Lennart Bengtsson, prominente Zweeds klimatoloog, distantieert zich van catastrofescenario's

Datum:
  • dinsdag 8 april 2014
  • in
  • Categorie:
  • '25 jaar klimaatbeleid is tot nog toe een faliekante mislukking gebleken.' ...

    Ingebracht door Hans Labohm op 8 april, 2014

    'Wij hebben meer ingenieurs nodig en minder milieuactivisten.' Onder de titel, 'Klimatforskaren avfärdar skräckscenario', publiceerde Svenolof Karlsson op de website van de Zweedse 'Di.Se' (Dagens Industri), een interview met de Zweedse klimatoloog Lennart Bengtsson (zie ook hier), onder meer voormalig directeur van het Max Planck Instituut voor meteorologie in Hamburg.

    Hieronder volgt de vertaling van het interview.

    Zeker, de aarde warmt op, maar extreme catastrofescenario's zijn onwaarschijnlijk. Met volharding en geduld kunnen we de klimaatklus klaren, zegt klimaatwetenschapper en meteoroloog Lennart Bengtsson . 

    Onlangs heeft het VN–klimaatpanel (IPCC), het tweede deel (van vier) van zijn vijfde rapport (AR5) over de gevolgen, kwetsbaarheid en aanpassing aan klimaatverandering uitgebracht. Het eerste deel over de wetenschappelijke basis, werd vorig jaar september in Stockholm gepresenteerd.

    De klimaatdreiging is nog ernstiger dan voorheen werd gedacht, rapporteerden de media toen. Als men de kleine lettertjes leest in het nieuwe deel van het rapport, ziet men echter het woord 'als'. Als we uitgaan van een scenario van vier graden opwarming, worden we geconfronteerd met de ernstige bedreigingen. Maar waarom zouden we van vier graden uitgaan?

    Lennart Bengtsson is een van Zweden's meest vooraanstaande klimaatwetenschappers. Hij is professor aan de Universiteit van Reading in Engeland, en nam vorig jaar afscheid als hoofd van de sectie aardwetenschappen van het 'Space Science Institute' (ISSI) in Bern. Hij heeft een groot deel van zijn leven toonaangevende klimaatonderzoek in het buitenland gedaan en verscheen slechts sporadisch in de Zweedse media .

    Lennart Bengtsson is van mening dat de rapportage van de media over het IPCC vaak op misverstand berust.

    'Het is een feit dat de aarde langzaam warmer wordt, net als de langzame stijging van de zeespiegel met ongeveer 3 mm. per jaar. Sinds het eind van de 19e eeuw is de temperatuur slechts met ongeveer 0,8 graden gestegen, ondanks een substantiële toename van broeikasgassen. De temperatuurstijging vertoonde een onregelmatig verloop, met onder meer een periode met onbeduidende opwarming gedurende de laatste 16 jaar. Gedurende deze periode heeft er ook geen opwarming plaatsgevonden van het oppervlaktewater van de oceanen', zegt hij.

    'De lange-termijn klimaatgevoeligheid (de temperatuurstijging bij een verdubbeling van de concentratie CO2 in de atmosfeer) kan vanwege de tekortkomingen van de huidige klimaatmodellen niet op bevredigende wijze worden bepaald, maar op grond van de waarnemingen blijkt deze substantieel lager te zijn dan de waarde van tot wel 4 graden die we vaak in de media tegenkomen', zegt hij.

     'De extreme weerverschijnselen, waarover vrijwel dagelijks in de media wordt bericht, zijn ook niet erger geworden, hetgeen overtuigend kan worden aangetoond met statistieken van tropische en niet–tropische stormen, tornado's en verschillede lokale overstromingsrampen.

    'De extreme weersomstandigheden zijn op zichzelf zeer ernstig en veroorzaken toenemende schade en kosten. Maar dit kan niet worden toegeschreven aan een weersverslechtering, maar aan het feit dat zij grotere bevolkingsgroepen en een uitgebreidere infrastructuur treffen,' zegt Lennart Bengtsson.

