Gemeenten kunnen niet af van HVC

ALKMAAR - Het is voor gemeenten die af willen van hun aandelen in de Huisvuilcentrale, wellicht even slikken. Het is namelijk volstrekt onmogelijk. 


Door Ruud Kersten 

Dat werd wel duidelijk tijdens de informatiebijeenkomst die de Alkmaarse gemeenteraad dinsdagavond aan de HVC wijdde. Die bijeenkomst was een gevolg van het rekenkamerrapport over de HVC dat afgelopen voorjaar verscheen. Dat rapport was weer het resultaat van de opwinding die onder de aandeelhouders (48 gemeenten en zes waterschappen) ontstond toen de HVC in 2012 ’in de rode cijfers dook’.

De algemeen directeur van HVC, Wim van Lieshout, kon de aandeelhouders op dit punt gerust stellen: zijn bedrijf schrijft dit jaar mogelijk weer zwarte cijfers. Tegelijkertijd had hij een duidelijke boodschap. Gemeenten die hun aandelen kwijt willen (bijvoorbeeld omdat ze risico’s van een omvallende HVC niet willen lopen), kunnen de huisbanken van de HVC op de stoep verwachten. De Bank Nederlandse Gemeenten en de Waterschapsbank zullen bij die gemeenten een evenredig deel van de schulden die HVC bij die banken heeft, opeisen omdat ze zich nu eenmaal garant hebben gesteld voor die schulden.

Eenzelfde boodschap had ook Hans Bongartz, partner bij accountant KPMG. Hij zei dat niet te verwachten is dat bij verkoop van HVC er zo’n groot bedrag op tafel wordt gelegd, dat alle schulden (in totaal 843 miljoen euro, waarvan voor 641 een garantstelling van de aandeelhouders geldt) kunnen worden afgelost. Voor de restschuld (een bedrag noemde Bongertz niet, maar die loopt in de honderden miljoenen) zullen de banken dus ook bij de aandeelhouders aankloppen.

 Overigens had diezelfde Bongertz een mogelijk enigszins geruststellende visie op de financiële positie van de HVC. De afvalverwerker kan ’de komende jaren’ redelijk gemakkelijk aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen voldoen.