Haarlem - In de gemeente Hollands Kroon worden verschillende kleine windmolens niet gesaneerd, maar 1 op 1 vervangen.
Vragen nr. 93
Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland
Haarlem, 19 september 2014
Vragen van mevrouw drs. P.A.M. Hoog (VVD) over stagnatie van sanering overlast gevende
windmolens op land
De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in
artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van
Provinciale Staten mede, dat op 19 september 2014 door het lid van Provinciale Staten, mevrouw
drs. P.A.M. Hoog (VVD), de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.
Inleiding:
Het Kabinet heeft in de Structuurvisie Windenergie op land 11 gebieden aangewezen waar grote
windmolenparken op land mogen komen, waaronder in Noord-Holland de Wieringermeer. In het
coalitieakkoord voor Noord-Holland 2011-2015 is opgenomen dat er géén windmolens op land bij
komen en dat gekozen wordt voor windmolens op zee. In de Kaderbrieven vanaf 2012 zijn deze
uitgangspunten steeds door GS herhaald.
Het nu vigerend artikel 32 lid 4 PRV sub a en b bepaalt dat het bouwen of opschalen van één
windturbine niet eerder geschiedt dan na verwijdering van ten minste twee andere windturbines;
en dat nieuwe windturbines in een lijnopstelling geplaatst dienen te worden van minimaal zes. De
VVD heeft zich destijds hard ingezet om dit punt op te laten nemen in het PRV, zodat een
toename van het aantal windmolens op land wordt voorkomen. Bovendien heeft de VVD bij
sanering de nadruk gelegd op het vervangen van overlast gevende windmolens. Dit uitgangspunt
is bevestigd in het in december 2013 door GS vastgestelde Projectplan herstructurering Wind op
Land.
Echter, momenteel ontvangt de VVD van diverse kanten signalen dat in de gemeente Hollands
Kroon verschillende kleine windmolens niet gesaneerd worden, maar 1 op 1 vervangen worden.
Terwijl het Windpark Wieringermeer het principe omvat van het vervangen van ca. 35 kleinere, solitaire, deels overlast gevende molens door ca. 100 grote molens die meer elektriciteit produceren en tegelijkertijd minder overlast geven.
Vragen:
1 Is u bekend dat er vergunningen zijn aangevraagd en vergund om bestaande windmolens in
de gemeente Hollands Kroon te vervangen? Zo ja, hoe en wanneer bent u hierover
geïnformeerd? Zo nee, wat is de reden ervan dat de Provincie Noord-Holland hiervan niet op
de hoogte was?
2 Zijn er naast deze gemeente ook andere gemeenten die vergelijkbare vergunningen hebben
afgegeven?
3 Kunt u aangeven om hoeveel vergunningen het gaat; graag met een lijst van alle verschillende
vergunningen met naam en plaats van molens, hoeveel MW per molen dit betreft en datum
van installatie?
4 Wat heeft de provincie er aan gedaan en wat gaat zij nog doen om deze 1 op 1 omzetting te
voorkomen?
5 Wat zijn mogelijke gronden voor een gemeente, dan wel andere overheid om de aanvraag van een vergunning te weigeren?
6 Op welke wijze controleert de provincie of na de verlening van deze omgevingsvergunningen genoemde windmolens niet worden vervangen door windmolens met een groter vermogen, zoals voorgeschreven door de PRV?
7 Klopt het dat er ook een vergunning wordt verleend voor vervanging van een windmolen die in eerste instantie illegaal, zonder de juiste vergunningen, is neergezet? Wat vindt u daarvan en wat gaat u hieraan doen?
8 Kunt u onderschrijven dat de bedoelde vergunningen voor het vervangen van windmolens alleen om subsidieredenen worden aangevraagd en niet omdat de molen technisch dan wel economisch is afgeschreven? Wat vindt u daarvan?
9 Bent u het met VVD eens dat het 1 op 1 vervangen van een windmolen met SDE+ subsidie niet bijdraagt aan het streven van het Rijk om meer MW op land te krijgen?
10 Is het mogelijk om een SDE+ subsidie te ontvangen voor het vervangen van windmolens die technisch en economisch nog goed functioneren en niet toe zijn aan afschrijving?
11 Bent u het met de VVD eens dat de SDE+ subsidie, belastinggeld dat is opgebracht door de hardwerkende Nederlander, hierdoor niet doelmatig wordt ingezet, omdat in deze gevallen de subsidie niet bijdraagt aan meer MW?
12 Bent u het met de VVD eens dat op deze manier het heel moeilijk wordt om draagvlak bij omwonenden te creëren voor de herstructurering van windmolens op land?
13 Bent u ermee bekend dat de windmolens die nu vervangen worden naar het buitenland geëxporteerd worden, omdat deze nog uitstekend werk verrichten?
14 Krijgen deze zo goed als nieuwe windmolens ook nog subsidie om aan het buitenland verkocht te worden?
15 Kan het College onderschrijven dat het eerder door de VVD genoemde adagium “windmolens draaien niet op wind maar op subsidie” in de hier beschreven situatie in het bijzonder geldt?
16 Bent u het met de VVD eens dat deze ontwikkeling het plan Wieringermeer vertraagt, dan wel op andere manieren hindert? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
17 Heeft u tijdens de overleggen met het Rijk dit aan de orde gesteld en wat was daarop de reactie van het Rijk? Zo nee, waarom niet?
18 Wat is uw visie op het betrekken van recent opgeschaalde windmolens in de Wieringermeer (die net buiten het windgebied Wieringermeer vallen) bij het totaal aan MW dat met de oprichting van het Windpark Wieringermeer wordt beoogd?
19 Indien de eerder genoemde solitaire windmolens in de gemeente Hollands Kroon inderdaad 1 op 1 vervangen worden, dan bestaat volgens de VVD de mogelijkheid dat deze molens het ontwikkelen van lijnopstellingen in de Wieringermeer in de weg staat, waardoor er minder MW binnen de Wieringermeer kan worden gerealiseerd en meer MW daarbuiten, wat in hogere mate ten koste gaat van het Noord-Hollandse landschap en leefomgeving.
Bent u het met de VVD eens dat dit een onwenselijke situatie zou zijn? Zo ja, op basis van welke argumentatie? Zo nee, om welke redenen niet?
20 Indien de eerder genoemde solitaire windmolens in de gemeente Hollands Kroon inderdaad 1 op 1 vervangen worden, dan kan eveneens de situatie ontstaan dat er op den duur in het windgebied Wieringermeer onnodig meer MW’s worden geproduceerd dan met het Windplan Wieringermeer beoogd is, doordat deze solitaire molens blijven draaien naast de voorgenomen productie van het windpark.
Kan het College de toezegging doen dat de MW’s van deze solitaire molens niet buiten beeld geraken en volledig mee zullen tellen in de provinciale opgave? Zo ja, op basis van welke argumentatie? Zo nee, om welke redenen niet?
Gedeputeerde Staten zullen de gestelde vragen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 30 dagen na binnenkomst, beantwoorden.
0 reacties :
Een reactie posten