-Provinciaal Statenlid Ariane Hoog.
Noord-Holland ziet deze zogeheten solitaire windmolens liever in lijnopstellingen in de Wieringermeer terug. En hanteert daarbij als
uitgangspunt dat twee 'losse' turbines moeten worden vervangen door één groter model.
Omdat de aanvragen echter voldoen aan bestaande regels, doet de provincie nu niets.
Gaat Windpark Wieringermeer door, dan moeten deze 26 turbines wijken.
NHD
______________________________________________
Vragen en antwoorden
21 oktober 2014
Vragen van mevrouw drs. P.A.M. Hoog (VVD) over stagnatie van sanering overlast gevende
windmolens op land.
Inleiding:
Het Kabinet heeft in de Structuurvisie Windenergie op land 11 gebieden aangewezen waar grote
windmolenparken op land mogen komen, waaronder in Noord-Holland de Wieringermeer. In het
coalitieakkoord voor Noord-Holland 2011-2015 is opgenomen dat er géén windmolens op land bij
komen en dat gekozen wordt voor windmolens op zee. In de Kaderbrieven vanaf 2012 zijn deze
uitgangspunten steeds door GS herhaald.
Het nu vigerend artikel 32 lid 4 PRV sub a en b bepaalt dat het bouwen of opschalen van één
windturbine niet eerder geschiedt dan na verwijdering van ten minste twee andere windturbines;
en dat nieuwe windturbines in een lijnopstelling geplaatst dienen te worden van minimaal zes.
De VVD heeft zich destijds hard ingezet om dit punt op te laten nemen in het PRV, zodat een
toename van het aantal windmolens op land wordt voorkomen. Bovendien heeft de VVD bij
sanering de nadruk gelegd op het vervangen van overlast gevende windmolens. Dit uitgangspunt
is bevestigd in het in december 2013 door GS vastgestelde Projectplan herstructurering Wind op
Land.
Echter, momenteel ontvangt de VVD van diverse kanten signalen dat in de gemeente Hollands
Kroon verschillende kleine windmolens niet gesaneerd worden, maar 1 op 1 vervangen worden.
Terwijl het Windpark Wieringermeer het principe omvat van het vervangen van ca. 35 kleinere,
solitaire, deels overlast gevende molens door ca. 100 grote molens die meer elektriciteit
produceren en tegelijkertijd minder overlast geven.
Vraag 1:
Is u bekend dat er vergunningen zijn aangevraagd en vergund om bestaande windmolens in de
gemeente Hollands Kroon te vervangen? Zo ja, hoe en wanneer bent u hierover geïnformeerd? Zo
nee, wat is de reden ervan dat de Provincie Noord-Holland hiervan niet op de hoogte was?
Antwoord 1:
Ja. Wij zijn in de stuurgroep windpark Wieringermeer van 19 juni 2014 geïnformeerd door
initiatiefnemer Windcollectief Wieringermeer (WCW) over het voornemen van 26 van de 34
solitaire turbine-eigenaren om met spoed een vergunning aanvraag in te dienen bij de gemeente
Hollands Kroon voor het één op één vervangen van hun bestaande windturbine.
Vraag 2:
Zijn er naast deze gemeente ook andere gemeenten die vergelijkbare vergunningen hebben
afgegeven?
Antwoord 2:
Ja. Het college van B&W van de gemeente Koggenland heeft een vergunning verleend voor het één
op één vervangen van windpark De Horn, bestaande uit 6 turbines met een gezamenlijk
vermogen van 4,8 megawatt (MW). Omdat het gaat om een windpark met een vermogen van
minder dan 5 MW ligt het bevoegd gezag bij het college van B&W. Voorts heeft de gemeente
Hollands Kroon een vergunning verleend voor het één op één vervangen van windpark Westeinde.
Tegen dit besluit hebben wij een zienswijze ingediend, die ziet op de bevoegdheid voor
windparken boven 5 MW en een juiste toepassing van artikel 32 lid 2 PRV bij één op één
vervanging. De bezwaarprocedure loopt. Daarnaast is bij de gemeente Hollands Kroon een
vergunning aangevraagd voor het één op één vervangen van windpark Groetpolder. Omdat wij
ook hiervoor het bevoegd gezag zijn, heeft de gemeente de aanvraag aan ons doorgezonden. De
procedure loopt nog.
Vraag 3:
Kunt u aangeven om hoeveel vergunningen het gaat; graag met een lijst van alle verschillende
vergunningen met naam en plaats van molens, hoeveel MW per molen dit betreft en datum van
installatie?