    'Ook zijn er geen aanwijzingen van zogenaamde kantelpunten, dat wil zeggen dat het weer zich plotseling anders zou gaan gedragen. Extreme weersomstandigheden, zoals de recente winterkou in delen van de VS en Canada, de aanhoudende regenval in Engeland en het milde weer in Zweden, zijn normale verschijnselen en onderdeel van het klimaat op aarde.'

    Er is een discrepantie tussen het wetenschappelijke IPCC-rapport en de samenvatting voor beleidsmakers. Deze laatste is daarmee vergeleken alarmistisch. Hoe moeten we dat interpreteren? 

    'Er is, naar mijn mening, een ongelukkige tendens tot overdrijving, niet alleen in de media, maar ook bij een aantal vertegenwoordigers van het IPCC. Deze manifesteerde zich ook weer bij de presentatie van het laatste rapport. Men blaast weerverschijnselen op en creëert daarmee een sfeer van opwinding onder het publiek om steun te mobiliseren om drastische maatregelen te nemen ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.'

    'Wanneer de wetenschappelijke resultaten niet dramatische genoeg zijn, moet de wetenschap wijken. In feite is AR5 (het laatste rapport ) minder dramatisch dan de vorige rapporten van het IPCC, omdat zowel de klimaatgevoeligheid als extreme weersomstandigheden naar beneden zijn bijgesteld.'

    'Dit past niet in het bekende plaatje van een klimaatcatastrofe, dus heeft men e.e.a. opnieuw geïnterpreteerd. Sommige activisten zijn er zelfs in geslaagd om het publiek te doen geloven dat het extreem koude weer in de Verenigde Staten tijdens de afgelopen winter ook een gevolg was van de toename van de broeikasgassen. Op deze manier verliest de wetenschap haar geloofwaardigheid.'

    Het nieuwe rapport is gebaseerd op bepaalde veronderstellingen, zoals de veronderstelling dat als het 4 graden warmer wordt de gevolgen daarvan dramatisch zullen zijn, hetgeen verschillende politieke maatregelen noodzakelijk maakt. Deze voorwaardelijke formulering is echter cruciaal voor de wijze waarop het rapport moet worden begrepen. Wat is uw opvatting daarover? 

    'Volgens mij is dit een geheel foutieve redenering. Men kan geen gigantische investeringen rechtvaardigen op basis van hypothesen en twijfelachtige modelsimulaties, die niet eens zijn gevalideerd aan de hand van waarnemingen.'

    'Uit de beperkte validering die tot dusver heeft plaatsgevonden, blijkt bovendien dat de klimaatmodellen in het algemeen de mondiale opwarming overdrijven. Het is onmogelijk om te zeggen wat de toekomst zal brengen op een tijdschaal van 50 – 100 jaar. We kunnen slechts doen wat ook de generaties voor ons hebben gedaan en de problemen aanpakken op het moment dat zij zich voordoen.

     'Doe gewoon eens een gedachte–experiment en ga terug naar het voorjaar van 1914. In gebieden waar de zee naar verwachting zal stijgen, zal men moeten doen wat Nederland toen met groot succes heeft gedaan. Je moet je gewoon aanpassen aan de natuur.'

    Hoe urgent zijn de maatregelen om de groei van de uitstoot van broeikasgassen te beteugelen? Wat voor ambities moet men daarbij hebben? 

    'Er is geen panacee voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Wat nodig is, is een volhardend en geduldig beleid. Het is niet nodig om paniekerig te doen over de ontwikkeling van het klimaat. Het is belangrijker om de tijd te nemen en goed doordachte maatregelen te treffen.'

    'De samenleving moet in actie komen met een totaalaanpak. Op het gebied van de energievoorziening is het belangrijk dat we ons ook richten op kernenergie en een efficiënter gebruik van fossiele energie, die zeker een belangrijke rol zal blijven spelen in deze eeuw. Duurzame energie zal ook een bijdrage kunnen leveren, maar waarschijnlijk niet zo groot als velen zich voorstellen.'

