Een gastbijdrage van Arthur Rörsch.
Waar ik met mijn vorige 'posting' op hoopte was belangstelling te wekken voor het feit dat serieuze AGW–scepsis wel degelijk is gebaseerd op een wetenschappelijke benadering en niet op de invloed van activistische ‘twijfelbrigades’ zoals Jan Paul van Soest eerder betoogde.
De essentie van mijn betoog is
Science is the belief in the ignorance of the experts.
Richard Feynman
Wat ik vrij vertaal als ‘de vooruitgang van de wetenschap is steeds te danken (geweest) aan het betwijfelen van de door experts opgedrongen opvattingen’. (Feynman heeft zich wel eens meer wat ongenuanceerd uitgedrukt). Maar wellicht wordt het tijd om naast de ‘Marks of scientific literacy’ van Arons, ook Feynman’s uitspraken te herlezen: 'Don’t you have time to think?' (Allen Lane 2005), waaruit een aanhaling:
The biggest mystery of physics is where the laws are known, but we don’t know exactly what’s going on.
Dat is mijns inziens wat er met de huidige theorie over de werking van de aardse broeikas aan de hand is. En dat heeft zowel voor de klimatologie als wetenschap maatschappelijke gevolgen.
Laten we nu eens aannemen, CO2 is in het geheel geen belangrijk broeikasgas. Proefondervindelijk is het aantonen daarvan geen simpele zaak in het open atmosferische systeem waarin vele processen tegelijkertijd werkzaam zijn en zich naast elkaar afspelen. Zou het tegendeel het geval zijn dan was het overtuigend bewijs inmiddels al wel in één van de opeenvolgende IPCC–rapporten op grond van experimentele gegevens geleverd. Het merendeel van de sceptici, zoals bijvoorbeeld Jo Nova, Antony Watts, Fred Singer en Roy Spencer, blijven echter hangen op het weerleggen van de relaties die AGW–alarmisten zien tussen meteorologische en ander waargenomen verschijnselen (extreme weersomstandigheden, smelten Arctisch ijs, zeespiegelstijging) en de temperatuurstijging. Voor een recent voorbeeld zie de vorige posting over ‘verzuring’ over Ewert’s kritiek op Rahmsdorf.
Daarmede blijft de discussie ook voornamelijk hangen op de vraag ‘welke expert is het meest geloofwaardig'? En daarbij blijft onderbelicht welke fundamentele aannamen in de AGW– hypothese wellicht verkeerd zijn. In de laatste paragrafen van mijn oorspronkelijke 'posting' heb ik er een paar genoemd, waarvan men zou mogen hopen dat zij ook aanhangers van de AGW–hypothese aanspreken. En vervolgens dat deze nog eens nadenken ('Don’t you have time to think?’) over een wat andere toepassing van het zogenaamde ‘voorzorgsbeginsel’ dan onder doemdenkers gebruikelijk is.
De gebruikelijk toepassing is: 'bij twijfel niet inhalen’. In het geval van AGW vertaald in: beperk het gebruik van fossiele brandstof en daarmee de CO2–uitstoot, omdat het mogelijk het klimaat beïnvloedt.
Echter, voor deze eeuw blijft het gebruik van fossiele brandstof de belangrijkste energiebron om in grote delen van de wereld welvaart en welzijn te verhogen. En mijns inziens ook vanuit het oogpunt van het nastreven van ‘duurzaamheid’. De belangrijkste opgave daarbij is het sluiten van kringlopen om uitputting van natuurlijke hulpbronnen te voorkomen, en om milieuvervuiling tegen te gaan. Voor beide hebben we méér in plaats van minder energie nodig. Die vooralsnog nog niet door andere energiebronnen dan de fossiele wordt geleverd.
‘Bij twijfel niet inhalen’. Waarom dit niet vertaald – in het kader van het voorzorgsbeginsel bij toenemende twijfel aan de klimaatgevoeligheid voor CO2 in de atmosfeer – in juist het gebruik van fossiele brandstof stimuleren, wat sinds de industriële revolutie een geweldige positieve invloed op welvaart en welzijn heeft gehad.
E.e.a. laat uiteraard onverlet dat met de beschikbare, en uiteindelijk niet onuitputtelijke hulpbron fossiele brandstof, zuiniger kan worden omgesprongen dan momenteel het geval is. Maar tot 2100 is er genoeg. Het uitgangspunt is dan echter niet het beperken van mogelijke ophoping van CO2 in de atmosfeer, wat mogelijk geheel onschuldig is en zelfs bevorderlijk voor de voedselvoorziening tegen lagere kosten.
Aldus Arthur Rörsch.
0 reacties :
Een reactie posten