Antwoord 3
In de periode van 1 t/m 6 juni zijn 27 vergunningen aangevraagd, waarvan er 26 zijn vergund.
Eén aanvraag is nog in behandeling. Het opgesteld vermogen voor deze turbines is 900 kilowatt
(kW) per turbine. De solitaire turbine eigenaren hebben nog niet aangegeven of zij daadwerkelijk
gebruik gaan maken van de vergunning. Een overzicht van de aanvragen is bijgevoegd. (bijlage 1)
Vraag 4:
Wat heeft de provincie er aan gedaan en wat gaat zij nog doen om deze 1 op 1 omzetting te
voorkomen?
Antwoord 4:
Als de aanvraag voldoet aan de eisen van artikel 32 lid 2 sub a dan wel sub b PRV, kunnen wij
hiertegen niets ondernemen. Indien de aanvraag in strijd is met de PRV, dan kunnen wij een
reactieve aanwijzing geven of in beroep gaan tegen de omgevingsvergunning. In de stuurgroep
windpark Wieringermeer van 19 en 27 juni 2014 hebben wij kenbaar gemaakt dat het één op één
vervangen van bestaande solitaire windturbines niet strookt met het beeld van de
herstructurering van windturbines dat wij willen uitstralen en leidt tot oneigenlijk gebruik van de
Stimuleringsregeling voor Duurzame Energie (SDE+) omdat nog tijdens de looptijd van deze
subsidie voor de 26 solitaire windturbines eveneens subsidie wordt aangevraagd voor het
oprichten van een nieuw windpark op een andere locatie in windgebied Wieringermeer.
Voorafgaand aan het regulier bestuurlijk overleg Rijk – IPO op 3 juli hebben wij IPO hierover
geïnformeerd. Op 15 juli hebben wij onze zorg over deze ontwikkeling per bijgaande brief onder
de aandacht gebracht bij minister Kamp van Economische Zaken. (bijlage 2 en 3)
Vraag 5:
Wat zijn mogelijke gronden voor een gemeente, dan wel andere overheid om de aanvraag van een
vergunning te weigeren?
Antwoord 5:
Een bevoegd gezag kan een vergunningaanvraag weigeren indien de beoogde ruimtelijke
ontwikkeling in strijd is met de wettelijke weigeringsgronden die gelden voor de benodigde
vergunningen. Deze staan onder meer in de Wabo, Nb-wet, Flora en Faunawet en de Waterwet.
Vraag 6:
Op welke wijze controleert de provincie of na de verlening van deze omgevingsvergunningen
genoemde windmolens niet worden vervangen door windmolens met een groter vermogen, zoals
voorgeschreven door de PRV?
Antwoord 6:
De verantwoordelijkheid voor handhaving van de verleende omgevingsvergunning ligt bij het
bevoegd gezag, in dit geval de gemeente Hollands Kroon.
Wij houden interbestuurlijk toezicht op een juiste handhaving van het bevoegd gezag door de
gemeente.
Vraag 7:
Klopt het dat er ook een vergunning wordt verleend voor vervanging van een windmolen die in
eerste instantie illegaal, zonder de juiste vergunningen, is neergezet? Wat vindt u daarvan en wat
gaat u hieraan doen?
Antwoord 7:
Nee, volgens de ons ter beschikking staande informatie niet.
Mogelijk doelt u op voorgenomen legalisatie door gemeente Schagen van de windturbine aan de
Grote Sloot 158. Wij hebben tegen dit voornemen een zienswijze ingediend. Voor een nadere
toelichting zie ook de door ons op 21 oktober beantwoordde Statenvragen 91-2014 kenmerk
472415/486980.
Vraag 8:
Kunt u onderschrijven dat de bedoelde vergunningen voor het vervangen van windmolens alleen
om subsidieredenen worden aangevraagd en niet omdat de molen technisch dan wel economisch
is afgeschreven? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 8:
Ja. Deze 26 solitaire windturbines zijn nog niet aan het einde van hun technische levensduur,
maar zij zijn wel economisch afgeschreven. De afschrijving strekt zich over de looptijd van de
subsidie. Windturbine eigenaren maken hierin hun eigen – vertrouwelijke – afwegingen en
Vraag 9:
Bent u het met VVD eens dat het 1 op 1 vervangen van een windmolen met SDE+ subsidie niet
bijdraagt aan het streven van het Rijk om meer MW op land te krijgen?