    'Ook zal er aandacht moeten worden geschonken aan verbetering van de energie–efficiëntie. Dat vergt grote investeringen in betere huisvesting en betere communicatie.'

    De energiesector wordt vaak afgeschilderd als klimaatboosdoener. Wat is uw commentaar daarop? 

    'We kunnen niet buiten energie en we dienen te begrijpen dat wij zonder fossiele energie tegen redelijke prijzen de afgelopen 150 jaar waarschijnlijk een primitieve samenleving zouden hebben gekend, waarschijnlijk in verval, maar in het beste geval een soort totalitaire middeleeuwse samenleving. Thans hebben nog steeds zo'n 1,3 miljard mensen geen toegang tot elektriciteit.'

    'De geringe opwarming die we tot nog toe hebben gekend, is onschadelijk, maar het is duidelijk dat niet kan worden uitgesloten dat er in de tweede helft van deze eeuw problemen kunnen ontstaan. Het is noodzakelijk dat de wereld efficiëntere methoden voor de productie en het gebruik van energie ontwikkelt.'

    'Ondertussen, en hoe je het ook bekijkt, is 25 jaar klimaatbeleid tot nog toe een faliekante mislukking gebleken. De concentratie broeikasgassen in de atmosfeer is al die tijd in versneld tempo toegenomen, ondanks kolossale investeringen.' 

    'In plaats van het beleid te richten op een haalbare inspanning op de lange–termijn gericht op een breed onderzoeksprogramma, zijn de middelen versnipperd aangewend voor politiek oppervlakkige maatregelen. Bijvoorbeeld de gigantische investeringen in windenergie, die nauwelijks bijdraagt aan het terugdringen van de uitstoot van CO2, eerder het tegenovergestelde, want centrales die voor de basislast moeten zorgen moeten blijven draaien.'

    'Wij hebben meer ingenieurs nodig en minder milieuactivisten. Men moet zo snel mogelijk investeren in de uitbreiding van kernenergie en ook zo snel mogelijk kolen vervangen door gas. Er is op lange termijn geen realistische mogelijkheid om fossiele energie te vervangen door duurzame energie, ook niet in Zweden. In elk geval niet als men de nu beschermde rivieren daarvoor niet mag benutten. Daarnaast is er natuurlijk een permanente inspanning nodig om het energieverbruik te verminderen en de energie–efficiëntie te verbeteren.' 

    Aldus Lennart Bengtsson.

    Bron hier.

    Lennart Bengtsson wordt algemeen tot de mainstream in de klimatologie gerekend. Uit dit interview blijkt dat het onderscheid tussen de mainstream en klimaatsceptici aan het vervagen is.

    Als men uitsluitend afgaat op de klimaatdiscussie zoals die in de blogosfeer plaatsvindt, krijgt men de indruk dat er een grote kloof bestaat tussen de mainstream en de antagonisten van de menselijke broeikashypothese. In werkelijkheid is dat (vooral in Nederland) niet het geval. Vele wetenschappers binnen de instituties die de mainstream vertegenwoordigen, hebben opvattingen die op zijn minst gedeeltelijk aansluiten bij die van de klimaatsceptici. Maar als ze daarmee naar buiten zouden komen, moeten zij in het licht van soms subtiele en soms minder subtiele politiek druk vrezen voor hun carrièreperspectieven. Dus kunnen zij niet 'uit de kast' komen. Van degenen die met een dergelijk dilemma worstelen, weet ik dat zij de bijdragen van de sceptici aan het debat waarderen, al was het alleen maar omdat deze voor hen de ruimte om kritisch te zijn, vergroot.

    Wegens zijn leeftijd en reputatie heeft Lennart Bengtsson daar natuurlijk geen last meer van. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor prominente senior klimatologen als Hans von Storch en Judith Curry. Maar voor de jongere klimaatwetenschappers vormt dat natuurlijk wèl een probleem.

    Maar de discussie gaat de goede kant op – de kant van de klimaatsceptici. Ik verwacht dan ook dat er meer en meer jongere klimatologen naar voren zullen komen die afstand nemen van de klimaathysterie.




    0 reacties :

    Een reactie posten