Ruim 14 dagen beleefde ik een fantastische reis aan boord van het onderzoekschip Plancius vanuit Longyearbyen, Spitsbergen, naar het hoge noorden. Wij bezochten vogelkolonies, rustplaatsen van walrussen en robben. Bewonderden duikende Blauwe Vinvissen en Beluga’s, en eenmaal in het pakijs, ook heel wat ijsberen op zoek naar een sappige zeerob.
Aardig detail was wel dat we een eiland niet konden aandoen omdat het pakijs voortijdig te ver naar het zuiden was opgerukt. Dus kwamen wij niet verder dan net over de 80e i.p.v. de 81e breedtegraad. Koud zat, daar niet van.
De staf aan boord bestond uit een stel sympathieke, meest wetenschappelijk gevormde, vrijbuiters die hun hart aan de Noord– en Zuidpool verpand hadden. Ik moet toegeven dat het barre klimaat en het desolate landschap van Spitsbergen en de Arctische Oceaan iets onweerstaanbaars hebben, net als de woestijn zoals ik die ken van een tocht met bedoeïenen in 1970 door het zuiden van Jordanië en het grensgebied met Saoedi Arabië per dromedaris. De extremen van Moeder Aarde oefenen iets magisch uit, zeker op mij.
De verleiding is groot om veranderingen die dit beeld verstoren af te wijzen. De mens heeft een natuurlijke aversie tegen verandering die mogelijk evolutionair te verklaren is. Ik laat dit graag aan de deskundigen over. Voor mij staat vast dat vooral binnen ecologische kringen elke verandering als negatief, destructief en zelfs catastrofaal wordt bestempeld. Ik vind dit vreemd omdat toch bekend moge zijn dat niets onveranderlijk is al sinds onheuglijke tijden. Pantha rhei zoals mogelijk Plato formuleerde: alles stroomt.
Zo geldt dit ook voor het klimaat waarvan wij allen weten dat dit permanent verandert door een veelheid aan factoren waarvan thans slechts een minimale fractie doorgrond is, doordat de complexiteit van wisselwerkingen zo kolossaal is dat harde uitspraken over causale verbanden nog uiterst terughoudend bezien moeten worden. Als iets niet geldt is dit wel het voorzorgbeginsel. Terecht wijzen ecologen op de risico’s van verstoringen en manen tot voorzichtigheid. Onterecht is echter hun boud poneren van rampen door menselijk toedoen zoals massa-extinctie, catastrofale zeespiegelstijging en onbeheersbare opwarming als een vaststaand feit. Het is dan ook tekenend, maar niet verwonderlijk, dat alle klimaatmodellen van het IPCC in AR5 gefaald hebben.
Dit alles lijkt alarmisten niet te weerhouden om hun doctrine uit te dragen. Laat ik duidelijk stellen dat de AGW–hypothese ('Anthropogenic Global Warming': door de mens veroorzaakte opwarming), waar het hier om gaat na meer dan 100 jaar niet is bevestigd, en door de stagnatie sinds 1998 is weerlegd. Er is derhalve geen overtuigend bewijs dat de menselijke factor (antropogeen CO2) een meetbaar effect heeft sterker dan de natuurlijke factoren.
Het is tekenend dat protagonisten van de AGW–hypothese zich aldoor bedienen van de drogreden:ad verecundiam, het autoriteitsargument, in dit geval de 97% consensus onder wetenschappers. Zoals bekend, berust dit op een enquête onder ca. 10.000 wetenschappers met als resultaat dat onder de 3.000 respondenten zich 77 klimaatwetenschappers bevonden waarvan 75 antwoorden dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming. Zie verder hier en hier.
Mij komt dit voor als een zwaktebod. Het is bovendien in strijd met de gang van zaken binnen de wetenschap omdat scepsis de motor is achter wetenschappelijke ontwikkeling. Consensus en wetenschap sluiten elkaar namelijk uit. En dit is maar goed ook.
Nu dan, terug aan boord van de Plancius en de lezing die de assistent expeditieleider Katja Riedel op 29 juni hield. Zij verkondigde met verve de AGW–hypothese, de rampzalige ontwikkeling van het Arctische ijs (tot 2012! 2013 gaf 60% toename) en dat 97% van de wetenschappers deze hypothese onderschreven als zijnde bewezen. Ook verkondigde zij de eind 2013 hernieuwde hockeysticktheorie. Van de weerlegging van ook dit model wilde zij niet weten.
In een tweegesprek gaf zij verder aan dat zij geloofde in de ondergang van Moeder Aarde door overbevolking; reden voor haar om geen kinderen te willen. Wat een treurnis om jezelf een dergelijke eco-kuisheidsgordel aan te meten ondanks het weer oprukkende pakijs! Hoe weinig vertrouwen moet je hebben in de innovatieve vermogens van de mens en de toepassing van bijvoorbeeld kernenergie door thorium?
Mijn conclusie is dan ook dat het zaak is dat deze maatschappij zich niet langer moet laten gijzelen door dergelijk enghartig ongegrond, maar wel uitgedragen als morele superioriteit, pessimisme. Immers, dit is de voedingsbodem voor de dictatoriale neigingen van lieden als Ed Nijpels en de milieubeweging, die misbruik maken van de lafheid van de media om podium te bieden aan een diversiteit aan meningen. ‘De banaliteit van het kwaad’ zoals Hannah Ahrendt het formuleerde.
Rypke Zeilmaker mocht onlangs dit democratische failliet door het FD ondervinden, een zich kwaliteitskrant noemende informatiebron, die zich echter gedwee liet ringeloren. De Shariah van de AGW–religie met als zijn profeet ...? Het gedachtegoed van ISIS is veel dichter bij huis dan wij denken: eco–ISIS wel te verstaan. Europa als een eco–kalifaat, een achterlijk werelddeel onder de knoet van de zichzelf verrijkende milieubeweging met instemming van GroenLinks en aanverwante partijen.
Aldus Jeroen Hetzler.
Bron hier.
0 reacties :
Een reactie posten