Antwoord 9:
Ja. In bijgaande brief van 15 juli 2014 kenmerk 397399/397422 aan de Minister van Economische
Zaken hebben wij aangegeven dat door de één op één vervanging van windturbines ertoe leidt dat
kansen voor herstructurering met een groei in opgesteld vermogen onbenut blijven.
Vraag 10:
Is het mogelijk om een SDE+ subsidie te ontvangen voor het vervangen van windmolens die
technisch en economisch nog goed functioneren en niet toe zijn aan afschrijving?
Antwoord 10:
Ja.
Vraag 11:
Bent u het met de VVD eens dat de SDE+ subsidie, belastinggeld dat is opgebracht door de
hardwerkende Nederlander, hierdoor niet doelmatig wordt ingezet, omdat in deze gevallen de
subsidie niet bijdraagt aan meer MW?
Antwoord 11:
Het is aan de Tweede Kamer en de Minister van Economische Zaken om zich uit te spreken over
doelmatigheid van de SDE+ subsidieregeling.
Vraag 12:
Bent u het met de VVD eens dat op deze manier het heel moeilijk wordt om draagvlak bij
omwonenden te creëren voor de herstructurering van windmolens op land?
Antwoord 12:
Ja. Wij denken dat het nog steeds mogelijk is omwonenden te overtuigen van het belang van
herstructurering. Wel is nadere toelichting noodzakelijk. De 26 solitaire windturbines blijven ook
na één op één vervanging deel uitmaken van de herstructureringsopgave in windgebied
Wieringermeer. In het Rijks Inpassingsplan en in een uitvoeringsovereenkomst wordt vastgelegd
dat na de bouw van windpark Wieringermeer en met in achtneming van een termijn voor
dubbeldraaien deze 26 solitaire turbines worden gesaneerd.
Vraag 13:
Bent u ermee bekend dat de windmolens die nu vervangen worden naar het buitenland
geëxporteerd worden, omdat deze nog uitstekend werk verrichten?
Antwoord 13:
Ja.
Vraag 14:
Krijgen deze zo goed als nieuwe windmolens ook nog subsidie om aan het buitenland verkocht te
worden?
Antwoord 14:
Nee, voor zover wij hebben kunnen nagaan niet.
Vraag 15:
Kan het College onderschrijven dat het eerder door de VVD genoemde adagium “windmolens
draaien niet op wind maar op subsidie” in de hier beschreven situatie in het bijzonder geldt?
Antwoord 15:
Nee. De SDE is geen investeringssubsidie maar een productiesubsidie. Per geproduceerde
kilowattuur (kWh) wordt een aantal cent subsidie verstrekt om het verschil met elektriciteit die is
opgewekt met conventionele bronnen te overbruggen. De hoogte van de subsidie fluctueert met
de stroomprijs. Tegenover de verstrekte subsidie staat een productie aan kWh.
Vraag 16:
Bent u het met de VVD eens dat deze ontwikkeling het plan Wieringermeer vertraagt, dan wel op
andere manieren hindert? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16:
Nee, er is geen sprake van vertraging. Voor het één op één vervangen van de 26 solitaire
windturbines wordt een aparte ruimtelijke procedure doorlopen die niet verbonden is met de
ruimtelijke procedure voor windpark Wieringermeer onder de Rijkscoördinatieregeling. Echter, in
de beeldvorming wekt het bestaan van 2 parallelle ruimtelijke procedures verwarring. Daarnaast
bestond aanvankelijk het risico dat – ten gevolge van een door het ministerie van EZ
voorgenomen systeemwijziging van de SDE+ - de 26 solitaire turbine eigenaren zich zouden
terugtrekken uit het herstructureringsproject windpark Wieringermeer en zich zouden beperken
tot het één op één vervangen van de bestaande turbines. Wij hebben bij de Minister van EZ onder
de aandacht gebracht dat hierdoor ruimte voor een opgesteld vermogen van 60 á 70MW onbenut
zou blijven. Het instellen van een overgangsregeling heeft ertoe geleid dat er nu voldoende
perspectief is ontstaan voor de 26 solitairen; zij hebben op 8 september 2014 een aanvraag om
een omgevingsvergunning ingediend voor herstructurering. De verwachting is echter dat zij pas
een definitief besluit nemen over herstructurering wanneer zij beschikken over een vergunning en
een beschikking op hun SDE+ aanvraag.
Vraag 17:
Heeft u tijdens de overleggen met het Rijk dit aan de orde gesteld en wat was daarop de reactie
van het Rijk? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17:
Ja. De reactie van de Minister van Economische Zaken is dat de inzet is dat het merendeel van de
wind op land projecten conform de afspraken met het IPO tegen een redelijk rendement
gerealiseerd kunnen worden. Hiertoe wordt onderzoek uitgevoerd door ECN en DNV GL (voorheen
Kema). Dit onderzoek heeft geleid tot het instellen van de onder antwoord 16 genoemde
overgangsregeling. In de stuurgroep windpark Wieringermeer heeft het ministerie van EZ
aangegeven dat het onder de SDE+ regeling is toegestaan om bestaande windturbines één op één
te vervangen en parallel in te zetten op een herstructureringsproject.
Vraag 18:
Wat is uw visie op het betrekken van recent opgeschaalde windmolens in de Wieringermeer (die
net buiten het windgebied Wieringermeer vallen) bij het totaal aan MW dat met de oprichting van
het Windpark Wieringermeer wordt beoogd?
Antwoord 18:
Wij veronderstellen dat u doelt op windpark Westeinde, waarvoor de gemeente Hollands Kroon
ten onrechte een vergunning heeft afgegeven aangezien de bevoegdheid bij ons ligt. De
gemeente heeft dit erkend; via de lopende bezwaarprocedure zal dit worden hersteld. Wij zullen
toetsen of de aanvraag voldoet aan de vervangingsregeling; als dit blijkt kan de vergunning in
stand blijven. Het opgesteld vermogen van windpark Westeinde telt dan mee voor de provinciale opgave van 685,5 MW.
Vraag 19:
Indien de eerder genoemde solitaire windmolens in de gemeente Hollands Kroon inderdaad 1 op
1 vervangen worden, dan bestaat volgens de VVD de mogelijkheid dat deze molens het
ontwikkelen van lijnopstellingen in de Wieringermeer in de weg staat, waardoor er minder MW
binnen de Wieringermeer kan worden gerealiseerd en meer MW daarbuiten, wat in hogere mate
ten koste gaat van het Noord-Hollandse landschap en leefomgeving.
Bent u het met de VVD eens dat dit een onwenselijke situatie zou zijn? Zo ja, op basis van welke
argumentatie? Zo nee, om welke redenen niet?
Antwoord 19:
Nee, dit is niet aan de orde. De 26 solitaire windturbines staan de ontwikkeling van windpark
Wieringermeer niet in de weg. De nieuw te ontwikkelen lijnopstellingen liggen op andere locaties
in windgebied Wieringermeer. De verwachting is echter dat de initiatiefnemers een definitief
besluit nemen over herstructurering wanneer zij beschikken over een vergunning en een
beschikking op hun SDE+ aanvraag. In de vergunning wordt de voorwaarde opgenomen dat na
een overgangstermijn de 26 solitaire turbines worden gesaneerd.
Vraag 20:
Indien de eerder genoemde solitaire windmolens in de gemeente Hollands Kroon inderdaad 1 op
1 vervangen worden, dan kan eveneens de situatie ontstaan dat er op den duur in het windgebied
Wieringermeer onnodig meer MW’s worden geproduceerd dan met het Windplan Wieringermeer
beoogd is, doordat deze solitaire molens blijven draaien naast de voorgenomen productie van het
windpark.
Kan het College de toezegging doen dat de MW’s van deze solitaire molens niet buiten beeld
geraken en volledig mee zullen tellen in de provinciale opgave? Zo ja, op basis van welke
argumentatie? Zo nee, om welke redenen niet?
Antwoord 20:
Ja. Tijdens de periode van dubbeldraaien staat er in de polder Wieringermeer tijdelijk extra
vermogen opgesteld. Onze inzet is om deze termijn zo kort mogelijk te houden. In het Rijks
Inpassingsplan en in een uitvoeringsovereenkomst wordt vastgelegd dat na de bouw van
windpark Wieringermeer en met in achtneming van een termijn voor dubbeldraaien deze 26
solitaire turbines worden gesaneerd. Wij zien toe op handhaving door de gemeente
'Losse' windmolens toegestaan
Datum:
vrijdag 24 oktober 2014
in
Categorie:
Hollands Kroon
,
Provincie NH
,
Windmolens
,
Windturbines
Categorie:
Hollands Kroon
,
Provincie NH
,
Windmolens
,
Windturbines
0 reacties :
Een reactie posten